Visueel laat de vernieuwde RS 3 geen twijfel bestaan over zijn sportieve DNA, met zijn brede RS-bumper, zijn hertekend Singleframe-radiatorrooster en zijn grote luchtinlaten, en als je hem in de gifgroene kleur (Kyalami Green) van ons testexemplaar bestelt trek je gegarandeerd de aandacht van al wie een liefhebber is van sportieve Audi’s, maar ook van de handhavers van de wet. Wie het dus wat discreter wil houden kiest ongetwijfeld voor een minder opvallende kleur, maar mist zo een deel van de fun.

Fun, fun, fun

En fun, dat beleef je wel aan het stuur van de RS 3. In de eerste plaats door de unieke motor in het vooronder. Zijn 2.5 TFSI-vijfcilinder is al negen jaar op rij uitgeroepen tot Internationale Motor van het Jaar, en terecht, want dit is een heerlijke krachtbron die door zijn bijzondere architectuur een unicum is in de huidige automarkt. Alleen bij Audi (en bij Cupra, dat zeer exclusief gebruik mag maken van Audi’s vijfcilinder in de topversie van de Formentor) kan je nog een vijfpitter bestellen, en als je dat doet kan je blijvend genieten van de bijzondere motorklank die ontstaat door de 1-2-4-5-3-ontstekingsvolgorde van de cilinders maar meer nog dan dat zal je je kunnen verbazen over de gewilligheid en gretigheid van het motorblok.

Dat blok levert een kloeke 400 pk (294 kW) tussen 5.600 en 7.000 toeren en is met 500 Nm tussen 2.250 en 5.600 toeren in plaats van 480 Nm voorheen ook erg koppelrijk. In combinatie met de quattro-vierwielwielaandrijving en een zeventraps S-tronic-versnellingsbak met dubbele koppeling resulteren die cijfers in een ronduit indrukwekkende stoplichtsprint (met launch control) van 3,8 seconden (0-100 km/h) en een topsnelheid van 250 km/h die mits de nodige extra euro’s naar 280 km/h of zelfs 290 km/h kan worden opgedreven wanneer hij over het RS Dynamic-pack en de keramische remmen beschikt. De nieuwe RS 3 schiet zo nog sneller uit de startblokken dan zijn voorganger, wat hij dankt aan het hogere koppel en een nieuwe motorsturing.
Die topsnelheid mag dan wel academisch zijn, de sprint- en hernemingstijden zijn dat allerminst. Op dat vlak onderscheidt de RS 3 zich echt. Accelereren verloopt zo snel en moeiteloos dat je – en dat is tegelijk leuk én gevaarlijk – voor je het weet verduiveld snel onderweg bent. Onveilig voel je je daarbij nooit, want het gevoel dat je als bestuurder van een RS 3 hebt is dat van controle. Controle over wat je zelf doet, maar niet over anderen, dus opletten is de boodschap.
Door een groter wielcamber van de voorwielen is het stuurgedrag in de bochten nauwkeuriger. Het knappe sportstuur met afgeplatte onderzijde kent naargelang de rijmodi verschillende stuurverhoudingen en geeft genoeg feedback over de stand en grip van de voorwielen en kan – als onderdeel van het Design Pack dat optioneel verkrijgbaar is – voorzien worden van een “12 uur”-middelpuntmarkering bovenaan.

