De BMW i5 is een schitterende maar ook stevig geprijsde elektrische berline. Als het iets minder mag of eerder moet zijn, is er nog altijd de wat compactere i4. De constructeur nam hem in 2024 nog eens onder handen, dus reed Autonieuws naar kerstmarkt met de eDrive40.

Met de M50 telde het gamma van de i4 al een model met vierwielaandrijving, dat aanbod is nu uitgebreid met de xDrive40. Twee motoren zorgen dan samen voor een prettige 401 pk en 600 Nm, maar ook een prijskaartje van € 68.150. Als achterwielaandrijving volstaat, is er keuze tussen een eDrive35 van 286 pk en een eDrive40 met 340 elektrische paarden. Ook die laatste is met een prijs van € 64.200 wat minder duur en komt dankzij het ook lagere – of toch minder hoge – gewicht met een iets groter rijbereik dan de xDrive-modellen. WLTP-gewijs bedraagt dat zelfs een behoorlijk indrukwekkende 600 kilometer.

Aankleding naar keuze

Zowat alle wijzigingen aan de modellen van de 4 Gran Coupé op benzine en diesel zijn er ook voor de elektrische i4, de visuele verschillen zijn zelfs wat kleiner geworden. De blauwe accenten en aparte logo’s van die laatste zijn trouwens naar de optielijst verwezen. Bij de esthetische verfraaiingen vallen vooral de nieuwe (en slechts ‘halfopen’) grille en dito lichtsignatuur op.

 Extra lichtanimatie, als je daar fan van bent 

Er zijn ook extra en zelfs tweekleurige 19- en 20-duimsvelgen uit de M-catalogus en met New Cape York en Fire Red evengoed nog wat meer lakkleuren om uit te kiezen. Op de (lange en dure) optielijst staat onder meer de knappe Laserlight-technologie voor het achterwerk van de auto, met het evengoed extra te betalen Comfort Access-pakket komt er nog wat leuke lichtanimatie bij. Als je daar fan van bent, natuurlijk. 

Liever vooraan

In het interieur zijn er een nieuw en onderaan afgeplat stuurwiel en met een geperforeerde en duurzamere stof beklede sportstoelen. Er is ook wat extra sfeerverlichting en sowieso meer keuze qua aankleding van dashboard en deurpanelen, terwijl haast vanzelfsprekend ook het infotainment met nog wat digitale functies werd uitgebreid. Hoe groter je budget, hoe fraaier je de auto geleverd krijgt. Een echte klassieker bij BMW is inmiddels ook de glazen Crafted Clarity-afwerking geworden, je kan die in de i4 bestellen voor het kleine schakelhendeltje. 

 Een familiewagen... als de kinderen nog niet te groot zijn 

Voorin is het beslist wel goed zitten, achterin is dat voor volwassenen absoluut niet het geval. De achterbank is vrij smal en biedt niet echt veel been- en hoofdruimte. Met twee passagiers gaat het nog net, zolang die maar niet te groot zijn. Het in- en uitstappen vraagt ook enige lenigheid, groot zijn de deuropeningen immers niet. Met een volume van 470 tot 1.290 liter is de laadruimte correct, maar ook niet meer dan dat. Voorin is er ook geen zogeheten frunk, dus de laadkabels moeten achterin mee. Het zal al duidelijk zijn, de i4 en de qua afmetingen identieke 4 Gran Coupé met verbrandingsmotoren kun je alleen maar als familiewagen omschrijven als de kinderen nog niet al te groot zijn. 

Zijn ware roeping

Maar goed, heeft iemand BMW zelf al horen beweren dat de 4 Reeks echt dat soort roeping heeft? Met de 544 pk sterke i4 M50 focust de constructeur uit München vooral op een zo leuk mogelijke combinatie van een efficiënte elektrische aandrijving met een heel sportief rijgedrag, het leek van bij de lancering in 2021 al wel de bedoeling vooral met het tweede de Tesla Model 3 op achterstand te zetten. Met ‘onze’ eDrive40 zijn de ambities natuurlijk wat bescheidener, al zorgt de 340 pk en 430 Nm sterke motor toch ook wel voor sterke prestaties. Genre een spurt van 0 naar 100 km/h in 5,7 seconden en ook (of vooral) hernemingen die van de auto een pittige en dus bijzonder prettige rijmachine maken.

 De kilo’s doen weinig afbreuk aan het prettige rijgedrag 

Daar dragen ook het knappe onderstel, de precieze stuurinrichting en evengoed de achterwielaandrijving toe bij, ook met een elektrische berline weet BMW ter zake zeker nog te overtuigen. De auto kan zijn (leeg)gewicht van meer dan 2,1 ton vanzelfsprekend nooit helemaal doen vergeten, maar die kilo’s doen zelfs weinig of geen afbreuk aan het meer dan prettige rijgedrag. Van een boterzacht comfort kun je nooit echt spreken, maar de auto is natuurlijk ook lang niet zo hard als pakweg een M3. 

Weinig kilometers

Van het rijbereik zijn we minder onder de indruk. BMW belooft WLTP-gewijs dus een autonomie van maar liefst 600 kilometer, maar zelfs met een volledig opgeladen batterij gaf onze testwagen nooit meer dan een goede 400 kilometer op. Het vroor nochtans niet, dus het zal wel met de door de elektronica ‘onthouden’ rijstijl van vorige bestuurders te maken hebben. Snelladen kan gelukkig met 205 kW, daarmee krijg je de batterij van (netto) 81,3 kWh in iets meer dan een half uur weer van 10 naar 80 procent van haar capaciteit. Laden met wisselstroom kan met 11 kW. Jammer wel dat je de mate van remenergierecuperatie niet met een soort schakellepels zelf kan regelen, het zou zelfs nog kunnen bijdragen tot het sportieve rijplezier. Er wordt wel degelijk afgeremd op de elektromotor en er wordt daarbij ook behoorlijk wat vermogen naar de batterij teruggestuurd, maar het is de elektronica die dat grotendeels autonoom ‘beslist’.

De 4 Gran Coupé wordt stilaan ook een klassieker in het grote BMW-aanbod en de elektrisch aangedreven i4 misstaat er zeker niet in. Er zijn voor hetzelfde en zelfs aanzienlijk minder geld ruimere en dus functionelere alternatieven, maar die bieden maar zelden een vergelijkbaar rijplezier. Als dat laatste niet je grootste prioriteit is, is dit niet de auto die je moet hebben. Indien wel, moet je je centen maar eens beginnen tellen. Al is het ongetwijfeld wel bekend dat dit type auto maar zelden wordt betaald door wie ermee rijdt...