Vanaf 2035 verbiedt Europa niet alleen diesel- en benzinemotoren voor personenwagens, ook lichte vrachtvoertuigen moeten vanaf dan emissievrij zijn. Dat werd gisteren door het Europese Parlement gestemd in Straatsburg.
Om de opwarming van de aarde tegen te gaan heeft Europa het zogenaamde Fit for 55-plan uitgewerkt. In een notendop: de EU wil door een hele rist maatregelen zijn CO2-uitstoot met 55 procent terugdringen tegen 2030.
Een van die maatregelen is de drastische vermindering van de CO2-uitstoot veroorzaakt door het wegverkeer. Volgens de Commissie zijn personenauto's en bestelwagens verantwoordelijk voor ruwweg 12 en 2,5 procent van de totale CO2-uitstoot van de EU.
Gisteren werd in Straatsburg gestemd over de concrete invulling van de uitstoottargets. Slotsom: tegen 2035 moet de CO2-uitstoot van personenwagens en lichte vrachtvoertuigen met 100 procent zijn gereduceerd. Sommige fracties hadden nog gepleit voor 90 procent, maar het Parlement had daar geen oren naar.
Tussentijdse doelstelling
Concreet betekent dit dat vanaf dat jaar enkel nog maar emissievrije voertuigen mogen worden verkocht in de EU. Het gaat om nieuw verkochte voertuigen – tweedehandsauto’s mogen tot nader order wel nog aangedreven worden door benzine, diesel of andere brandstoffen.
Tegen 2030 wil de EU de vinger aan de pols houden. Tegen dat jaar moet de gemiddelde uitstoot van de personenwagens met 55 procent zijn verminderd ten opzichte van 2021. De bestelwagens krijgen ietsje meer respijt: zij moeten gemiddeld 50 procent minder kooldioxide uitstoten.
Constructeurs moeten dus fors investeren in elektrische voertuigen of waterstof de komende jaren, willen ze de gemiddelde uitstoot van hun verkochte auto’s en bestelwagens voldoende naar beneden krijgen en zware boetes vermijden.
Elektrisch moet goedkoper
Door de constructeurs te verplichten massaal in te zetten op elektrische mobiliteit, hoopt de EU de prijzen van batterijvoertuigen fors te drukken. Hoe groter het verkoopvolume, hoe lager de kostprijs. Vandaag kost een e-van bijna het dubbele van een bestelwagen met verbrandingsmotor. Dat prijsverschil moet de volgende jaren weggewerkt worden.
Natuurlijk blijven er nog andere obstakels. Het rijbereik van een e-LCV bedraagt tussen de 150 en 300 kilometer. Voor sommige toepassingen is dat onvoldoende. Door hun hoge gewicht beperken de batterijen bovendien het nuttige laadvermogen van een bestelwagen. Ook het opladen van de batterij duurt vandaag nog behoorlijk lang. Een licht vrachtvoertuig dat stilstaat, rendeert niet. Tot slot moet er ook voldoende laadinfrastructuur worden voorzien om elektrisch rijden haalbaar te maken.
Om de opwarming van de aarde tegen te gaan heeft Europa het zogenaamde Fit for 55-plan uitgewerkt. In een notendop: de EU wil door een hele rist maatregelen zijn CO2-uitstoot met 55 procent terugdringen tegen 2030.
Een van die maatregelen is de drastische vermindering van de CO2-uitstoot veroorzaakt door het wegverkeer. Volgens de Commissie zijn personenauto's en bestelwagens verantwoordelijk voor ruwweg 12 en 2,5 procent van de totale CO2-uitstoot van de EU.
Gisteren werd in Straatsburg gestemd over de concrete invulling van de uitstoottargets. Slotsom: tegen 2035 moet de CO2-uitstoot van personenwagens en lichte vrachtvoertuigen met 100 procent zijn gereduceerd. Sommige fracties hadden nog gepleit voor 90 procent, maar het Parlement had daar geen oren naar.
Tussentijdse doelstelling
Concreet betekent dit dat vanaf dat jaar enkel nog maar emissievrije voertuigen mogen worden verkocht in de EU. Het gaat om nieuw verkochte voertuigen – tweedehandsauto’s mogen tot nader order wel nog aangedreven worden door benzine, diesel of andere brandstoffen.
Tegen 2030 wil de EU de vinger aan de pols houden. Tegen dat jaar moet de gemiddelde uitstoot van de personenwagens met 55 procent zijn verminderd ten opzichte van 2021. De bestelwagens krijgen ietsje meer respijt: zij moeten gemiddeld 50 procent minder kooldioxide uitstoten.
Constructeurs moeten dus fors investeren in elektrische voertuigen of waterstof de komende jaren, willen ze de gemiddelde uitstoot van hun verkochte auto’s en bestelwagens voldoende naar beneden krijgen en zware boetes vermijden.
Elektrisch moet goedkoper
Door de constructeurs te verplichten massaal in te zetten op elektrische mobiliteit, hoopt de EU de prijzen van batterijvoertuigen fors te drukken. Hoe groter het verkoopvolume, hoe lager de kostprijs. Vandaag kost een e-van bijna het dubbele van een bestelwagen met verbrandingsmotor. Dat prijsverschil moet de volgende jaren weggewerkt worden.
Natuurlijk blijven er nog andere obstakels. Het rijbereik van een e-LCV bedraagt tussen de 150 en 300 kilometer. Voor sommige toepassingen is dat onvoldoende. Door hun hoge gewicht beperken de batterijen bovendien het nuttige laadvermogen van een bestelwagen. Ook het opladen van de batterij duurt vandaag nog behoorlijk lang. Een licht vrachtvoertuig dat stilstaat, rendeert niet. Tot slot moet er ook voldoende laadinfrastructuur worden voorzien om elektrisch rijden haalbaar te maken.
