BMW lanceert een nieuwe X3, de vierde generatie al van wat ondertussen het populairste model uit de grote en vooral dikke catalogus is geworden. De Duitse constructeur zegt de auto over zowat de hele lijn te hebben verbeterd, een eerste test moest ook Autonieuws daarvan overtuigen.
De eerste X3 kwam in 2003 uit, als een soort kleine broer van de zo’n vier jaar eerder gelanceerde X5. De X3 was logischerwijze wat goedkoper en door zijn compactere afmetingen ook iets geschikter voor gebruik in en rond de stad, zeker in Europa werd hij dan ook snel populairder dan de X5. Met elke generatie groeide de auto wel een beetje, zo is het recentste model met een lengte van 4.755 millimeter zelfs al een stuk langer dan de eerste X5 uit 1999. Kwestie van eronder plaats te maken voor evengoed alsmaar grotere wordende X1- en X2-modellen, zo gaan zo’n dingen haast altijd in autoland.
In het aanbod van de nieuwe X3 is er geen spoor meer van de elektrische i-variant. Het oude model blijft nog wel eventjes leverbaar, tot het volgend jaar wordt vervangen door een van de eerste telgen van de Neue Klasse. De X3-catalogus telt natuurlijk wel elektrisch geassisteerde benzinemotoren en zelfs nog krachtbronnen op diesel, daar houden de Duitsers toch ook nog even aan vast.
De stijlbreuk met de vorige generatie is misschien wel net iets groter dan we van BMW gewoon zijn. De ook weer wat aerodynamischere X3 oogt zowaar wat hipper, de designers laten hem visueel dan ook enigszins aansluiten bij de kleinere X1 en tegelijk zelfs de grotere iX en XM. Het radiatorrooster is wel weer behoorlijk groot en komt nu met een combinatie van verticale en schuine ‘strepen’, je kan het ook krijgen met een Iconic Glow gedoopte contourverlichting. Na de auto wat langer in profiel te hebben bestudeerd, valt ook op dat de cockpit naar achteren is opgeschoven.
Er zijn in de flanken maar weinig scherpe of andere lijnen en zelfs de wielkasten zijn zowaar wat ‘afgeplat’, het zorgt voor het soort sobere elegantie dat we wel kunnen pruimen. Vanuit gelijk welke hoek je de auto bekijkt, qua proporties zit het eigenlijk wel allemaal goed. Misschien is dat ook wel wat te danken aan het, altijd in vergelijking met het vorige model, wat bredere spoor én het zo’n 2,5 centimeter verlaagde dak. Bestel de X3 dan ook nog met velgen van 19, 20 of 21 duim, in plaats van de standaard voorziene exemplaren van 18 duim, en het feest is compleet.
Dat is het zeker ook in het interieur. Het komt voorin met een combinatie van de inmiddels welbekende Curved Display met twee tegen elkaar ‘geplakte’ schermen van 12,3 en 14,9 duim en de Interaction Bar uit onder meer de grotere en volledig elektrisch aangedreven iX. Er is ook nogal wat dezer dagen blijkbaar onmisbaar geworden sfeerverlichting en er zijn ook fraaie kristalachtige accenten, maar (veel) belangrijker is natuurlijk nog altijd het gebruiksgemak van de bedieningen.
Een en ander lukt met de stem of met je wijsvinger op het aanraakscherm. Tussen de (voor)stoelen zijn er gelukkig ook nog wel wat klassiekere toetsen met een dan wel niet altijd even precieze haptische bediening en een grote iDrive-druk- en draaiknop met QuickSelect voor het op het BMW Operating System draaiende infotainment van alweer een nieuwe en dus nog meer mogelijkheden biedende negende generatie. Die heet logischerwijze 0S9, voor diverse ‘extra’ snufjes moet natuurlijk ook weer worden bijbetaald. De Live Cockpit Plus met Maps-navigatie is wel standaard, met de tegen meerprijs verkrijgbare Professional-versie komt er onder meer een head-up display bij.
Zoals voor zowat gelijk welke (moderne) auto vraagt het wel wat tijd voor je alle mogelijkheden vindt en leert gebruiken, maar we hebben bij andere merken al modellen ontdekt waarin dat nog een pak complexer is dan in deze BMW. De bediening van de voor alle varianten standaard voorziene achttrapsautomaat en dus ook de keuze van de S-of voluit sportstand gebeurt via een compacte tuimelschakelaar, dat staat netjes en neemt natuurlijk ook minder plaats in.
Over plaats gesproken, het is zowel voor- als achterin comfortabel zitten. Dat mag natuurlijk ook wel in een alweer wat groter geworden en nu dus al meer dan 4,7 meter lange SUV. In de ook iets langere en bredere koffer gaat het qua laadvolume van 570 tot 1.700 liter (460 tot 1.600 in het PHEV-model), dat is ook meer dan keurig. Je mag, om het functionele hoofdstuk af te ronden, met de ter zake meest bekwame varianten ook tot 2,5 ton trekken. Je moet dan wel de (optionele) wegklapbare trekhaak op de bestelbon laten vermelden.
