De komst van de vijfde MINI-generatie is voor het Brits-Duitse merk even belangrijk als de Neue Klasse die moedermerk volgend jaar introduceert voor BMW is: het begin van een nieuw tijdperk. Met nieuwe generaties van de Countryman en de Cooper en de allereerste Aceman schakelt MINI een versnelling hoger en heeft het eindelijk recht op de broodnodige nieuwe modellen waar de verkopers van het merk al zo lang naar smachtten. Wij reden in de buurt van Barcelona met de nieuwe driedeurs Cooper SE, de krachtigste van twee elektrovarianten.
Voor de looks van de nieuwe MINI-generatie grepen de designers terug naar de ‘Charismatic Simplicity’-designtaal van het merk, waarbij de korte overhangen, de typische ronde koplampen en het karakteristieke radiatorrooster (of beter, de afdekplaat waar bij auto’s met een benzine- of dieselmotor een radiatorrooster zit) nog steeds doen denken aan de oer-Mini uit 1959. Voor het overige is het koetswerk erg gelikt, zonder wielkastverbreders, met verzonken deurklinken, weinig vouwen en plooien en veel gladde, aerodynamische oppervlakken. Alle chroomaccenten verdwenen maar in de plaats werden de metalen accenten gelegd door lijsten in ‘vibrant silver’ dat niet glimt. Voor zowel de koplampen als de achterlichten voorziet MINI (naargelang de uitvoering) verschillende lichtdesigns om de eigenaar toe te laten zijn MINI verder te personaliseren. Binnenin grepen de ontwerpers opnieuw terug naar de oer-Mini, door te werken met een visueel geheel van een rond stuurwiel en een centrale, ronde tellerpartij (die hier bestaat uit een makkelijk te bedienen OLED-scherm met een diameter van 24 centimeter) en eronder een ‘toggle bar’ met tuimelschakelaars.
Voor het interieur stelt MINI vier verschillende ‘trims’ voor. De Essential, Classic, Favoured en John Cooper Works-trims voegen elk andere accenten toe door een verschil in interieurbekleding en sfeer en andere designelementen aan de buitenzijde. Wat ons bijzonder beviel was het gebruik van (gerecycleerde) stoffen voor de bekleding van de deuren vooraan en het dashboard en de derde ‘spaak’ van het stuurwiel. In plaats van de harde plastics in de meeste auto’s geeft dat textiel het interieur een gezellige en kwalitatieve indruk. We zouden wel voor een van de meer kleurrijke afwerkingen gaan, want gewoon zwart is maar zwart. Fijn detail zijn ook de lichtprojecties op dat dashboard die naargelang de gekozen rijmodus of zelfs op basis van de kleuren van een door de bestuurder geüploade foto kunnen veranderen.
Het is kortom fijn vertoeven in het interieur van de nieuwe Cooper, waar de stoelen voldoende steun bieden en (voorin) ook genoeg ruimte beschikbaar is. De rijhouding is zoals het hoort maar in het begin valt wel op dat de voorruit erg rechtop staat en smal is, zoals steeds bij MINI. Er is een (optioneel) head-updisplay, maar dat zit op een glazen plaatje dat uit het dashboard komt en wordt niet in de voorruit geprojecteerd. Er is een centrale armsteun voorin, maar die werd gemonteerd op de bestuurderszetel en is dus duidelijk enkel voor hem of haar bestemd. De passagier zal het ofwel zonder moeten stellen of moet zijn linkerarm verder naar links verplaatsen. Een klassieke armsteun in het midden is toch handiger.
Hoe leuk de vorige elektrische MINI ook reed, hij kampte met een kanjer van een handicap in de vorm van een veel te kleine accu en een rijbereik dat de praktische bruikbaarheid van de auto erg beperkte en hem tot een bestaan in de marge veroordeelde. Voor de nieuwe MINI Cooper deed het merk daar wat aan en voorzag het de “E”-variant van een bruto 40,7 en netto 36,6 kWh grote accu en de door ons geteste “SE” van een met 54,2 kWh bruto en 49,2 kWh netto een stuk groter exemplaar. Daarmee zou de E tot 305 WLTP-kilometers ver raken en de SE tot 402. Dat plaatst vooral de SE in een andere categorie: die van de effectief dagelijks bruikbare elektroauto’s.
