Doet de naam Allegro nog een belletje rinkelen? Dan ben je net als wij allicht al een ‘dagje’ ouder en weet je misschien ook wel dat de compacte Austin uit de jaren 70 van vorige eeuw vrij algemeen wordt beschouwd als een van de slechtste vierwielers uit de hele Britse autogeschiedenis. Maar waar danken de auto en ook enkele van zijn tijdgenoten die kwalijke reputatie eigenlijk aan?
De teloorgang van de ooit zo trotse Britse auto-industrie, we zouden er dikke boeken over kunnen schrijven. Austin, Daimler, Princess, Rover, Sunbeam of Triumph, het is maar een (heel) kleine greep uit de vele merken die ooit momenten van glorie hebben gekend en ondertussen allemaal roemloos zijn verdwenen. Britse constructeurs die wel nog bestaan, van Bentley over Jaguar en Land Rover tot Rolls-Royce, zijn quasi allemaal in buitenlandse handen.
Dat was bij de lancering van de Allegro in 1973 natuurlijk nog niet het geval. Austin maakte toen deel uit van British Leyland, een verzamelnaam voor verschillende Britse automerken. Sommige ervan hadden het toen al moeilijk, ook met British Leyland of kortweg BL werd er vaker geld verloren dan verdiend en in 1975 besloot de Britse regering het bedrijf deels te nationaliseren. Het zou later nog in Rover Group worden herdoopt en in 1994 aan BMW worden verkocht, maar de Duitsers waren blij zich er in 2000 en voor een slechts symbolische 10 Britse ponden weer vanaf te kunnen maken.
Het bedrijf kwam als MG Rover Group in handen van het Phoenix Consortium, dat er de volgende jaren alweer een pak geld mee zou verliezen. Toen de boeken in april 2005 werden neergelegd, bedroeg de schuld al zowat 1,4 miljard pond. Pogingen om een joint venture op te richten met Shanghai Automotive Industry Corporation mislukten, maar het ook kortweg SAIC genoemde Chinese bedrijf werd uiteindelijk wel eigenaar van de naam MG. Dat merk bestaat vandaag nog altijd en is, zoals bekend, ondertussen ook terug actief in België. Zij het dus als 100 procent Chinese autoconstructeur, in Groot-Brittannië werd de productie van MG in de fabriek in Longbridge in 2016 definitief stopgezet. Een stukje van die vroegere productie-eenheid wordt vandaag wel nog door SAIC als onderzoeks- en ontwikkelingsfaciliteit gebruikt.
Terug naar de Allegro nu, die compacte familiewagen werd dus in nog net iets betere tijden gelanceerd. In 1973 om precies te zijn, de auto zou tot 1982 in productie blijven en kwam er ook als Vanden Plas 1500 en eventjes zelfs als in Italië geassembleerde Innocenti Regent. De Allegro volgde de Austin 1100 en 1300 op, er werden er in totaal net geen 650.000 van verkocht. Vooral op Britse bodem, in de rest van Europa kende de auto maar een heel matig succes.
Ter vergelijking, van de voorganger waren in 11 jaar tijd nog zowat 2,1 miljoen exemplaren gebouwd. British Leyland had in die dagen ook nog de al van 1969 daterende Austin Maxi en de Morris Marina in de catalogus staan, ze werden in de eerste helft van de jaren 80 zowat allemaal tegelijk vervangen door de Austin Maestro. Waarna de commerciële ramp trouwens alleen nog maar wat groter werd, maar dat is nog een ander verhaal.
Ondanks zijn schuine achterkant, was de Allegro een ‘simpele’ vier- en eventjes ook tweedeurs met klassieke kofferklep. Hij miste dus de ‘handige’ vijfde deur die hem misschien wel wat populairder had kunnen maken, ook al kwam er later wel nog een breakvariant met drie deuren. De voorwielaangedreven auto beschikte over relatief moderne technologie, in de eerste exemplaren zat zelfs een zowat... vierkant stuurwiel.
Het vreemde ding zorgde voor wat extra beenruimte voor de bestuurder, maar werd toch al snel vervangen door een rond exemplaar. In 1976 werd eventjes overwogen de volledige productie van de Allegro van het Britse Longbridge naar de fabriek in het Belgische Seneffe te verhuizen, daar werden toen al de exemplaren voor de verkoop op het Europese vasteland geassembleerd. Maar die productie-eenheid werd, ook al omwille van de te klein geworden vraag, begin jaren 80 gesloten.
British Leyland bleef de Allegro regelmatig opfrissen en dus ook verbeteren, maar hij raakte nooit echt verlost van de slechte reputatie waar heel wat betrouwbaarheidsproblemen vooral de exemplaren van de eerste productiejaren mee hadden opgezadeld. Naar verluidt durfde de achterruit er toen al wel eens uitvallen... Bij momenten viel de verkoop echter toch nog redelijk mee, zo was de Allegro in 1979 eventjes de vijfde beste verkochte auto in Groot-Brittannië. Toen het verhaal in 1982 eindigde, stond hij echter zelfs niet meer in de top 10. Waarna hij de geschiedenis zou ingaan als misschien wel de slechtste Britse auto ooit, ook al stellen ‘kenners’ vaak dat de Morris Marina uit dezelfde periode een zo mogelijk nog grotere ramp op wielen was.
YesYes BV
Veenstraat 10
B-3630 Maasmechelen
BTW: BE 0883 567 853