Hij deed het ook vroeger al, maar ter gelegenheid van de Consumer Electronics Show in Las Vegas waarschuwde Carlos Tavares, CEO van het grote Stellantis, opnieuw voor het gevaar van de Chinese autobouwers voor de Europese auto-industrie. Merken als MG, BYD, Nio en anderen mikken resoluut op de Europese markt met hun elektrische auto’s en doen dat met middelen waarover de lokale producenten niet kunnen beschikken. Volgens Tavares – die geïnterviewd werd door het Duitse Automobilwoche – staat de Europese auto-industrie voor een enorme uitdaging als ze moet strijden tegen de Chinese constructeurs die met een agressieve prijspolitiek onze markten overspoelen.
Hij stelt dat wanneer de Europese politiek geen antwoorden vindt om de Europese verovering door Chinese autobouwers tegen te gaan, er een “vreselijk gevecht” zal ontstaan waarbij de Europese autobouwers verplicht zouden kunnen worden om hun productiecapaciteit en dus de werkgelegenheid massaal te verlagen om competitief en rendabel te blijven. Hij waarschuwt voor de Chinese expansie naar Europa met wat hij “competitieve en agressief geprijsde auto’s” noemt.
Tavares stelde dat Europese klanten uit de middenklasse, als er niets verandert, door het prijsverschil tussen Europese en Chinese auto’s steeds vaker voor Chinese modellen zullen kiezen, omdat ze steeds minder te besteden hebben. Ook de strenge Europese uitstootregels helpen de autobouwers hier niet vooruit, klinkt het nog. Zo zijn elektrische auto’s die in Europa gebouwd worden door de regelgeving zo’n 40 procent duurder dan vergelijkbare auto’s die in China van de band lopen, stelt hij.
Om Europa te overtuigen om actie te ondernemen en iets te doen aan de concurrentiepositie van de Europese autobouwers verwijst de Stellantis-CEO naar de Europese zonnepanelenbouwers, die volledig van de kaart geveegd zijn door de veel goedkopere Chinese producenten.
Als mogelijke oplossing om productiebeperkingen en ontslagen te voorkomen stelt Tavares een aanpassing van de Europese handelspolitiek voor, met importbeperkingen voor de Chinese producenten, en een herindustrialisering van Europa, met het terugbrengen van verloren industrieën en productieketens. Dat klinkt al moeilijk, maar lijkt in de praktijk zo goed als onhaalbaar.