De krachtcentrale van de SE is een 160 kW of 218 pk en 330 Nm sterke elektromotor die de voorwielen aandrijft. Daarmee moet hij in 6,7 seconden de honderd halen en kan je doortrekken tot 170 km/h. De E doet het met een exemplaar van 135 kW of 184 pk en 290 Nm en sprint over dezelfde afstand 7,4 seconden maar stopt bij 160 km/h met accelereren. Met driefasen-wisselstroom kunnen beide accu’s aan 11 kW laden, DC-laden kan aan 75 kW voor de E en 95 kW voor de SE. Die snellaadvermogens zijn allesbehalve indrukwekkend maar door de relatief kleine accu’s betekent dat wel dat je ze in ideale omstandigheden van 10 tot 80 procent kan bijladen in respectievelijk 30 en 28 minuten.
We hebben de Cooper SE gedurende twee lange ritten van samen vier uur uitgebreid aan de tand gevoeld op een combinatie van (een beetje) snelwegen, (wat meer) gewestwegen en (veel) bergwegen en kwamen na de nodige stukken met volgas en een zoals dat heet ‘geïnspireerde’ rijstijl bij temperaturen van rond de 22 graden uit op een gemiddeld verbruik van 17,8 kWh/100 km. Afgezet tegenover de bruikbare accucapaciteit van 49,2 kWh netto betekent dat voor de SE dus een effectief rijbereik van 276 kilometer. Toegegeven, indrukwekkend is dat niet, maar in de praktijk maakt dat er wel een bruikbare auto van.
We reden nog niet met de Cooper E, maar met diens kleinere batterij van 36,6 kWh netto – en uitgaand van hetzelfde gemiddelde verbruik – zou die variant 205 kilometer ver raken. Dat lijkt ons nog altijd (veel) te weinig, tenzij je enkel rond de kerktoren rijdt.
Ondanks het aanzienlijke leeggewicht van 1.605 tot 1.680 kg voor de SE (1.540 tot 1.615 kg voor de Cooper E met de kleinere accu), dat je soms voelt in de bochten, slaagde MINI er toch in om ook de nieuwe Cooper – die een grotere spoorbreedte en wielbasis heeft - het typische rijgevoel van een MINI te geven. Zelf noemt het merk dat een “go kart”-gevoel, waar het lage zwaartepunt van de elektrovarianten mee toe bijdraagt. Positief bekeken duidt dat go kart-gevoel op het nodige stuurplezier, negatief bekeken valt wel op dat hij -zoals een go-kart- hard opgehangen is. Dat bleek nodig om de koets van deze zware elektro-MINI onder controle te houden en niet te laten overhellen. Op de Catalaanse bergwegen stoorde de harde ophanging absoluut niet, maar het valt te vrezen dat dat ze op onze Belgische, allesbehalve biljartvlakke, wegen, nogal stug dreigt te zijn.
Het stroompedaal vloeren gaat gepaard met een flinke, maar niet indrukwekkende acceleratie en in snel genomen bochten, zelfs met het stroompedaal gevloerd, verliest de vooras geen grip en stuurt hij strak, al voel je wel wat koppelreacties in het stuurwiel dat naar onze mening wat te dik is maar gelukkig ook heel wat feedback geeft. Hoe dan ook ziet het ernaar uit dat dit chassis meer aankan dan 160 kW of 218 pk en een toekomstige elektrische JCW-variant met meer dan 220 kW (300 pk) moeiteloos zal weten te ondersteunen.
De stilte aan boord is opmerkelijk, met bij hogere (snelweg-)snelheden wel wat windgeruis rond de spiegels, maar wie die stilte liever niet laat overheersen kan ofwel de volumeknop van het Harman Kardon-soundsystem (optie) opendraaien, ofwel kiezen voor een van “MINI Experience Modes”. Dat zijn naargelang de gekozen uitrusting tot zeven verschillende modi, makkelijk te selecteren via een kantelschakelaar in de zogenaamde ‘toggle bar’, waarbij de hele sfeer in de auto wordt aangepast, met andere kleuren voor de ledverlichting en de displays, een ander karakter voor de aandrijving en – ze zijn er erg trots op bij MINI – specifieke geluiden die het elektrisch rijden wat meer geanimeerd moeten maken.
Ons viel vooral het felle artificiële elektrische motorgeluid in de Go Kart-modus op. Daarbij lijkt het volume als in een dopplereffect toe te nemen wanneer je het stroompedaal dieper indrukt en leidt het plots loslaten van dat pedaal tot een digitaal equivalent van knalletjes in de uitlaat. Leuke auditieve toevoegingen die je – gelukkig – ook kunt uitschakelen als je ze beu wordt.
Hoewel de MINI Cooper bij elke generatie aan centimeters wint, blijft ook de nieuwe driedeurs met zijn totale lengte van 3.858 mm onder de vier meter en is dit ook nu weer een strikte vierzitter met een breedte van 1.756 mm.
