Over de keuze van de naam hadden ze duidelijk niet lang nagedacht, maar de in 1949 uitgebrachte en simpelweg ook... 1949 gedoopte Ford was verder best wel vernieuwend. De berline, coupé, cabrio en break waren zelfs de eerste ‘moderne’ Amerikaanse auto’s na de Tweede Wereldoorlog. Net voor we 2024 afsluiten, wilden we dus nog wel eens een 75ste verjaardag vieren.
In de jaren 40 en 50 van vorige eeuw beschikten nog niet veel Europese burgers al over voldoende inkomsten voor de aankoop van een privéwagen. Op het einde van de Tweede Wereldoorlog lag de Europese auto-industrie ook deels in puin, maar zowel in de landen van het overwinnende als het verliezende kamp werd toch geprobeerd de productie vrij snel weer op te starten. Dat gebeurde vaak nog met modellen van voor de vijandelijkheden, zo waren ook de snel behoorlijk populair wordende Citroën 2 CV en Volkswagen Kever eigenlijk nog ontwerpen uit de late jaren 30.
Echt hip was het Europese aanbod in die dagen dus zeker niet, geprivilegieerde burgers met wat meer mogelijkheden waren dan ook zowat aangewezen op de vaak wel knappe en soms ook ronduit schitterende berlines, coupés en cabrio’s die al snel weer vanuit de Verenigde Staten werden ingevoerd. Daar hadden ze echter evengoed ook wat ‘klassiekere’ en naar lokale normen betaalbare familiewagens nodig, Ford bracht daar vanaf 1949 een nieuwe reeks modellen voor in stelling. Die werden dus ook gewoon 1949 gedoopt, ze golden als de opvolgers van de er na de oorlog echt wel heel antiek uitziende 1941 (foto hierboven).
Ford klopte General Motors en Chrysler
Van 1946 tot 1948 concentreerden zowel Ford als General Motors en Chrysler zich op het heropstarten van de ‘normale’ autoproductie met bijgewerkte varianten van dus al wat oudere modellen. Tegelijk werd wel al aan modernere auto’s gewerkt en met de eigenlijk zelfs al in juni 1948 in New York onthulde 1949 wist Ford daarbij ook Chevrolet en Chrysler-dochter Plymouth te kloppen. Die brachten hun eerste naoorlogse auto’s pas respectievelijk zes en negen maanden later uit.
De 1949 zou al snel de bijnaam Shoebox Ford of dus ‘schoenendoos’ meekrijgen, ook al had de auto best wel ronde vormen. Vernieuwend was dat de al verschillende decennia gebruikte treeplanken verdwenen en de spatborden voor en achter in de dan ook gladde carrosserievorm werden geïntegreerd. De 1949 werd ook de eerste Ford die je vanaf het modeljaar 1951 met een sleutel moest starten en die je optioneel met een automatische versnellingsbak met drie verhoudingen kon bestellen, daar werd de leuke naam Ford-O-Matic voor bedacht.
Het cijfer in de grille gaf het aantal cilinders aan
De aandrijflijn en ook de wielbasis werden nog van de 1941 overgenomen, voor de rest was de 1949 echt wel volledig nieuw. Hij had een ladderchassis, maar de al sinds de Model T uit 1908 gebruikte en dwarsgeplaatste voor- en achterwielophanging werd vervangen door een onafhankelijk systeem met schroefveren voor- en bladveren achteraan. Qua motoren was er keuze tussen een lijnmotor met zes cilinders en een V8. Op de Bullet Nose-grille verscheen bovenop een rode cirkel dan ook het cijfer 6 of 8.
De voornaam 1949 werd ‘aangevuld’ met Tudor en Fordor om de twee- en vierdeursmodellen van elkaar te onderscheiden, er waren ook een Club Coupe en een Business Coupe (met verwijderbare achterbank), een Convertible Club Coupe en een tweedeurs-Station Wagon. Die laatste kwam op zijn flanken met in die tijd nog populaire houten koetswerkpanelen. De 1949 werd een groot commercieel succes en liet Ford toe de eerste plaats onder de Amerikaanse fabrikanten te heroveren. Er werden in het eerste volledige productiejaar al 1.118.740 exemplaren van verkocht. Het design inspireerde in de daaropvolgende jaren ook ontwerpers van Austin, Borgward, Mercedes, Volvo en nog wel wat andere Europese merken, de Amerikaanse auto-industrie had toen op tal van terreinen nog een duidelijke voorsprong op die langs onze kant van de Atlantische Oceaan.
YesYes BV
Veenstraat 10
B-3630 Maasmechelen
BTW: BE 0883 567 853