zondag, 30 augustus 2020

Mini-encyclopedie van de bedrijfswagen

Geschreven door  Dieter Quartier
Mini-encyclopedie van de bedrijfswagen © Patrick Theunissen
Het Belgische fiscale autolandschap is op zijn minst boeiend te noemen, zeker voor wie zijn voertuig beroepsmatig gebruikt. Deze mini-encyclopedie biedt je een helder overzicht van de voornaamste termen, afkortingen en begrippen, vergezeld van een woordje uitleg.

 

VAA (Voordeel van Alle Aard)

Wie als werknemer van een bedrijf of als zaakvoerder van een vennootschap een bedrijfsauto ter beschikking krijg en deze ook voor privéverplaatsingen mag gebruiken, geniet een zogenaamd Voordeel van Alle Aard (ook wel voordeel in natura genoemd). Daarop moet belasting worden betaald, aangezien het om een soort van verloning gaat. Eenmanszaken zijn niet onderworpen aan deze belasting omdat ze de auto financieren als natuurlijk persoon.

De basis voor de belasting op het VAA wordt voor personenwagens bepaald door een formule die rekening houdt met de fiscale cataloguswaarde van de auto (inclusief alle opties), de CO2-uitstoot, de brandstofsoort en de leeftijd van de auto. 

Woon-werkverplaatsingen worden overigens ook als privé beschouwd. Er is echter een uitzondering: lichte bedrijfsvoertuigen (bestelwagens of pick-ups). Als je daarmee van thuis naar de werf of werkplek pendelt, dan geldt dat als zakelijke verplaatsing. Zodra je je bestelwagen of pick-up echter mee naar huis neemt in het weekend, is er wel sprake van privégebruik. Daar moet je dus belastingen op betalen, die in dit geval echter berekend worden op het werkelijke voordeel. 

Belasting op de verworpen uitgaven

Het gedeelte van de autokosten dat niet fiscaal aftrekbaar is, wordt beschouwd als verworpen uitgaven – en daar moet je als bedrijf belasting op betalen. Kortom: hoe hoger de fiscale aftrekbaarheid, hoge lager de verworpen uitgaven en hoe lager de belasting erop.

BTW (belasting op de toegevoegde waarde)

In principe is de btw op goederen of diensten die voor zakelijke doeleinden worden aangekocht, helemaal recupereerbaar (aftrekbaar) voor btw-plichtigen (dus niet voor vrije beroepen die niet btw-plichtig zijn). Voor lichte bedrijfsvoertuigen (bestelwagens en pick-ups) die louter beroepsmatig worden gebruikt, is de btw inderdaad 100% aftrekbaar, maar zodra er sprake is van privégebruik, liggen de kaarten anders. Bij een personenwagen wordt er sowieso uitgegaan van privégebruik en is er dus een verlaagde btw-aftrek van toepassing.

Bij personenwagens kan maximaal 50% van de btw teruggevorderd worden, maar in de praktijk gaat het voor de meeste btw-plichtigen slechts over 35%. Dat is het forfait dat courant wordt gehanteerd, al kun je ook aan de hand van rittenboeken de verhouding privé-professioneel vastleggen en de btw-aftrek op basis daarvan laten berekenen. Het maximum bedraagt 50%. 

Fiscale aftrekbaarheid

De fiscale aftrekbaarheid van een auto is het percentage waaraan alle voertuiggerelateerde kosten in mindering gebracht kunnen worden van de belastbare basis van de onderneming of de natuurlijke persoon. Het gedeelte niet-aftrekbare kosten zijn de zogenaamde verworpen uitgaven, die belast worden zoals gewone inkomsten.

Tot en met 2019 konden bedrijven de kosten voor hun bedrijfswagens fiscaal in mindering brengen op basis van een aftrekbaarheidstabel die de aftrekpercentages vastlegde tussen 120% en 50%. Voor de eenmanszaken en vrije beroepen was er een vast percentage van 75% van toepassing, behalve voor interesten: die waren voor 100% aftrekbaar.