Wie met de MINI op vakantie wil kan beter de achterbank neerklappen, want het koffertje is zoals de merknaam aangeeft ronduit mini met een inhoud van niet meer dan 210 liter, uitbreidbaar tot 800 liter door de achterbank in een 60:40-verhouding om te klappen. Voor drie inzittenden is het binnenin ruim genoeg, tenminste wanneer de derde inzittende rechts achterin plaatsneemt en de passagier voorin inschikkelijk is en zijn stoel ver genoeg naar voren schuift. Je moet er dan wel rekening mee houden dat de in- en vooral de uitstap naar de achterbank niet evident zijn. Achter de bestuurder zitten is enkel geschikt voor wie echt korte beentjes heeft, of wanneer de bestuurder het leuk vindt om tegen zijn stuur geplakt te zitten. Ook de hoofdruimte achterin is beperkt voor wie meer dan 1m80 groot is, maar al bij al zijn dat geen verrassingen. Wie meer plaats wil in een MINI kiest beter voor de net wat grotere nieuwe Aceman of de veel grotere Countryman.
De elektrische MINI Cooper is geen ruimtewonder, maar evenmin een koopje. In Essential Trim staat de Cooper E met de kleine accu in de catalogus voor € 34.500, de SE met de grote accu en de extra pk’s komt in Essential Trim op minimaal € 38.500 uit. Kiezen voor de leukere aankleding van de Classic, Favoured of John Cooper Works-trims komt in het slechtste geval (Cooper SE John Cooper Works Trim) uit op € 47.410. Dat zijn stevige prijzen voor een auto die ondanks zijn kwaliteiten een erg kleine koffer heeft en achterin niet al te veel ruimte biedt. Maar je koopt er wel een premiumproduct voor dat het nodige rijplezier biedt en – zeker als je voor een van de felle kleuren en een dak in een contrasterende kleur opteert – de nodige sympathie opwekt door zijn looks.
Na onze testritten met de MINI Cooper SE zijn we overtuigd van de capaciteiten van deze elektrische MINI en kunnen we bevestigen dat hij zijn naam eer aandoet als het gaat om rijplezier en stuurgevoel. Hij kan zijn hoge gewicht natuurlijk niet helemaal verbergen en torst – zeker met de nodige uitrusting – een flink prijskaartje, maar zit vol leuke oplossingen en betekent voor MINI eindelijk de echte intrede in de wereld van de elektrische mobiliteit, met een nu (net) aanvaardbare elektrische autonomie.
MINI-rijplezier
Verzorgd design
Interieur
Minikoffer
Plaats op de achterbank
Rijbereik nog altijd nipt
Leaseprijs 48 maanden / 100.000 km: € 637,21 excl. btw
TCO 48 maanden / 100.000 km: € 645,10 Autonieuws_TCO_MINI_Cooper_SE_2024.pdf
Hoe wordt de leaseprijs berekend?
De maandelijkse leaseprijs wordt aangeleverd door Athlon en is gebaseerd op een standaardvoertuig waarop de standaard fleetkorting is toegepast. Het betreft een operationele leasing voor 4 jaar en 100.000 km, inclusief onderhoud, verzekering en een set winterbanden. Het betreft geen bindend aanbod.
Hoe berekent Autonieuws de TCO?
Om een totaalbeeld van de kosten te krijgen (TCO, voor total cost of ownership), moet je verder kijken dan de leaseprijs. Onze berekening van de TCO is gemaakt met de Car Cost Advisor van Eurofleet Consult, dé marktreferentie in België en Frankrijk voor TCO-berekeningen op maat van de gebruiker. We houden rekening met de fiscale aftrekbaarheid, 65% niet-terugvorderbare btw, de solidariteitsbijdrage, het brandstofverbruik volgens de door de constructeur opgegeven cijfers (WLTP) en de belasting op de verworpen uitgaven. We gaan hierbij uit van de situatie van een werknemer van een vennootschap die aan de normale vennootschapsbelastingstarieven belast wordt. Het gaat in deze berekening om de zogenaamde TCO na belastingen (TCO 3 volgens de nieuwe nomenclatuur).
Is deze auto interessant voor mij als zelfstandige?
Wens je advies bij de aankoop van je bedrijfswagen en wil je weten wat de beste keuze is in jouw situatie? Twijfel je tussen een diesel, benzine, hybride of elektrische auto? Wil je het volledige plaatje zien inclusief de fiscale aspecten en foute keuzes vermijden? Neem dan contact op met Car-Matchers.be voor onafhankelijk, betaalbaar en helder advies.
YesYes BV
Veenstraat 10
B-3630 Maasmechelen
BTW: BE 0883 567 853