Dat Nissan vorig jaar rode cijfers liet optekenen is niet echt verrassend. Dat het verlies opliep tot zo’n € 1,14 miljard, een record, is dat wel.
Het Japanse merk dat deel uitmaakt van de alliantie Renault-Nissan-Mitsubishi, draagt de gevolgen van de coronapandemie door de wereldwijd gedaalde verkopen en de daardoor noodzakelijke en dure herstructurering, maar lijdt ook onder het wereldwijde tekort aan halfgeleiders (computerchips) dat zowat de hele auto-industrie treft.
De operationele verliezen liepen in het boekjaar dat eindigde op 31 maart op tot 150,65 miljard yen of € 113.722.000, terwijl het verlies van het voorgaande boekjaar nog beperkt was tot 40 miljard yen. Op één jaar tijd werden de resultaten dus nog vele malen slechter.
Het was de in ongenade gevallen Carlos Ghosn die er indertijd was in geslaagd om Nissan terug winstgevend te maken. Sinds zijn gedwongen vertrek is het bij Nissan op het vlak van de resultaten huilen met de pet op. Sinds het boekjaar dat eindigde in maart 2019 maakte Nissan geen winst meer.
Betere vooruitzichten
Voor het nieuwe boekjaar, dat van 1 april 2021 tot 31 maart 2022 loopt, verwachten de Japanners opnieuw winstgevend te zijn. Dit jaar lanceert het merk met de elektrische Ariya en de nieuwe generatie van de Qashqai twee belangrijke modellen die het tij moeten doen keren. In Japan wordt veel verwacht van de Rogue (X-Trail bij ons) en de Note e-Power.
Stijn Blanckaert (°1974) is al van kindsbeen af gepassioneerd door auto’s en maakte er zijn beroep van. Hij houdt van pk’s, of ze nu uit een V8 of een elektromotor rollen… Na jaren in de leasing- en fleetsector schrijft hij sinds 2016 voor Autonieuws.be waar hij onder meer gespecialiseerd is in economisch nieuws.