Voor de eerste dag van zomervakantie 2023 wijzigt er fundamenteel niets. De huidige fiscale aftrekbaarheid blijft van toepassing zolang het voertuig op dezelfde (rechts)persoon ingeschreven blijft.
Bestel je een bedrijfswagen na 30 juni 2023, dan gelden er nieuwe regels. Voor niet-emissievrije auto’s (diesel, benzine, hybride, hybride, aardgas, lpg) daalt de maximale aftrekbaarheid naar 75 procent in 2025, naar 50 procent in 2026, naar 25 procent in 2027 en naar 0 procent vanaf 2028. Je moet geen fiscalist zijn om te begrijpen dat deze auto’s belastingtechnisch zo duur worden dat bedrijven ze massaal zullen dumpen vanaf 2026.
Zelfs plug-inhybrides, ooit in Brussel beschouwd als de mirakeloplossing om de gemiddelde vloot-CO2-uitstoot naar beneden te krijgen en vandaag beloond met een aftrekbaarheid van (meestal) 100 procent, krijgen binnenkort fiscaal de rug toegekeerd.
Je kunt plug-ins nog naar hartenlust bestellen vóór 1 juli 2023 zonder aan fiscale voordelen in te boeten, maar wie wacht tot na 31 december 2022, kan de brandstofkosten nog maar voor de helft aftrekken. Daarmee wil de overheid komaf maken met het verwijt dat plug-inrijders op geen enkele manier gestimuleerd worden om de batterij van hun auto op te laden. Voor alle duidelijkheid: laadstroom blijft wel degelijk voor 100 procent aftrekbaar.
CO2-bijdrage: de genadeslag
De CO2-bijdrage is verschuldigd door de werkgever voor bedrijfswagens die hij ter beschikking stelt van zijn personeel en die ook voor privéverplaatsingen of voor woon-werkverkeer gebruikt mogen worden. Vandaag zijn de maandelijkse bedragen relatief beperkt, maar voor bestellingen vanaf 1 juli 2023 zal de CO2-bijdrage vermenigvuldigd worden met een bepaalde factor als de auto in kwestie niet-emissievrij is.
- Vanaf 1 juli 2023 tot 31 december 2024: factor 2,25
- Vanaf 1 januari 2025 tot 31 december 2025: factor 2,75
- Vanaf 1 januari 2026 tot 31 december 2026: factor 4
- Vanaf 1 januari 2027: factor 5,5
Deelt de dalende fiscale aftrekbaarheid alle niet-emissievrije auto’s steeds hardere klappen uit, dan dient de stijgende solidariteitsbijdrage hen de doodsteek toe. Voor alle duidelijkheid, de CO2-bijdrage is niet verschuldigd voor eenmanszaken, vrije beroepen of bestuurders van een vennootschap.
Wie wil “zondigen”, doe het nu
Enerzijds worden bedrijven vanaf 1 juli 2023 richting elektrisch gepusht. Auto’s besteld na die datum zien hun total cost of ownership jaar na jaar flink stijgen door het dubbele fiscale effect (aftrekbaarheid en solidariteitsbijdrage). Hoe langer je deze wagens bijhoudt, hoe duurder ze worden.
Anderzijds wordt er aan de huidige vloot niet geraakt (het zogenaamde “grandfathering principe”) en kun je tot en met 30 juni 2023 zorgeloos een diesel, benzine, hybride of plug-inhybride kopen of leasen. De TCO van deze voertuigen blijft immers stabiel over hun hele fiscale gebruiksduur, de inflatie en brandstofkosten buiten beschouwing gelaten.
Bedrijven die het niet zin zitten om over te schakelen op elektrisch, kunnen dus niet-emissievrije auto’s blijven bestellen tot 1 juli 2023 en deze net zolang bijhouden als ze willen, zonder daar fiscale nadelen van te ondervinden.
De pro-elektrische wetgeving zou er dus wel eens toe kunnen leiden dat bedrijven hun niet-elektrische auto’s zo lang mogelijk bijhouden. Wie weet is er tegen de zomer van 2023 een piek in de bestellingen en verkopen van niet-emissievrije auto’s. Dat zou allicht een onbedoeld, maar voor de staatskas geen ongunstig neveneffect zijn.
VAA stijgt eveneens
Bedrijven betalen jaar na jaar meer voor niet-emissievrije auto’s besteld na 30 juni 2023. Waar weinigen bij stilstaan, is dat bedrijfsautorijders die vandaag een diesel-, benzine of zelfopladende hybride hebben, eveneens jaar na jaar meer belastingen zullen betalen, met name op het voordeel van alle aard (VAA). Dat is een belasting die je betaalt omdat je je bedrijfsauto ook voor privédoeleinden mag gebruiken.
Het VAA wordt onder meer berekend op basis van de afwijking van de CO2-uitstoot van de auto ten opzichte van de referentie-CO2-uitstoot. Deze laatste is de gemiddelde CO2-uitstoot van de rijdende vloot en omdat er steeds meer plug-inhybride en elektrische auto’s worden opgenomen in die vloot, daalt de referentie-CO2-waarde.
Zelfs al koos je twee jaar geleden dus voor een diesel of een benzine en blijf je met die auto nog drie jaar rijden, dan word je afgestraft onder de vorm van een steeds hoger VAA omdat de vloot vergroent. Daar zijn op zijn minst vraagtekens bij te plaatsen – het strookt niet met het “grandfathering principe” dat wordt toegepast voor de fiscale aftrekbaarheid en de CO2-bijdrage. Wel is het zo dat de negatieve CO2-correctie in vele gevallen wordt gecompenseerd door de afschrijvingscomponent. Fiscaal gezien wordt je bedrijfsauto elk jaar 6 procent minder waard voor de berekening van het VAA.
Hoe dan ook zit er een hervorming van het VAA aan te komen. De staatskas moet immers gespijsd worden en als de bedrijven massaal overschakelen op elektrisch, zou dat tot minder inkomsten leiden onder de huidige berekeningswijze. Het zal allicht niet voor 2024 zijn dat de Wetstraat zich aan dit hete hangijzer durft wagen.