Terwijl de 320d tot nu toe altijd dé fleetreferentie was bij de BMW 3-Reeks zou die medaille bij de nieuwe generatie best wel eens aan de 330e toegekend kunnen worden. Met zijn plug-inhybride aandrijving en erg lage normuitstoot is dit namelijk een fiscaal uitzonderlijk interessant model. Of hij ook hetzelfde rijplezier biedt en ook op andere vlakken die medaille waard is, zocht Autonieuws voor u uit.

Toen we de nieuwe 320d aan de tand voelden gaven we het stuk de titel “(Voorlopige) Leasekampioen”, omdat we wisten dat deze 330e er zat aan te komen. Nu die versie er effectief is, en met zijn normuitstoot van niet meer dan 39 gram CO2 (NEDC) en zijn voldoende grote batterij ook fiscaal absoluut onklopbaar is, zit het er dik in dat de plug-in qua Total Cost of Ownership voor ondernemers vaak beter zal scoren dan een 320d voor wie minder dan 30.000 km per jaar rijdt en de auto ook correct oplaadt waar mogelijk, ondanks zijn met een instapprijs van € 52.450 bepaald niet goedkope prijskaartje, dat maar liefst € 10.900 boven dat van de 320d ligt (vanaf € 41.550 met handgeschakelde zesbak).

Met zijn 190 pk en 400 Nm is die 320d met zijn tweeliter diesel qua vermogen en prestaties hoe dan ook geen partij voor de nieuwe 330e, die technisch gezien verder bouwt op de aandrijfcombinatie van zijn voorganger, bestaand uit de tweeliter benzinemotor van 184 pk en 300 Nm uit de 320i, gecombineerd met een door een 12 kWh grote batterij gevoede elektromotor van 68 pk (met een boostfunctie tot 113 pk) die geïntegreerd werd in de automaat. Het geheel levert een gecombineerd maximaal systeemvermogen op van 293 pk en 420 Nm.

In tegenstelling tot de 320d is de 330e niet verkrijgbaar met een handgeschakelde bak, maar als je weet dat de achttrapsautomaat van ZF die BMW al jarenlang gebruikt zowat de beste is die op dat vlak bestaat, moet je daar geen traan om laten. Ook in fleetmiddens worden automatische versnellingsbakken snel gemeengoed, en zullen ze binnenkort de manuele schakeldozen volledig naar de achtergrond dringen. 

BMW’s nieuwe digitale dashboard (optie) vraagt een beetje gewenning, omdat de klassieke ronde BMW-tellers hier vervangen zijn door (zeer beperkt aanpasbare) open digitale wijzerplaten, maar alles wordt wel helder en duidelijk weergegeven, in het dashboard of in de voorruit wanneer je voor het (grote) head-updisplay koos. Links van de snelheidsmeter vind je op het dashboard het metertje met de resterende brandstof in de 40 liter grote benzinetank, met eronder het resterende rijbereik, terwijl aan de rechterzijde een even grote en zeer duidelijke meter prijkt met de resterende batterijlading in procenten en de resterende elektrische kilometers eronder.

Wat we daar lazen verraste ons echter. Terwijl BMW een zuiver elektrisch rijbereik van niet minder dan 60 kilometer belooft, wanneer de batterij volgeladen is, hebben wij tijdens onze testweek geen enkele keer een dergelijke waarde zien staan op het dashboard. In het beste geval gaf die bij ons, met een volle batterij, 36 km aan. Dat ligt toch erg ver van wat wordt vooropgesteld. OK, de temperaturen waren te laag om goed te zijn, maar zo’n verschil wijst toch op een mogelijk verkeerde inschatting.

In zuiver elektrische modus haalt de 330e een top van 140 km/h, en in hybride-stand, wanneer je de auto zelf laat bepalen of hij op de benzine- of elektromotor rijdt, kan hij tot 110 km/h op enkel batterijkracht rijden. De batterij kan aan een gewoon stopcontact van leeg tot 80% opgeladen worden in 2,5 uur, zegt BMW. 

