ACEA: Europese zero-emissie-ambities zijn onrealistisch
10 december 2020
Door Stijn Blanckaert
De Europese vereniging van autofabrikanten (ACEA) vindt dat het deze week door de Europese Commissie gepubliceerde pakket voor duurzame en slimme mobiliteit van de EU onrealistisch is.
In het document van de Commissie wordt de ambitie uitgesproken om tegen 2030 in de hele Europese Unie ten minste 30 miljoen auto's met een nuluitstoot op de weg te hebben. "Helaas staat deze visie ver af van de realiteit van vandaag", zegt ACEA-directeur-generaal Eric-Mark Huitema.
Uit nieuw onderzoek van ACEA blijkt dat van de 243 miljoen personenwagens die vorig jaar in de EU ingeschreven waren minder dan 615.000 auto's emissieloos waren (elektrische auto's op batterijen en elektrische auto's met brandstofcellen samengeteld). Dat is ongeveer 0,25% van het hele wagenpark. "Om de doelstelling van de Commissie te halen, zouden we in slechts 10 jaar tijd een bijna 50-voudige toename moeten zien van het aantal auto's met een nulemissie op onze wegen", legt Huitema uit.
Huitema: "Ondanks de investeringen van de industrie in dergelijke voertuigen en hun groeiende marktaandeel, zijn niet alle voorwaarden aanwezig om zo'n enorme sprong te maken." Een essentiële voorwaarde voor nul-emissiemobiliteit is de wijdverbreide beschikbaarheid van laad- en tankinfrastructuur, zowel voor personenauto's als voor zware voertuigen, wat ook door de Europese Commissie wordt erkend.
"De Europese Commissie moet haar ambitie voor de uitrol van infrastructuur in de hele EU afstemmen op haar ambitie om de CO2-uitstoot van voertuigen te verminderen. Het is heel eenvoudig: hoe hoger de klimaatdoelstellingen, hoe hoger de doelstellingen voor laadpunten en tankstations. Helaas zien we op EU-niveau nog steeds een discrepantie tussen deze twee elementen", waarschuwde de directeur-generaal van ACEA.
Wat de infrastructuur betreft schat de Commissie dat er tegen 2030 drie miljoen openbare oplaadpunten nodig zullen zijn. Aangezien er vorig jaar in de hele EU minder dan 200.000 van die oplaadpunten waren, zou er volgens een recent ACEA-rapport in de komende elf jaar 15 keer zoveel infrastructuur moeten worden aangelegd.
De ACEA-leden roepen de EU-wetgevers daarom opnieuw op om de nationale regeringen ertoe aan te zetten te investeren in laadinfrastructuur en waterstoftankstations, als onderdeel van een dringende en kritische herziening van de Alternative Fuels Infrastructure Directive (AFID).
"De ervaring heeft ons geleerd dat een vrijwillige aanpak van deze infrastructuurdoelstellingen niet werkt", zegt Huitema. "Terwijl sommige EU-landen zeer actief zijn geweest, hebben andere weinig of niets gedaan. De AFID-herziening moet echt bindende infrastructuurdoelstellingen voor de lidstaten bevatten".
Naast de infrastructuur zijn er ook andere instrumenten nodig om de consument aan te moedigen om over te schakelen op emissievrije mobiliteit, zoals de voortzetting van recyclagepremies voor de vernieuwing van het wagenpark en ondersteunende maatregelen voor de bij- en omscholing van werknemers om de transformatie van de sector te vergemakkelijken.
De ACEA wijst er ook op dat de gemiddelde Europese auto vandaag bijna 11 jaar oud is. Als gevolg van de nieuwe milieunormen en zullen nieuwe auto's immers duurder worden voor veel Europeanen in een tijd waarin ze minder geld te besteden hebben. Dit dreigt niet alleen de betaalbaarheid van de mobiliteit aan te tasten, maar ook de gemiddelde leeftijd van de auto's te verhogen, waardoor de vernieuwing van het wagenpark wordt vertraagd.