Zowel de tabel voor vennootschappen als de 75%-regel voor zelfstandigen is sinds 1 januari 2020 voltooid verleden tijd. Vanaf die dag wordt de fiscale aftrekbaarheid van personenwagens volgens een specifieke formule bepaald.

Aftrekbaarheid = 120% – (0,5% x coëfficiënt x CO2/km)

Voor diesel is de coëfficiënt 1.

Voor CNG is de coëfficiënt 0,90 (tot 11 fiscale pk).

Voor alle andere brandstoffen en motorisaties (waaronder plug-inhybrides) is de coëfficiënt 0,95.

Vanaf 141g uitstoot bedraagt de fiscale aftrek automatisch 50%, vanaf 200g zelfs maar 40%. .

Voor elektrische auto’s is de aftrekbaarheid aangepast van 120 naar 100%. Plug-inhybrides zijn een geval apart: er wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘fake’ en ‘echte’ op basis van twee criteria. 

Om als ‘echt’ beschouwd te worden, mogen plug-inhybrides om te beginnen niet meer dan 50 g CO2/km uitstoten. Daarnaast moet ook de energiecapaciteit van de aandrijfbatterij bekeken worden. De verhouding tussen het vermogen van de batterij en het wagengewicht moet minimaal 0,45 kWh per 100 kg bedragen. Als aan beide voorwaarden is voldaan, dan mag de gehomologeerde CO2–uitstoot van de plug-in als referentie genomen worden voor de berekening van de aftrekbaarheid. 

Is de energiecapaciteit echter lager en/of ligt de uitstoot hoger dan 50 g/km, dan moet er gekeken worden naar de CO2-uitstoot van de overeenstemmende ‘gewone’ versie met verbrandingsmotor (waar de plug-in op gebaseerd is). Indien er geen ‘gewone’ versie bestaat, dan moet de CO2 van de plug-in met 2,5 vermenigvuldigd worden.

Euro 6c, Euro 6d-Temp, Euro 6d

Samen met de WLTP deed op 1 september 2017 de Euro 6c-emissienorm zijn intrede. Voldoet je auto aan de Euro 6c-norm, dan is hij dus gehomologeerd volgens de jongste, strengere meetmethode voor verbruik en uitstoot. Intussen zijn we alweer een stap verder: de huidige emissienorm draagt de naam Euro 6d-Temp. Voertuigen die aan deze norm voldoen, hebben een WLTP-homologatie en hebben bovendien een emissietest op de weg doorstaan, RDE genaamd (voor Real Driving Emissions). 

Concreet betekent dit dat hun fijnstof- en stikstofoxide-uitstoot (PM en NOx) op de weg gecontroleerd wordt en vergeleken met de labowaarden gemeten onder WLTP-condities. Er wordt vandaag een bepaalde marge toegepast omdat de meetmethode op de weg niet altijd op dezelfde manier kan verlopen. Die marge heet conformiteitsfactor en voor stikstofoxides (NOx) bedraagt die 2.1. De op de weg gemeten uitstoot mag dus 2,1 maal de maximumwaarde van de Euro 6-norm bedragen.

In een volgende fase wordt deze conformiteitsfactor teruggeschroefd tot 1.43. Voertuigen die hun uitstoot binnen deze marge weten te houden, krijgen een Euro 6d-homologatie en zijn per definitie nog een stuk schoner dan Euro 6b en zeker Euro 5-voertuigen. De huidige diesels zijn dan ook in niets te vergelijken qua uitstoot met hun voorgangers. Onafhankelijke emissietests door Air Alliance en Auto Motor und Sport tonen dat ook aan.

Tabel: introductiedata van de emissienormen

Norm

Voor nieuwe typehomologaties

Voor reeds eerder gehomologeerde types

Euro 6c

1/sep/17

1/sep/18

Euro 6d-Temp

1/sep/17

1/sep/19

Euro 6d

1/jan/20

1/jan/21


Solidariteitsbijdrage (CO2-bijdrage)

Bedrijven die een voertuig (auto of lichte vracht) ter beschikking stellen aan hun personeel dat ook voor privédoeleinden mag worden gebruikt, moeten daarvoor een solidariteitsbijdrage betalen aan de sociale zekerheid. Deze bijdrage is echter niet verschuldigd door zaakvoerders van een vennootschap, net zomin ze van toepassing is voor eenmanszaken en vrije beroepen.