De prestaties van de 330e zijn opmerkelijk. Hij snelt naar de 100 km/h vanuit stilstand in 5,9 seconden (6,8 seconden voor de 320d) en haalt zonder moeite 230 km/h. Ook de hernemingen zijn -door de bijkomende power van de elektromotor- uitstekend, waardoor je van een echte sportieveling zou kunnen spreken, ware het niet dat de bijna 300 bijkomende kilo’s van de batterij die een plaatsje vond onder de achterbank van deze nu 1.740 kg zware berline zich toch wel laten voelen, zonder echter het fijne evenwicht en het aangename stuurgedrag te vergallen. 

We spreken vandaag over de 330e Berline, maar BMW stelt binnenkort voor het eerst ook een breakvariant van de plug-inhybride 3-Reeks voor, die het nadeel van de met 375 liter al bij al beperkte kofferruimte van de berline belooft teniet te doen. Voorin is er meer dan genoeg ruimte, maar achterin is hij, ondanks één centimeter extra beenruimte, geen ruimtewonder.

Wanneer je rustig rijdt is deze 3-Reeks natuurlijk voorbeeldig stil, en wanneer de viercilinder de elektromotor komt bijstaan hoor je dat wel, maar onaangenaam wordt dat nooit. In Sport-stand, wanneer de extra pk’s van de overboostfunctie vrijgegeven worden, verandert deze rustige zakenauto in een sportieve berline, door beduidend sneller te reageren op stuur- en gasinput, en wordt de klank van de viercilinder (geslaagd) versterkt in het interieur, om echt sportief te klinken.

Uit het enorme aanbod aan (technologische) opties vermelden we graag de indrukwekkende adaptieve leds met BMW-Laserlight die tot maar liefst 530 meter ver kunnen schijnen en een echte meerwaarde betekenen op donkere wegen. 

Terwijl Vlaanderen de 330e dit jaar nog vrijstelt van B.I.V. en verkeersbelasting, omwille van zijn uitstoot van minder dan 50g, hebben Walen, Brusselaars en al wie zijn 330e op naam van een leasingmaatschappij inschrijft pech. Voor hen geldt namelijk een B.I.V.-bedrag dat gebaseerd is op het vermogen van de verbrandingsmotor in plaats van op de uitstoot, wat leidt tot een eenmalige belasting bij inschrijving van niet minder dan € 2.478.

Terwijl een 320d met de nieuwe fiscale regels nog maximaal 65% aftrekbaarheid heeft, geldt voor de 330e een 100% aftrek. Tel daar het aantrekkelijke V.A.A. van deze plug-inhybride bij, en het verbruik dat mits de nodige laaddiscipline uitzonderlijk laag kan zijn (tijdens onze test 5,4 l/100 km, maar met wat minder autosnelweg en nog wat meer opladen zou dat nog een stuk lager kunnen), en je weet dat de aankoopprijs waarschijnlijk grotendeels gecompenseerd zal worden op verbruiks- en fiscaal vlak.

Critici zullen misschien stellen dat we de 330e beter zouden vergelijken met de 330d dan met de 320d, omdat die zescilinder qua prestaties en vermogen dichter in de buurt zit van de 292 pk van de plug-in, maar we deden dat bewust niet, omdat de 330d in bijna geen enkele “Car Policy” voorkomt, door zijn prijs en nadelige fiscaliteit, en de 330e voornamelijk als alternatief zal worden bekeken door wie anders met een viercilinder diesel zou rijden. Onze conclusie is alvast duidelijk: de 330e is een fiscaal interessant alternatief voor wie minder dan 30.000 km per jaar rijdt, maar is ook gewoon een leuke, snelle en bovendien zuinige auto, die echter enkel succes kan kennen wanneer de potentiële eigenaars een volledige TCO-berekening maken en zich niet beperken tot het kijken naar een aankoop- of leaseprijs.