De in 2020 gelanceerde derde generatie van de BMW Z4 kreeg in de zomer van 2022 een update met nieuwe designelementen en meer uitrusting, maar die veranderde gelukkig niets aan wat echt telt bij een tweezits-roadster: het rijplezier. We gingen aan het stuur van de krachtigste Z4 met de zescilinder van drie liter na of die 340 pk sterke krachtbron een must is, of dat de Z4 sDrive30i met wat minder pk’s ook de moeite is. 

BMW kreeg bij het ontwerp van de huidige Z4 de welgekomen (financiële) hulp van Toyota, en kon zo de ontwikkelingskosten van de auto met de Japanners delen. Door de sterk afgenomen vraag naar tweezitters in dit segment vond het merk het enkele jaren geleden namelijk niet verstandig om nog op eigen houtje een nieuwe generatie van de Z4 te bouwen. Het gevolg is dus dat de Toyota Supra en de BMW Z4 hun technische basis en motoren met elkaar delen. Toch verschillen beide auto’s grondig, door hun look maar ook door het feit dat de Toyota Supra er alleen als coupé is en BMW voor de Z4 trouw bleef aan het roadsterconcept maar opnieuw koos voor een stoffen kap, in tegenstelling tot bij de tweede Z4-generatie, die een hard wegklapdak had.

Bij de modeljaarupdate voor 2023 puntte BMW de Z4 hier en daar bij, maar bleven de wijzigingen beperkt tot enkele designdetails zoals een aangepaste grille en een herziene uitrusting met onder meer het nu standaard gemonteerde M Sportpakket en interessante voorzieningen als stoelverwarming en een windnet achter de stoelen. 

De technische basis veranderde niet, en ook het dashboard en infotainmentsysteem bleven ongewijzigd, waardoor de Z4 nog geen recht heeft op het curved display uit de recentste BMW’s.  

Van 197 tot 340 pk

De door Magna Steyr in Oostenrijk in opdracht van BMW gebouwde Z4 is er met drie motoren. De instapversie Z4 sDrive20i heeft een viercilinder van twee liter die 197 pk en 320 Nm levert. Deze versie beschikt als enige van de drie over een handgeschakelde zesbak en kan als optie geleverd worden met de uitstekende achttrapsautomaat die standaard is op de andere versies. Centraal in het gamma heeft de Z4 sDrive30i dezelfde tweeliter onder de motorkap, maar die levert met 258 pk en 400 Nm wel een stuk meer vermogen en koppel. Het topmodel heet Z4 M40i en kan uitpakken met de schitterende drie liter grote zescilinder in lijn van BMW die met 340 pk en 500 Nm voor uitstekende prestaties en de nodige sensaties kan zorgen in de op de achterwielen aangedreven Z4. Tijdens onze korte testperiode genoten we er met volle teugen van om de zescilinder in de toeren te jagen en met het gaspedaal gevloerd in niet meer dan 4,5 seconden vanuit stilstand naar 100 km/h te accelereren. 

Het moet gezegd: de M40i is een bron van authentiek rijplezier: met zijn perfecte gewichtsverdeling, het voor een roadster erg stijve chassis en natuurlijk de achterwielaandrijving is het niet meer dan een kleine moeite om – met het op de drieliter standaard gemonteerde M Sportdifferentieel (en de rijhulpsystemen op een wat minder alert niveau ingesteld) – de achteras een stapje opzij te laten zetten en bij het uitacceleren van een bocht te voelen hoe de achterwielen opnieuw grip vinden en je vooruitkatapulteren. De wegen kunnen er wel best goed bijliggen, want BMW gaf de Z4 een stevige ophanging mee die oneffenheden wat minder filtert dan in de minder sportief getinte modellen van het merk, zelfs al beschikt de M40i over elektronisch gestuurde dempers. 

Met de haren in de wind…

De softtop kan in niet meer dan tien seconden volautomatisch geopend of gesloten worden bij snelheden tot 50 km/h, waardoor het minste streepje zon volstaat om van het cabriorijden te genieten. Wanneer je dat doet aan het stuur van deze M40i-uitvoering komt een groot deel van het rijplezier van het geluid van de zescilinder dat nooit hinderlijk aanwezig is maar bij het in de toeren klimmen voor heel wat enthousiasme zorgt bij de liefhebbers. 

Hoe leuk het rijden met de Z4 M40i ook is, het blijft hier gaan om een auto die slechts plaats biedt aan twee inzittenden (met weliswaar een voor een roadster ruime koffer) en niet voor elk gebruik geschikt is. Hij zal dan ook vooral als tweede auto gebruikt worden en dan speelt de prijs een zo mogelijk nog grotere rol. In dit geval wil dat zeggen dat de koper van deze topversie minstens € 68.850 veil moet hebben voor een standaardexemplaar, wat € 9.450 meer is dan de ook al erg pittige € 59.400 die BMW voor de sDrive30i met 258 pk vraagt. OK, die heeft geen zescilinder onder de kap maar biedt hetzelfde comfort, legt met zijn viercilinder minder gewicht op de vooras en is zeker zo leuk om rijden. Ook qua prestaties is die versie – zonder de dominantie van de M40i – absoluut de moeite. Hij accelereert namelijk in 5,4 seconden naar de honderd en geeft dus niet meer dan 0,9 seconden toe op de 82 pk krachtigere M40i. Ook qua verbruik is de 30i met 7,4 l/100 km volgens de WLTP-norm wat minder dorstig dan de M40i, die volgens BMW 8,1 l/100 km verstookt maar in onze handen met 9 l/100 km weliswaar wat meer dronk maar dat nog steeds mooi binnen de perken wist te houden. Het verschil van € 745,92 in BIV en elk jaar opnieuw € 447,93 in verkeersbelasting maakt van de 30i een nog interessanter alternatief voor de M40i. (Z4 sDrive30i € 427,7 verkeersbelasting en € 744,86 BIV; Z4 M40i € 875,63 verkeersbelasting en € 1490,78 BIV). 

Wat is het toch fijn om met de kap open te kunnen genieten van een performante zescilinder die niet alleen voor felle prestaties maar ook voor een begeesterende muzikaliteit garant staat. Alleen blijft het prijskaartje dat aan dat rijplezier hangt in het geval van de BMW Z4 M40i erg zwaar om dragen. Daarom is het volgens ons niet onverstandig om ook eens te kijken naar wat de Z4 sDrive30i voor een pak minder euro’s te bieden heeft.