De Europese Commissie herziet de plannen voor de nieuwe Euro 7-norm, die vanaf 2025 de huidige Euro 6d-uitstootnorm moet vervangen. Concreet zouden de vooropgestelde verplichtingen die de nieuwe norm met zich meebrengt afgezwakt worden, omdat door de enorme kosten die aan de strengere versie van de Euro 7-vorm verbonden zijn minder middelen geïnvesteerd zouden kunnen worden in elektrificatie en het gebruik van de verbrandingsmotor op gas, benzine of diesel voor personenwagens vanaf 2035 hoe dan ook ten einde loopt.
We hadden het op Autonieuws.be al over de geplande wijzigingen die de Euro 7-norm op het vlak van uitstoot met zich zou meebrengen in vergelijking met de huidige norm, Euro 6d, wanneer hij vanaf 2025 van toepassing wordt voor alle nieuw verkochte auto’s. Het ging in de oorspronkelijk geplande Euro 7-norm onder meer om een voorziene reductie van de uitstoot van NOx naar 30 mg/km in 2025 (Euro 7A) en nadien naar 10 mg/km (Euro 7B), om een reductie van de CO-emissies met 66% in 2025 (Euro 7A) en nadien met 90% (Euro 7B), een nieuwe berekeningsmethode voor de uitstoot van PN-partikels en een hele reeks andere vereisten waaronder de verplichting om altijd aan de strengste normen te voldoen, dus ook wanneer de auto een bagagedrager op zijn dak heeft, een aanhanger trekt enzoverder, en dat gedurende 15 jaar of 240.000 kilometer.
Miljarden die maar één keer geïnvesteerd kunnen worden
Die aanpassingen vragen een miljardeninvestering van de autoconstructeurs die nieuwe verbrandingsmotoren moeten ontwerpen om aan die normen te voldoen. Ze hebben daarvoor dure nieuwe technologieën nodig – waarvan sommigen nog niet eens bestaan - die de prijzen van personenwagens nog verder de hoogte injagen, waardoor ze voor doorsnee particulieren onbetaalbaar dreigen te worden, zeker in het kader van de stijgende grondstoffenprijzen en de inflatie. Daarnaast zijn de euro’s die worden geïnvesteerd in de strengste Euro 7-norm natuurlijk niet meer beschikbaar om te investeren in de elektrificatie van het modellenaanbod, waar we – door Europa verplicht tegen 2035 – onherroepelijk naartoe evolueren.
Norm wordt aangepast
Volgens Politico.eu, de bron van deze info, beseffen de Eurocommissarissen dat het door de zeer beperkte terugverdientijd van de investering in nieuwe Euro 7-technologieën in het kader van de geplande einddatum voor de verkoop van auto’s met verbrandingsmotoren in 2035 beter is om de Euro 7-norm niet te veel te laten afwijken van de huidige Euro 6d-norm.
De huidige norm zorgt namelijk ook al voor een erg lage uitstoot en snelle daling van de vervuiling door uitlaatgassen. Zo is sinds de invoering van de Euronormen de NOx-uitstoot al gedaald van 873 mg (Euro 1) naar 80 mg (Euro 6d) voor diesels en van 437 mg (Euro 1) naar 60 mg (Euro 6d) voor benzines en is de uitstoot van fijnstof vandaag exact even laag voor diesels als voor benzinemotoren. Binnen precies twaalf jaar is het tijdperk van de verbrandingsmotor toch ten einde, dus heeft het weinig zin om een groot deel van de beschikbare middelen nog te investeren in een ten dode opgeschreven technologie, beseft de Commissie.
In die zin is het dus logisch dat de Europese Commissie gewonnen is voor het idee om de toegestane waarden van de huidige norm, Euro 6d, grotendeels te laten voortbestaan na 2025 en de bijkomende vereisten voor Euro 7 te milderen. De bedoeling zou wel zijn om in Euro 7 het verschil tussen benzine en diesel volledig uit te wissen en te eisen dat alle auto’s met verbrandingsmotoren aan precies dezelfde eisen betreffende uitstoot aan vervuilende stoffen voldoen.
We hadden het op Autonieuws.be al over de geplande wijzigingen die de Euro 7-norm op het vlak van uitstoot met zich zou meebrengen in vergelijking met de huidige norm, Euro 6d, wanneer hij vanaf 2025 van toepassing wordt voor alle nieuw verkochte auto’s. Het ging in de oorspronkelijk geplande Euro 7-norm onder meer om een voorziene reductie van de uitstoot van NOx naar 30 mg/km in 2025 (Euro 7A) en nadien naar 10 mg/km (Euro 7B), om een reductie van de CO-emissies met 66% in 2025 (Euro 7A) en nadien met 90% (Euro 7B), een nieuwe berekeningsmethode voor de uitstoot van PN-partikels en een hele reeks andere vereisten waaronder de verplichting om altijd aan de strengste normen te voldoen, dus ook wanneer de auto een bagagedrager op zijn dak heeft, een aanhanger trekt enzoverder, en dat gedurende 15 jaar of 240.000 kilometer.
Miljarden die maar één keer geïnvesteerd kunnen worden
Die aanpassingen vragen een miljardeninvestering van de autoconstructeurs die nieuwe verbrandingsmotoren moeten ontwerpen om aan die normen te voldoen. Ze hebben daarvoor dure nieuwe technologieën nodig – waarvan sommigen nog niet eens bestaan - die de prijzen van personenwagens nog verder de hoogte injagen, waardoor ze voor doorsnee particulieren onbetaalbaar dreigen te worden, zeker in het kader van de stijgende grondstoffenprijzen en de inflatie. Daarnaast zijn de euro’s die worden geïnvesteerd in de strengste Euro 7-norm natuurlijk niet meer beschikbaar om te investeren in de elektrificatie van het modellenaanbod, waar we – door Europa verplicht tegen 2035 – onherroepelijk naartoe evolueren.
Norm wordt aangepast
Volgens Politico.eu, de bron van deze info, beseffen de Eurocommissarissen dat het door de zeer beperkte terugverdientijd van de investering in nieuwe Euro 7-technologieën in het kader van de geplande einddatum voor de verkoop van auto’s met verbrandingsmotoren in 2035 beter is om de Euro 7-norm niet te veel te laten afwijken van de huidige Euro 6d-norm.
De huidige norm zorgt namelijk ook al voor een erg lage uitstoot en snelle daling van de vervuiling door uitlaatgassen. Zo is sinds de invoering van de Euronormen de NOx-uitstoot al gedaald van 873 mg (Euro 1) naar 80 mg (Euro 6d) voor diesels en van 437 mg (Euro 1) naar 60 mg (Euro 6d) voor benzines en is de uitstoot van fijnstof vandaag exact even laag voor diesels als voor benzinemotoren. Binnen precies twaalf jaar is het tijdperk van de verbrandingsmotor toch ten einde, dus heeft het weinig zin om een groot deel van de beschikbare middelen nog te investeren in een ten dode opgeschreven technologie, beseft de Commissie.
In die zin is het dus logisch dat de Europese Commissie gewonnen is voor het idee om de toegestane waarden van de huidige norm, Euro 6d, grotendeels te laten voortbestaan na 2025 en de bijkomende vereisten voor Euro 7 te milderen. De bedoeling zou wel zijn om in Euro 7 het verschil tussen benzine en diesel volledig uit te wissen en te eisen dat alle auto’s met verbrandingsmotoren aan precies dezelfde eisen betreffende uitstoot aan vervuilende stoffen voldoen.
