De CEO van Volvo, Jim Rowan, heeft felle kritiek geuit op het besluit van de Europese Unie om autofabrikanten een extra termijn van drie jaar te geven om strengere CO2-doelstellingen te halen. De nieuwe regeling, die op 3 maart werd aangekondigd, stelt constructeurs in staat om dit jaar de emissiedoelstelling te overschrijden, zolang ze in de daaropvolgende twee jaar betere resultaten boeken.
Rowan liet zich in scherpe bewoordingen uit over de aanpassing: "Dit ondermijnt het vertrouwen tussen de Europese Unie en de industrie. Lidstaten hebben hier destijds voor getekend. Dit is wetgeving en toch wordt deze aangepast" zei hij bij de lancering van de Volvo ES90 in Stockholm.
De Volvo-topman, die zijn merk in 2022 uit de Europese autobrancheorganisatie ACEA terugtrok, bekritiseerde ook die organisatie. "ACEA was destijds betrokken bij het opstellen van de strengere CO2-regels voor 2025. Dit was geen eenzijdige beslissing van de overheid, maar een akkoord tussen ACEA en de EU. Iedereen wist wat de regels waren en er was voldoende tijd om zich aan te passen," aldus Rowan.
ACEA wilde nog langer uitstel
Op 3 maart reageerde autobouwersfederatie ACEA positief op de versoepeling van de EU-regels, maar benadrukte ze dat het alsnog een grote uitdaging zou blijven om de doelen te halen. De organisatie had zelfs een langere verlenging gevraagd, met het argument dat fabrikanten in 2025 anders gedwongen zouden worden tot drastische maatregelen zoals scherpe prijsverlagingen, productieverminderingen of het kopen van CO2-credits van Tesla en Chinese EV-producenten.
Volvo hield zich wél aan de regels
Rowan heeft een andere kijk op de situatie en vindt dat grote fabrikanten voldoende tijd en middelen hadden om zich aan te passen. "Als een kleinere speler zoals Volvo de investeringen heeft kunnen doen om binnen de regels te blijven, dan hadden grotere bedrijven dat ook kunnen doen. Zij kozen ervoor om dat niet te doen en verkochten nog jarenlang grote aantallen verbrandingsmotoren. Daarmee verdienden ze veel geld, maar ze investeerden niet voldoende om hun CO2-uitstoot op tijd te verlagen."
Voor Volvo, dat ruimschoots voldoet aan de emissienormen, had de oorspronkelijke regelgeving juist financiële voordelen. Analisten van UBS Group schatten dat Volvo tot € 300 miljoen zou kunnen ontvangen van andere merken, zoals Mercedes-Benz en Smart, voor het poolen van hun CO2-uitstoot met die van Volvo.
Over de toekomst van het poolingcontract met Mercedes-Benz kon Rowan nog geen zekerheid geven, maar hij benadrukte dat het naleven van de afspraken "het enige eerlijke zou zijn".
Gisteren liet ook Polestar-CEO Michael Lohscheller zich trouwens al erg kritisch uit over de Europese toegift. Loscheller: “De mensen in Europa lopen voor op de politiek: In januari lag de verkoop van EV's 34% hoger dan het jaar ervoor. Veel autofabrikanten hebben hun huiswerk gedaan en geïnvesteerd in emissievrije voertuigen om een beslissende bijdrage te leveren in de strijd tegen klimaatverandering. Door te besluiten om autofabrikanten die de doelstellingen niet halen meer tijd te geven, brengt de Europese Commissie het concurrentievermogen van haar auto-industrie in gevaar. Polestar blijft zich inzetten en blijft de juiste dingen doen - voor het milieu, voor mensen en om concurrerend te zijn in een wereldwijde industrie."