Vertragen gebeurt standaard met grote schijven met zes zuigers. Optioneel is een keramisch remsysteem verkrijgbaar.
Driften met een Audi

Wie Audi’s quattrosysteem een beetje kent weet dat de vierwielaangedreven auto’s uiterst efficiënt en veilig onderstuurd zijn, maar kent ook hun reputatie als weinig “fun” als het op hooliganesk rijden neerkomt. Driften en de achterzijde laten uitbreken is in een Audi over het algemeen moeilijk, zoniet onmogelijk. Tot nu dan toch. De ingenieurs hebben de RS 3 namelijk van een RS Torque Splitter op de achteras voorzien. 
Die koppelsplitter wordt voor het eerst op een Audi gemonteerd en is hier standaard. Hij vervangt het achterasdifferentieel en de meerschijvenkoppeling van het vorige model. In de plaats gebruikt elk van de aandrijfassen een elektronisch gestuurde meerschijvenkoppeling die de juiste hoeveelheid koppel variabel over de achteras verdeelt en het koppel daarbij naar het achterwiel met het meeste grip (dat aan de buitenkant van de bocht) stuurt. Daardoor wordt de neiging tot onderstuur beperkt en kan deze Audi quattro effectief gaan oversturen voor een veel sportievere rijstijl. 

Daarbij wordt zelfs echt driften mogelijk wanneer de auto in RS Torque Rear-modus staat met het ESP uitgeschakeld. Wij testten die functie uit op de terreinen van ProMove aan het circuit van Zolder en konden vaststellen dat het na wat gewenning inderdaad probleemloos mogelijk is om mooie drifts te maken. Dat verloopt net wat anders dan bij een achterwielaandrijver waar zoiets in principe veel makkelijker is, omdat je in de RS 3 de neiging tot tegensturen moet onderdrukken. De voorwielen blijven immers een deel van het vermogen krijgen en maken dat tegensturen dus minder noodzakelijk. Na wat oefenen kan iedereen zo driften met een RS 3, al is en blijft zo’n Spielerei echt wel voorbehouden voor het circuit of een afgesloten terrein, en kost het je wel een arm en een been aan banden.

Naast die RS Torque Rear-modus kan je in de RS 3 ook voor de RS Performance-setting kiezen. Die stand zorgt voor een erg neutraal weggedrag zonder over- of onderstuur. Hij is specifiek bedoeld voor gebruik op het circuit en past perfect bij de op de openbare weg minder aangeraden semislickbanden van Pirelli die voor het eerst optioneel verkrijgbaar zijn. Een andere nieuwigheid, die misschien net wat minder populair zal zijn bij de eigenaars van een RS 3, is de “Efficiency-modus”, die moet zorgen voor een lager verbruik.
Over dat gebruik kunnen we na onze korte testrit niet veel zeggen, al zal dat ongetwijfeld een flinke hap uit het budget van de eigenaar nemen. In ruil daarvoor heeft die dan wel heel wat rijplezier gekregen, en dat is toch wat telt bij een RS-model.

Leuke soundtrack

Een domein waarop elektrische auto’s onmogelijk de beleving van auto’s met een verbrandingsmotor kunnen evenaren is dat van het geluid van motor en uitlaat. Bij de RS 3 met zijn 2.5 TFSI is de motorklank al bijzonder, door de ontstekingsvolgorde van de vijfcilinder, maar ook het uitlaatsysteem draagt zijn steentje bij, door een volledig variabele regeling van de flappen, die ook tussenposities ondersteunt en zo nog meer kleur kan geven aan de sound. De verschillende modi kunnen worden geselecteerd via het Audi drive select-systeem en het geluid wordt nog sportiever met de optionele RS-sportuitlaat. Klinkt goed, erg goed, maar hoe dan ook minder indrukwekkend dan enkele jaren geleden, toen de Europese regels minder strikt waren op dat vlak.
Audi heeft met de vijfcilinder 2.5 TFSI een juweel van een motor in zijn vierwielaangedreven RS 3. Nu de Torque Splitter hem ook toelaat om te driften is het pretniveau er alleen maar groter op geworden. De efficiëntie bleef, hij werd nog sneller én bovendien leuker. Wil je er één, doe jezelf en alle liefhebbers dan een plezier en bestel hem in een opvallende kleur. Zo geef je niet alleen meer kleur aan je eigen leven, maar ook aan dat van al wie je zal zien en horen voorbijrijden.