Zo’n plug-in hybride heeft enkel zin als hij wordt gebruikt zoals hij bedoeld is. Dat wil dus zeggen dat je hem zo vaak mogelijk oplaadt om gebruik te maken van zijn reële elektrische actieradius van zo’n 25 tot 30 kilometer. Dat hebben wij dus ook gedaan. Dat opladen is super gemakkelijk. Gewoon de kabel inpluggen in de opening in de zijflank, achter het linkervoorwiel, en de andere zijde in een stopcontact of snellader steken, en de batterij kan in vijf uur (of ongeveer de helft bij een snellader) vol zijn. Na een goede 1.000 km noteerden we een gemiddeld verbruik aan benzine van 5,8 l/100 km. Met een auto van om en bij de twee ton. Daar moet je natuurlijk de kosten van het elektrische verbruik bijtellen (22 kWh/100 km), maar dan nog ben je goedkoper af dan met een diesel met een gelijkaardig vermogen (denk aan de 525 of 530d), waar je minstens rond de 7,5 tot 8 l/100 km mee verbruikt, als je niet altijd en overal alle potentieel benut. Hybride rijden moet dus meer zijn dan een fiscale keuze, maar moet ook een bewuste beslissing zijn met zowel je eigen portefeuille (verbruik) als het milieu (minder fossiele brandstof verbranden) in gedachten.

De hybridisering van de 5-Reeks brengt een en ander met zich mee. We hebben het dan niet alleen over de kostprijs van deze 530e (€ 58.950,- in basisuitvoering), maar ook over het tot 1770 kg toegenomen gewicht door het batterijpack van 112 kg, een tot 46 liter beperkte brandstoftank (regelmatig de batterijen opladen is dus ook daarom een must) en de kleinere koffer, die met 410 liter exact 120 liter kleiner is dan die van de andere 5-Reeks berlines. Wie een grotere koffer wil en dan maar voor de Touring dacht te opteren zal van een kale reis terugkeren, want BMW voorziet van zijn hybride 5 (voorlopig) geen breakvariant.

Technisch gezien is de 530e qua verbrandingsmotor gelijk aan de 520i, doordat hij daarvoor de twee liter grote viercilinder uit die laatste gebruikt, 184 pk sterk. Het elektrische vermogen komt van een elektromotor van 113 pk, gevoed door een 9,2 kWh grote batterij. Het gecombineerd vermogen bedraagt 252 pk, het maximumkoppel 420 Nm. Daarmee hijst hij zich op vermogensvlak op het niveau van de 530i (eveneens 252 pk), en overtreft hij die laatste zelfs qua koppel (350 Nm bij de 530i). Optrekken naar 100 km/h lukt in 6,2 seconden en een top van 235 km/h behoort tot de mogelijkheden. Vooral de hernemingen zijn opmerkelijk, en op algeheel prestatievlak ontloopt zelfs de 530d met zijn zescilinder hem amper. Het vermogen en koppel van deze plug-in zijn echter vooral gericht op comfort en rijgemak. Voor sportief rijden zijn er dan ook geschiktere BMW’s in het gamma. Zo is ook het stuurgevoel rond de rechtuitstand wat vaag, en laat zijn hoge(re) gewicht zich voelen als je er iets te brutaal tegenaan gaat in de bochten. De auto vraagt daar echter nooit naar, en tijdens onze testperiode hebben we de Sportstand enkel ingeschakeld om hem eens te proberen, waarna we snel weer naar Comfort switchten, omdat deze auto daarin op zijn best is.

Terwijl we in onze vorige test van de nieuwe 5-Reeks, met de 530d, schreven dat het Harman Kardon-soundsysteem een aanrader is, kunnen we na deze test stellen dat het hifi-luidsprekersysteem dat BMW aanbiedt voor € 500,- ook erg veel waar biedt voor zijn geld. Een andere aanrader zijn de sportstoelen (standaard in combinatie met de Sport Line-uitvoering) of de heerlijke comfortstoelen, die de wat vlakke standaardstoelen op alle vlakken het nakijken geven.

Onze conclusie is alvast duidelijk. Wil je niet alleen fiscaal maar ook in de werkelijkheid je voordeel doen met je plug-in, dan is deze BMW een te overwegen optie. Hij laat zijn meerprijs van € 3.600,- ten opzichte van de even krachtige 530i niet alleen fiscaal, maar ook in de werkelijkheid terugverdienen, door zijn lagere verbruik, onder de absolute voorwaarde dat je hem ook waar mogelijk oplaadt aan het stroomnet. Indien je dat nalaat ben je beter af met een 530i of 525d, maar dat maakt de federale regering momenteel ook wel duidelijk, al is de doelstelling daar voornamelijk financieel, en niet ecologisch. De Vlaamse regering beloont de 530 e-koper gelukkig wel nog altijd met een vrijstelling van BIV en verkeersbelasting, door zijn CO2-uitstoot van minder dan 50 g/km (44 g met achttienduimvelgen, 49 g met de negentienduimers). Brusselaars en Walen worden echter gestraft met een BIV van € 2.478,- door zijn vermogen van meer dan 163 pk.