De eerste elektrische Jeep is een halve Fransman zonder terreinambities die in Jeeps moederland nooit op de markt zal komen. Is dit dan een halfbakken auto? Zeker niet. We waren namelijk aangenaam verrast door de European Car of the Year…

De gemiddelde Amerikaan zit niet te wachten op een op de voorwielen aangedreven stads-SUV met elektromotor. Ook niet wanneer die er leuk uitziet, een Jeep-badge draagt en met het typische, zevendelige radiatorrooster uitpakt. Gelukkig is dat ook helemaal niet de bedoeling. Jeep ontwierp de Avenger namelijk voor de Europese markt en daar kan hij ongetwijfeld de nodige potten breken met zijn bijzonder geslaagde look en dito rijprestaties. Dat vond ook de internationale jury van de European Car of the Year die de nieuwe Avenger in januari van dit jaar op de Brussels Motor Show verkoos tot auto van het jaar. Nu we er ook zelf mee reden weten we waarom ze dat deden. 

Eerste van een hele reeks 

De Avenger is de eerste, maar zeker niet de laatste elektrische Jeep. Stellantis, het concern waar Jeep, net als onder meer DS, Citroën, Opel, Peugeot en Fiat toe behoort, wil tegen eind 2025 niet minder dan vier elektrische Jeep-modellen op de markt hebben. Na de Avenger volgen de wat grotere Recon, de enorme Wagoneer en een model waarover nog niets geweten is. In 2030 moet Jeep uiteindelijk een volledig elektrisch merk geworden zijn in Europa. 

Hoewel hij niet zo klein oogt is de Avenger niet meer dan 4,08 meter lang en vindt hij zo een plaats in het B-segment van de compacte stads-SUV’s, naast de DS 3 E-Tense, de Peugeot E-2008 en de Opel Mokka Electric, zijn technisch zo goed als identieke broers uit het Stellantis-arsenaal. Ook de elektrische Hyundai Kona en de MG ZS zijn concurrenten. De gevaarlijkste tegenstrever lijkt echter de op het eerste gezicht bijzonder geslaagde Volvo EX30 te worden, die voor een vergelijkbaar budget in het premiumsegment opereert maar waar we nog niet mee konden rijden.  

De looks van de Avenger zijn bijzonder geslaagd te noemen, met de typische grille met zeven onderverdelingen die hier vanzelfsprekend gesloten is (omdat een elektrische auto niet zo veel koeling nodig heeft) en de hoekige vorm en plastic beschermdelen voor het koetswerk die ook de andere Jeeps kenmerken.  

Eerst alleen elektrisch 

Hoewel de in Polen gebouwde Avenger in Italië en Spanje al langer met een benzinemotor werd aangeboden was hij bij ons eerst alleen in volledig elektrische versie te koop. Vandaag is echter ook een 100 pk-sterke benzinevariant met een cilinderinhoud van 1,2 liter verkrijgbaar met een basisprijs vanaf € 27.000. Ons interesseert echter de elektrische variant. Die brengt op technologisch vlak weinig verrassingen met zich mee. Zo staat hij op hetzelfde e-CMP2-platform als zijn elektrische Stellantis-broers- en zussen en deelt hij er ook de 115 kW (156 pk) en 260 Nm sterke elektromotor en de netto 51 kWh (bruto 54 kWh) grote lithium-ionaccu mee. Standaard voorziet Jeep een warmtepomp om bij koude of warme temperaturen zuiniger te zijn. 

Qua prestaties is er een aanzienlijk verschil tussen de via een druk op een knop op de middenconsole te selecteren rijmodi. In Sport-modus geeft de e-motor al zijn vermogen en koppel vrij en trekt hij vlot op. Volgas raakt hij dan in 9 seconden rond op naar de honderd en houdt hij het bij 150 km/h voor bekeken. In de Normal-stand gaan daar echter wat pk’s af en houdt hij het bij 108 pk en 220 Nm, maar is hij ook wat zuiniger. In de ECO-setting blijft er nog maar 81 pk en 180 Nm aan vermogen beschikbaar. Door het stroompedaal alsnog te vloeren wordt die begrenzing gelukkig wel opgeheven wanneer het even onverwacht toch sneller moet gaan. In de praktijk voldeed de Normal-stand voor zo goed als alle trajecten en is het enkel wanneer we bewust wat meer wilden “spelen”, dat de Sport-stand werd gebruikt. 

Zuinige jongen 

In onze handen en in zomerse omstandigheden verbruikte de Avenger precies 15,7 kWh/100 km over een testafstand van 731 kilometer. Hoewel Jeep 400 kilometer belooft gaf ons gemiddelde hem een echt rijbereik van 320 kilometer, water hoe dan ook een echt dagelijks bruikbare EV van maakt. Snelladen kan aan 100 kW met gelijkstroom, thuis of aan gewone openbare laadpalen kan hij 11 kW binnentrekken. Dat volstaat om de accu van 51 kWh netto volledig te vullen in ongeveer vijf en een half uur. Een klassieke laadkabel voor een wallbox is standaard, jammer genoeg vraagt Jeep € 443 extra voor een laadkabel voor het stopcontact. 