De solidariteitsbijdrage wordt berekend op basis van de CO2-uitstoot en de brandstofsoort van de auto. De minimumbijdrage wordt elk jaar aangepast en is voor 2020 vastgelegd op €27,24 per maand.

Formule:

Benzine

Indien CO2 gekend: [(CO2-uitstoot x € 9) - 768] : 12 x 1,3078

Diesel

Indien CO2 gekend: [(CO2-uitstoot x € 9) - 600] : 12 x 1,3078

LPG/CNG

[(CO2-uitstoot x € 9) - 990] : 12 x 1,3078

Elektrische auto’s

€ 27,24 per maand (= minimumbijdrage) 

WLTP (Worldwide harmonized Light-duty vehicles Test Procedure)

Tot voor kort waren de officiële verbruikswaarden en CO2-uitstootcijfers van een auto gebaseerd op de voorbijgestreefde NEDC (New European Driving Cycle), die uit de jaren 80 stamt. De voorbije decennia zijn zowel technologie als gebruiksomstandigheden sterk geëvolueerd, met als gevolg dat de NEDC bijzonder onrealistische cijfers opleverde. Vandaar de introductie in 2017 van de WLTP, een acroniem dat staat voor Worldwide harmonized Light-duty vehicles Test Procedure. Deze nieuwe homologatiemethode is nog steeds een laboratoriumtest – een wegtest brengt immers te veel variabelen met zich mee – maar de WLTP gaat gepaard met hogere gemiddelde en maximale snelheden, realistischere buitentemperaturen, snellere acceleraties en een grotere testafstand.




NEDC

WLTP

Testcyclus

Enkelvoudig

Dynamische cyclus die nauwer aansluit bij de werkelijkheid

Cyclusduur 

 20 minuten

30 minuten

Cyclusafstand

11 kilometer

23,25 kilometer

Rijfases

2 fases, 66% stedelijk en 34% buitenstedelijk

4 dynamischere fases, 52% stedelijk en 48% buitenstedelijk

Gemiddelde snelheid

34 km/h

46.5 km/h

Maximumsnelheid

120 km/h

131 km/h

Invloed van optionele uitrusting

Impact op CO2 en verbruik niet gemeten

Bijkomende uitrusting (die kan verschillen per auto) wordt in rekening gebracht

Schakelpunten

Op vaste momenten

Verschillend voor elk voertuig afzonderlijk

Testtemperaturen

20-30°C

 23°C, CO2-waarden worden gecorrigeerd naar 14°C

De WLTP houdt bovendien ook rekening met de invloed op het verbruik en de CO2-uitstoot van optionele uitrusting, zoals grotere banden, een trekhaak, een glazen schuifdak, spoilers, bijkomende stoelen, enzovoort. 

Het voordeel van de WLTP is dat de officiële verbruikscijfers minder afwijken van de werkelijkheid. Het nadeel is dat de CO2-uitstoot zo’n 20 tot 30% hoger ligt dan bij de NEDC-methode. Dat blijft natuurlijk niet zonder fiscale impact. Om die op te vangen wordt de CO2-uitstoot gemeten volgens de WLTP voorlopig teruggerekend naar een ‘virtuele’ NEDC-waarde, die dan als belastingbasis geldt. Deze ‘NEDC 2.0’- waarde blijft in België minstens tot eind 2020 van toepassing, zowel voor de BIV en verkeersbelasting als voor de berekening van de fiscale aftrekbaarheid, het Voordeel van Alle Aard en de solidariteitsbijdrage.

Contact

YesYes BV
Veenstraat 10
B-3630 Maasmechelen

BTW: BE 0883 567 853

© Copyright autonieuws.be 2018 - Disclaimer & Privacy