Na bij zijn lancering in 2001 gewoon een uitgerekte Volkswagen Passat met Skoda-naamplaatje geweest te zijn, is de huidige, derde generatie, die in 2015 gelanceerd werd heel wat meer dan een aangepaste Passat. Ja, hij deelt zijn techniek met die laatste, maar heeft een volledig eigen karakter, stijl en ontwerp.

Het eerste waar Skoda’s Superb doorgaans mee geassocieerd wordt is zijn binnenruimte. Die is, dankzij het moduleerbare MQB-platform van de VW-groep namelijk gigantisch. De wielbasis van deze break meet 2.841 mm, wat 80 mm meer is dan bij zijn voorganger, en komt volledig de inzittenden ten goede. Geen enkele auto, op misschien een verlengde Mercedes S-Klasse na, biedt zo veel beenruimte achterin. Zelfs twee meter lange jongelui zitten er languit uitgestrekt en in alle comfort. Tel daarbij een enorme koffer die met de achterbank rechtop al niet minder dan 660 liter kan bevatten en wanneer die neergeklapt is maar liefst 1.950 liter inhoud heeft, en je weet dat dit dé ideale gezins- en reisauto zou kunnen zijn. 


Kunnen zijn, want om die status op te eisen moet je wel wat meer in huis hebben. De Tsjechen doen daar bij deze Superb hard hun best voor. Zo was geen slogan ooit beter gekozen dan deze van Skoda: Simply Clever. De Superb zit, zoals de meeste Skoda’s, propvol handige vondsten. Zo vind je in elk van de twee voordeuren een paraplu (die we met plezier hebben gebruikt tijdens de uitgeregende testperiode), zijn er talloze bevestigingshaken in de koffer die ook een dubbele vloer heeft, vind je een ijskrabber achter het tankklepje, zijn centraal achterin een 220 Volt-stopcontact én een dubbele USB-poort voorzien, naast een digitaal klokje en de weergave van de buitentemperatuur, en ga zo maar door. Bovendien werkt de automatische “Virtual Pedal”-opening van de koffer, door met je voet onder de bumper te bewegen, bij Skoda wel elke keer foutloos, in tegenstelling tot bij een aantal veel prestigieuzere concurrenten.


Gelukkig is zijn lijn ondanks de enorme wielbasis elegant, doordat Skoda de overhang vooraan beperkt hield, de auto vijf centimeter breder maakte en voor een dynamische achterzijde zorgde, met een sterk hellende achterruit. Het rijcomfort is conform wat we van een dergelijke reisbreak verwachtten. Zeker met de optie Dynamic Chassis Control (€ 910,-) is de Superb een aangename gezel die het comfort bevoordeelt en niet zozeer snedig dan wel voorspelbaar is, terwijl de voorwielen de 340 Nm en 150 pk van de tweeliter diesel zonder veel drama op de weg zetten.

Die diesel stoot officieel 117 g CO2 per kilometer uit, en maakt een top van 209 km/h mogelijk terwijl 9,3 seconden zouden volstaan om de honderd te halen. In onze handen verbruikte hij 6,5 l/100 km en stelde hij niet teleur qua prestaties. Hij trekt vlot op, herneemt zonder morren en geeft nooit de indruk onvoldoende power in huis te hebben. Een raket is het natuurlijk niet, maar voor wie extra peper wil is dezelfde tweeliter ook met 190 pk te bestellen. Wanneer je hem in de winter start hoor je hem even draaien zolang hij koud staat, maar daarna is hij mooi discreet. 

"Voor € 1.660,- meer dan de handgeschakelde versie kan je de Superb ook met de zeventraps DSG-automaat bestellen. Een aanrader, die zijn deugdelijkheid al ruimschoots heeft bewezen."

We testten de Superb Combi in Sportline-uitvoering. Die is –de naam verraadt het natuurlijk al- een stuk sportiever aangekleed dan de andere versies, met een donkere grille, Sportline-naamplaatjes, zwarte spiegelkappen en een spoiler achteraan, een sportonderstel en Sport-comfortzetels vooraan. De rugleuning ervan is uit één stuk opgebouwd, waardoor de geïntegreerde hoofdsteun niet verstelbaar is. Voor ons zat die dan ook wat te ver naar achteren, maar voor het overige zitten die sportstoelen wel goed en is de rijhouding achter het driespakige sportstuurwiel van de Sportline vrij van kritiek.


Een aanrader in de optielijst is het met € 575,- erg betaalbare Canton-hifisysteem dat heel wat veel duurdere soortgenoten bij andere merken moeiteloos het nakijken geeft. Skoda biedt voor € 900,- bovenop de basisprijs van de Sportline het Columbus infotainment- en navigatiesysteem. Die optie is verplicht te combineren met de Comforttelefonie-optie inclusief draadloos laden van € 460,-. Het infotainmentsysteem is modern en gebruiksvriendelijk en kreeg mooie graphics mee, terwijl de blikvanger voorin ongetwijfeld het Digital Instrument Panel (€ 580,-) is. Dat is het volledig digitale dashboard dat we – in navolging van Audi’s Virtual Cockpit – nu bij zo goed als alle merken uit de Volkswagen-stal kunnen bestellen en er hier knap en overzichtelijk uitziet, hoewel ook hier de Google Maps-foto’s van bij Audi ontbreken en enkel kaarten getoond worden. 

Om helemaal perfect te zijn moet ook een auto ook punten scoren met zijn prijs. Nu is een basisprijs van € 44.465,- voor een Superb Combi 2.0 TDI 150 DSG7 Sportline geen weggevertje, en onze testwagen had, opties inclusief, een prijskaartje van € 49.500,-. Dat is veel geld in absolute cijfers, maar blijft toch nog verantwoord als je kijkt naar de gebruikte materialen en technologieën en wat je voor je geld krijgt.

Als gezins- of bedrijfswagen is dit een opmerkelijk goede auto. Extreem ruim, goed uitgerust en afgewerkt, aangenaam rijdend en zuinig met diesel. Het ontbreekt hem misschien wat aan imago, veel fantasie kwam er bij zijn ontwerp niet aan te pas, en zijn kostenplaatje is niet meer dat van een prijsbreker, maar praktischer en rationeler vind je auto’s vandaag niet, en dat is een verdienste waar Skoda trots op mag zijn.