Onveilige auto’s bestaan niet meer. Tegenwoordig haalt elke wagen vijf sterren. Dat hoor je wel vaker, maar klopt dat wel? We vroegen het aan de secretaris-generaal van Euro NCAP, die nog een grote rol ziet weggelegd voor zijn organisatie in het kader van motorveiligheid en de zelfrijdende auto. 
Iedereen kent ze wel, de crashtests die worden uitgevoerd door Euro NCAP (European New Car Assessment Programme). Al 25 jaar lang worden auto’s frontaal en lateraal tegen obstakels gekwakt om te zien hoe goed ze hun inzittenden bescherming bieden. Het onafhankelijke testorganisme gaat echter veel verder dan dat.
Naast de crashveiligheid evalueert het ook hoe zwakke weggebruikers bejegend worden door de auto. In het slechtste geval komen ze onzacht in aanraking met de bumper en de motorkap, maar Euro NCAP test ook de ongevalvermijdende technologieën die een voertuig aan boord heeft. En zo legt de organisatie de lat steeds hoger voor de constructeurs.
Zo komt het bijvoorbeeld dat de hierboven afgebeelde BMW 2-Reeks net naast een vijfsterrenscore grijpt, terwijl hij ongetwijfeld wél een topscore had gehaald mocht hij volgens het vorige Euro NCAP-protocol getest zijn geweest.

Autonieuws stelde 5 vragen aan de secretaris-generaal van de organisatie, Michiel van Ratingen.
- Vijf sterren halen als constructeur, hoe gemakkelijk is dat?
Het aandeel auto’s dat vijf sterren haalt, schommelt de laatste vijf jaar rond de 70 procent. Zo’n 20 procent krijgt 4 sterren en 10 procent scoort drie sterren of minder. Dat het merendeel de maximale score haalt, wil nog niet zeggen dat het gemakkelijk is voor de constructeurs. Euro NCAP verstrengt immers periodiek zijn criteria en testprotocol naarmate de technologie evolueert. Een auto die vandaag vijf sterren haalt, is met andere woorden veel veiliger dan een auto die in 2015 deze score kreeg. Het jaartal dat je voor de sterren ziet staan, is met andere woorden erg belangrijk.
- Wat is er de laatste jaren veranderd aan de normen/quotering?
Waar Euro NCAP vroeger vooral gefocust was op passieve veiligheid – zeg maar de crashbestendigheid en systemen zoals airbags en veiligheidsgordels, is de aandacht het voorbije decennium steeds meer op actieve veiligheid komen te liggen. De jongste veiligheidssystemen worden gegroepeerd onder de noemer ADAS (Advanced Driver Assistance Systems), die de bestuurder actief helpen om een aanrijding te vermijden of minstens de gevolgen ervan te beperken. Enkel als een auto bijvoorbeeld standaard voorzien is van AEB (Autonomous Emergency Braking), dat de auto zelf kan afremmen bij een nakende aanrijding, kan hij nog in aanmerking komen voor vijf sterren.
- Jullie testen sinds 2020 ook bestelwagens. Vanwaar deze beslissing?
Het aantal bestelvoertuigen in het verkeer is de jongste jaren sterk gestegen. Terwijl bij de personenauto’s de veiligheid de jongste tien jaar enorm is geëvolueerd mede dankzij Euro NCAP, is dat minder het geval bij de lichte bedrijfsvoertuigen. Om constructeurs aan te zetten om te investeren in ADAS – systemen die ongevallen kunnen helpen vermijden – hebben we een testprotocol voor bestelauto’s ingevoerd. We evalueren de aanwezigheid en werking van AEB bij het naderen van een ander voertuig, een voetganger en een fietser. Ook moet de bestelwagen over een goed werkende rijstrookbewaking, snelheidsassistent en
driver monitoring beschikken. We werken hier niet met sterren, maar met medailles: brons, zilver, goud en platina.
- Wordt de crashveiligheid van bestelwagens dan niet getest?
In de meeste gevallen wel, omdat er van de bestelwagen meestal ook een versie voor personenvervoer bestaat. Die wordt volgens het gewone protocol voor de personenauto’s getest. Wil je dus weten of een bestelauto zowel een goede beoordeling krijgt voor de werking van zijn geavanceerde rijhulpsystemen als de bescherming van de inzittenden en de zwakke weggebruiker bij een aanrijding, bekijk dan de resultaten van zowel het lichte vrachtvoertuig als die van de minibusversie.
- Wat mogen we in de toekomst verwachten van Euro NCAP inzake nieuwe testaspecten?
In ons volgende protocol ligt de aandacht op de herkenning van motorfietsen door het AEB-systeem. Vandaag kan de software vrij goed voetgangers en fietsers herkennen, maar gemotoriseerde tweewielers vormen een uitdaging. Ook zetten we samen met de autoconstructeurs en toeleveranciers stappen in de richting van autonoom rijden. Het is daarbij zaak dat de bestuurder steeds in staat moet zijn om het stuur over te nemen wanneer de auto een bepaalde situatie niet de baas kan. Daarom ligt de focus op de goede werking van systemen die over de alertheid van de bestuurder waken, zoals naar binnen gerichte camera’s die de ogen van de bestuurder scannen. Euro NCAP ontwikkelt daarom nieuwe standaarden om er zeker van te zijn dat geassisteerd rijden zo veilig mogelijk kan.