Echt gierig gaan we ze bij BMW echter niet meer noemen, de elektrisch verstelbare sportzetels met verwarming voorin, de automatische airco met drie zones, de sfeerverlichting en nog wel wat andere comfortsnufjes zijn nu standaard. Voor het grote (en ‘vaste’) glazen dak en de knappe Harman Kardon-muziekinstallatie met zogeheten surround system moet wel worden bijbetaald.
Zoals gezegd, kan je met de nieuwe X3 ook nog dieselen. Bij de lancering is er alleen een 20d xDrive met een nog eens opgewaardeerde 2.0 van 197 pk, maar volgend jaar komt er nog een 3 liter grote zescilinder bij. Ook in België worden die zelfontbranders, zo geven de verkoopcijfers ook aan, natuurlijk wel alsmaar minder relevant. Dat wordt de plug-inhybride aandrijving allicht des te meer, ook al is die haar grote fiscale voordeel bij ons al een tijdje kwijt.
Het gaat hier om de 30e xDrive, de combinatie van zijn 2 liter grote benzinemotor met een best wel krachtige elektromotor zorgt voor een systeemvermogen van 299 pk en een koppel van 450 Nm. De batterij van (netto) 19,7 kWh laat zo’n 90 kilometer elektrisch rijden toe, vandaar een heel gunstige – lees: lage – WLTP-uitstoot van 21 gram C02 per kilometer.
Die variant hebben we dus nog niet gereden, tijdens onze eerste kennismaking deden we dat een half uurtje met de 208 pk sterke 20 xDrive en flink wat langer met het M50 xDrive-topmodel. Beide auto’s hebben technologie van het mild-hybride type aan boord, ze komen net als alle andere X3-varianten standaard met vierwielaandrijving. Met een vermogen van 398 pk en een maximumkoppel van 540 Nm is de zescilinder van de top-X3 echt wel tot heel straffe prestaties in staat, desgewenst ook met een bijpassende sportieve klank. Er zijn natuurlijk diverse rijmodi voor extra comfort en vooral ook extra sport, de nochtans grote en onvermijdelijk ook zware SUV liet zich met echt wel indrukwekkende snelheden en ogenschijnlijk groot gemak over de gelukkig zowat verlaten wegen van ons testparcours jagen. Met bij elke ‘start’ desgewenst ook een spurtje naar 100 km/h in slechts 4,6 seconden.
BMW beloofde voor zijn nieuwe X3 een nog wat grotere stabiliteit en een nog wat betere wendbaarheid bij een echte Freude am Fahren-rijstijl, terwijl tegelijk ook het comfort zou zijn verbeterd. Het omgekeerde zou ons natuurlijk meer hebben verbaasd, maar zeker bij het Duitse merk met die ‘beroemde’ slogan mogen het geen loze praatjes zijn. Er werd dan ook van alles en nog wat aan de auto verbeterd, tot de grote efficiëntie en dus dat rijplezier dragen ook de hogere stijfheid van de structuur, de grotere spoorbreedte en specifiek voor de M50 xDrive het M Sport-differentieel op de achteras bij.
Wat de vierwielaandrijving betreft, het is duidelijk dat de focus in de meeste omstandigheden wel op de achterwielen ligt. De top-X3 heeft ook een M Sport-afstelling voor het onderstel, die kan je als optie trouwens ook voor alle andere varianten krijgen. Voor een adaptieve ophanging met elektronisch gecontroleerde dempers en een variabele besturing moet er altijd worden bijbetaald, maar die had BMW ‘stiekem’ wel al op onze testwagen gezet. Van dit soort auto zeggen dat hij haast als op rails rijdt, lijkt misschien een door ons mogelijk net iets te grote enthousiasme ontstane “vreugdekreet van het moment”. Maar het komt echt wel aardig in de buurt. Voor de wat bravere varianten (dan de M50 xDrive dus) zou de feedback van de besturing hoogstens nog net iets beter kunnen, maar dat is detailkritiek.
Je mag de X3 eigenlijk geen Sports Utility Vehicle noemen, volgens BMW is het al vanaf de eerste generatie een SAV of dus voluit Sports Activity Vehicle. Ach, dat is natuurlijk een marketingverhaal. Sportief is vooral de M50 xDrive zeker wel, we vinden ook de nieuwe looks en de dito inrichting van het interieur best wel geslaagd. Iets soberder of misschien wat meer ingetogen ook, maar dat mocht wel. De mechaniek is allesbehalve ingetogen, vooral het hier voorgestelde topmodel van de reeks zorgt voor bakken rijplezier. Daar moet naar ‘goede’ BMW-gewoonte ook flink wat geld voor worden neergeteld, of wat had je gedacht. De M50 xDrive kost zomaar eventjes € 82.250, met een 20 xDrive-basisversie mag je na een storting van € 56.900 naar huis rijden. Dieselen kan vanaf € 59.650 en voor de plug-inhybride 30e xDrive zou BMW graag € 68.650 ontvangen.
Je houdt van de looks
Knappe motoren
Veel rijplezier
Of je houdt niet van de looks
Geen snelladen voor PHEV
Ook alsmaar ‘indrukwekkendere’ prijzen
YesYes BV
Veenstraat 10
B-3630 Maasmechelen
BTW: BE 0883 567 853