In eerste instantie is de Avenger er alleen als voorwielaandrijver maar het is zeker niet uitgesloten dat Jeep er ook een op de vier wielen aangedreven variant van zal aanbieden. Opdat het terrein-DNA niet helemaal zou ontbreken gaf Jeep hem naast de ECO-, Normal- en Sport-modi ook een Sand-, Snow- en Mud-modus, maar die maken er ondanks de met 20 centimeter wat grotere bodemvrijheid dan bij zijn rechtstreekse collega’s zeker geen terreinwagen van, wat ook niet kan met alleen voorwielaandrijving. 

Veel opbergvakken, minder ruim achterin 

Het is makkelijk instappen en de bestuurder en de passagier voorin zitten ook goed en hebben meer dan genoeg ruimte. Voorin is er ook geen gebrek aan opbergvakken allerhande, met een diep en handig exemplaar vooraan in de centrale console, waar geen (plaatsrovende) versnellingspook meer zit, maar een horizontale reeks knoppen om de auto in Park, Reverse, Drive of Neutral te zetten.  

Achterin is het allemaal wat krapper en verraadt de Avenger zijn beperkte afmetingen en met 2,56 meter vrij korte wielbasis. De beenruimte houdt niet over voor grotere volwassenen, al is een beetje inschikkelijkheid van de twee inzittenden voorin genoeg om het er alsnog een tijdje vol te houden. Aan hoofdruimte is er achterin dan weer geen gebrek. Jammer genoeg zijn er geen bergvakken in de deuren en is de achterbank niet verschuifbaar om meer ruimte te creëren. De koffer is met minimum 355 liter voldoende groot voor het segment.  

Degelijk infotainment, harde plastics 

Het digitale dashboard is goed afleesbaar en aangenaam om naar te kijken en het horizontaal opgestelde infotainmentscherm van 10,25 duim is gebruiksvriendelijk en maakt een eenvoudige – handenvrije – connectie met Apple CarPlay en Android Auto mogelijk. Dat het navigatiesysteem nooit standaard is, is minder vervelend dan het lijkt, want zeer veel bestuurders verkiezen toch Google Maps of Waze en maken dan ook weinig of geen gebruik van het af-fabriek gemonteerde systeem.  

Het is wel jammer dat Jeep slechts één zone gebruikt voor de automatische airco, dat haakjes voor je jas of kapstok achterin ontbreken en dat er in het interieur overdadig veel gebruik gemaakt wordt van harde en goedkoop aanvoelende plastics. Ook de rijstrookhulp is een minpunt. Die trekt te pas en te onpas aan het stuur en is ronduit hinderlijk. Gelukkig is hij snel uit te schakelen via het centrale scherm, maar jammer genoeg moet je dat na elke herstart wel opnieuw doen. Een ander minpuntje, dat we ook al vaststelden bij de DS3 E-Tense die van exact dezelfde technologie gebruikmaakt, is het feit dat de handenvrije instapfunctie soms eens wel en dan weer niet functioneert, waardoor je vaker dan je wil alsnog de sleutel uit je zak moet halen om de deuren te ontgrendelen. 

Comfortabel rijden 

Het rijcomfort is verzorgd, met een afdoende demping en een goede filtering, weinig rolneigingen en een voorspelbaar weggedrag. Het stuur ligt bovendien goed in de hand en ziet er ook leuk uit. Daarnaast is de Avenger met dank aan de elektrische aandrijflijn voorbeeldig stil. Ideaal dus voor een auto voor elke dag. De regeneratiemogelijkheden blijven jammer genoeg wel strikt beperkt tot een “Brake”-modus (te selecteren door een tweede druk op de “D”-knop) die wat meer vertragingsenergie gebruikt en de auto lichtjes afremt, maar van one pedal-driving is hoegenaamd geen sprake. Dat is toch wat een gemiste kans. 

De juiste prijs 

Het probleem van de meeste elektrische auto’s is hun aankoopprijs. De kekke Avenger is hier geen uitzondering. Met een basisbedrag van € 38.500 blijft dit een dure jongen gezien zijn afmetingen en segment, maar hij is daarmee niet duurder dan zijn rechtstreekse concurrenten uit de eigen stal. Er zijn vier versies, waarvan de Summit-topvariant zeer goed uitgerust is maar ook € 43.500 moet opbrengen. Zoals we ook al schreven bij onze test van de Citroën ë-C4 X  kampt Stellantis met zijn prijspositionering echter met een probleem. De technologisch hoogstaandere Tesla Model 3 is vandaag namelijk voor € 45.970 te koop en biedt voor € 2.500 meer dan de Avenger Summit 491 kilometer rijbereik en veel fellere prestaties. Maar goed, die auto is groter en niet rechtstreeks vergelijkbaar. De nieuwe, wat grotere Volvo EX30 is dat wel, en staat met zijn 49 kWh-accu en Single Motor met 344 kilometer rijbereik en 272 pk (!) vanaf € 38.990 in de prijslijst. Dat is maar € 490 meer dan de basisversie van de Avenger. We kunnen maar hopen dat Jeep korting geeft…

We waren aangenaam verrast door de Jeep Avenger. De auto ziet er leuk uit, is comfortabel en vlot, is ook zuinig met energie en zeker voorin ruim genoeg. Zijn harde kunststoffen en mindere details worden gecompenseerd door zijn charme. De prijszetting is echter ambitieus en de concurrentie fel.