BMW introduceerde vorig jaar de volledig nieuwe Active Tourer, het meest gezinsgerichte model van de Beierse constructeur, maar moet vaststellen dat dat model vandaag veel interne concurrentie ondervindt van de eveneens nieuwe X1, die als SUV natuurlijk modieuzer is. We vroegen ons af of de Active Tourer als plug-inhybride een goed alternatief is voor al dat SUV-geweld.

Vorig jaar reed Autonieuws in Malaga, waar BMW de volledig nieuwe tweede generatie van zijn 2-Reeks Active Tourer voorstelde, al met de 220i en de 223i. Je kan er alles over lezen en bekijken in ons artikel en onze videotest. We beperken ons in deze aanvullende test dus tot de verschillen tussen die varianten en de plug-inhybride 225e, die net als de nog krachtigere 230e logischerwijs meer B2B-gericht is dan de andere versies. 

Twee plug-ins  

De twee op de vier wielen aangedreven plug-inhybrides maken allebei gebruik van BMW’s vijfde generatie eDrive-technologie. De door ons geteste 225e xDrive combineert de 136 pk sterke driecilinder van 1,5 liter uit de 218i die de voorwielen aandrijft met een elektromotor van 109 pk achterin (95 pk op de vorige generatie). Samen leveren die twee 245 pk en zorgen ze voor een 0 naar 100-sprint in precies 7 seconden, wat trouwens even snel is als de 223i met 204 pk. In de praktijk volstaat dat cijfer voor vlotte prestaties die nooit te wensen overlaten, maar wie op zoek is naar méér kan terecht bij de erg snelle 230e xDrive die met zijn gecombineerd vermogen van 326 pk zelfs de BMW 330e achter zich laat. Het is niet nodig natuurlijk, maar weten dat je met je 230e-gezins MPV in 5,5 seconden naar de honderd kan snellen is een bevredigende gedachte. 

Geen echte 4x4 

Hoewel de plug-inhybride 2 Active Tourer het bijvoegsel “xDrive” krijgt, wat wijst op vierwielaandrijving, is het er eentje van het artificiële soort, omdat de aandrijving van de achterwielen gebeurt door de elektromotor die daar huist en er geen fysieke verbinding is tussen de voor- en achteras. Wanneer hij zuiver elektrisch rijdt is het dus een achterwielaandrijver, op benzinekracht alleen is het een voorwielaangedreven auto. Enkel wanneer beide krachtbronnen samen aangesproken worden is er dus sprake van aandrijving op de vier wielen. De wielen hebben geen moeite met het op de weg zetten van het vermogen en het uitgekiende onderstel en de mooie gewichtsverdeling zorgen voor een zorgeloos weggedrag en zelfs enige vorm van dynamiek, al is de echte “Freude am Fahren” van een op de achterwielen aangedreven BMW nog iets anders. Bij dat alles verloopt de overgang tussen benzine- en elektrokracht zo goed als onmerkbaar en doet de gerobotiseerde zeventrapsautomaat zijn werk discreet en efficiënt en laat hij zich quasi nooit opmerken. In tegenstelling tot de driecilinder die zich wel duidelijk laat horen wanneer hij in de toeren gejaagd wordt en daarbij niet erg aangenaam klinkt. 

Zuinig op eenvoudige aanvraag 

De onder de vloer gemonteerde batterij kan een mooie 14,9 kWh aan energie bevatten (in plaats van 8,8 kWh op het vorige model) en zou tot 80 kilometer elektrisch rijbereik bieden volgens BMW. We geloven dat hij dat in een WLTP-test haalt, maar in realiteit is 60 tot 65 kilometer realistisch. Hoewel dat minder is dan aangekondigd blijft het een waarde die het perfect mogelijk maakt om de meeste trajecten met deze BMW zuiver op elektrokracht af te leggen en het benzineverbruik zo terug te dringen tot erg lage waarden. Dat elektrisch rijden verloopt natuurlijk in absolute stilte en draagt bij tot het hoge comfortniveau aan boord van deze MPV. 

Tijdens onze testweek reden we 650 kilometer met de 225e en verbruikten we gemiddeld 2,4 l/100 km aan loodvrije benzine en 15,1 kWh/100 km aan elektriciteit, wat bewijst dat een consequent laadgedrag bij een plug-inhybride wel degelijk tot een interessant verbruik kan leiden. Rijden met een lege batterij zorgt voor een benzinedorst van 6,7 l/100 km, wat nog steeds aanvaardbaar is gezien het leeggewicht van 1.820 kg maar best enkel gebeurt wanneer het niet anders kan.

Het opladen van de accu kan met 7,4 kW, twee keer zo snel als op de vorige plug-inhybride 2-Reeks Active Tourer, wat in optimale omstandigheden zorgt dat de accu van leeg tot vol kan gaan in 2,5 uur.  

Snel zijn voor optimaal fiscaal resultaat

Met zijn erg lage normuitstoot is deze plug-in fiscaal nog heel even extreem interessant en volledig fiscaal aftrekbaar voor bedrijven of zelfstandigen (op de kosten van de benzine na, die voor de helft aftrekbaar zijn), maar dan moeten ze hun bestelbon en bevestiging van de leasingmaatschappij (indien van toepassing) ten laatste ten laatste op 30 juni 2023 ontvangen hebben. 

Als de bestelbon later wordt ondertekend zal de auto in 2024 nog volledig aftrekbaar zijn, in 2025 nog 75%, in 2026 voor 50%, in 2027 voor 25% en vanaf 2028 niet langer. Dat betekent echter ook dat voor wie de 225e tussen begin 2024 en eind 2027 bijvoorbeeld vier jaar professioneel gebruikt, er nog steeds een gemiddelde fiscale aftrek is van 62,5 procent en dat wanneer hij ook in 2028 nog wordt ingezet de aftrek gemiddeld 50 procent is. Dat is veel minder dan vandaag, hoewel dus nog niet gelijk aan nul, en zorgt voor een verhoging van de fiscale kostprijs, maar het is vooral de exponentiële stijging van de CO₂-bijdrage voor vanaf juli bestelde auto’s die de echte explosie van de TCO betekent, maar daar ontsnappen alle zelfstandigen aan. Voor wie de auto niet aan een werknemer ter beschikking stelt blijft een plug-in zoals deze BMW dus ook na 1 juli best interessant.

Uitstekende prestaties, een degelijk elektrisch rijbereik, het nodige rijcomfort en voldoende binnenruimte. Objectief gezien heeft de plug-inhybride BMW 2 Active Tourer de nodige troeven. Maar de compacte MPV is natuurlijk niet zo modieus als de hippe SUV’s van vandaag, waardoor deze auto in de schaduw staat van de X1. Begrijpelijk, maar voor wie SUV’s overroepen vindt en een berline of Touring net niet praktisch genoeg is biedt deze 225e xDrive een interessant alternatief.