Nadat onder meer Stellantis en Volkswagen al hadden laten blijken dat de voor de zomer van 2025 geplande Euro 7-uitstootnorm onwenselijk is omdat hij de constructeurs voor een beperkte impact miljarden doet investeren die niet meer kunnen besteed worden aan de elektrificatie van hun producten, stelt Renault-CEO Luca de Meo nu hetzelfde.

Je kan elke euro maar één keer uitgeven en het door Europa verplichten van de invoering van een nieuwe, nog strengere Euro 7-norm voor personenwagens vanaf juli 2025 (en twee jaar later voor vrachtwagens en bussen) zorgt ervoor dat de autobouwers de euro’s die ze idealiter aan de ontwikkeling van elektrische voertuigen zouden besteden nu eerst nog in de verdere ontwikkeling van uitstootbeperkende technologieën voor hun verbrandingsmotoren moeten investeren, waardoor de elektrificatie vertraagd wordt. Dat, terwijl Europa het door een verbod op de verkoop van nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren vanaf 2035 zo goed als onmogelijk maakt om die investeringen in de nieuwe norm terug te verdienen, al wordt er in 2035 wel nog een deur op een kier gelaten voor auto’s die op klimaatneutrale synthetische brandstoffen rijden. 

Daar komt de kritiek van meerdere autobouwers, en nu ook van Renault-opperhoofd Luca de Meo, die ook voorzitter is van ACEA, de Europese autoconstructeursvereniging die al protesteerde tegen de plannen voor Euro 7, op neer.  

Volgens de Meo wil Europa “nieuwe regels introduceren die ons afleiden van onze missie om de auto-industrie te transformeren” en “zullen die regels ons erg veel geld doen uitgeven aan zaken die geen toekomst hebben”, waarna hij stelde dat hij “wenst dat de Europese Unie zijn plannen (om de Euro 7-norm zoals nu gepland door te voeren, nvdr) herziet.” 

Dankt Italië 

de Meo, zelf Italiaan, stelde een en ander op een evenement in het Italiaanse Trento, waar hij de Italiaanse regering loofde voor haar initiatief om de Europese Unie te verplichten om de Euro 7-plannen bij te sturen en stelde dat de Europese constructeursvereniging ACEA de mening van Italië deelt en het land dankt voor zijn steun in de eis tot aanpassing van de plannen.