De emissienormen die Europa aan autobouwers oplegt, hebben niet alleen gevolgen voor personenwagens, maar ook voor lichte bedrijfsvoertuigen. Zo moet de CO2-uitstoot van bestelwagens tegen 2035 verlagen naar nul. Wie met een licht vrachtvoertuig rijdt, is evenmin immuun voor de verschillende lage-emissiezones (LEZ) in ons land.
CO2 versus schadelijke uitstoot
Laten we maar meteen een wijdverbreid misverstand uit de wereld hebben: CO2 is niet vervuilend, niet giftig en niet kankerverwekkend. Het bezorgt je ook geen ademhalingsproblemen. CO2 is wel een broeikasgas en door de overmatige uitstoot ervan door de verwarming van gebouwen, het transport en de industrie draagt het bij tot de opwarming van het klimaat. De EU streeft in dat kader naar klimaatneutraliteit tegen 2050 en heeft beslist dat alle personenwagens en lichte vrachtvoertuigen tegen dan volledig uitstootloos moeten zijn.
Omdat de gemiddelde gebruiksduur van een personenwagen of licht bedrijfsvoertuig in de EU 15 jaar bedraagt, is dan ook beslist dat het vanaf 2035 niet meer mogelijk zal zijn om in de EU nog een nieuwe auto of bestelwagen in te schrijven die niet uitstootvrij is. Wel wordt er in beperkte mate een uitzondering gemaakt voor voertuigen die louter op klimaatneutrale synthetische brandstoffen rijden. Op die manier moet de Europese vloot tegen 2050 zo goed als volledig klimaatneutraal zijn.
Gigantische uitdaging
De transitie naar uitstootloze mobiliteit is al een grote uitdaging voor personenwagens, dus je kunt je voorstellen dat het voor bestelwagens en kleine vrachtwagens nog veel minder voor de hand ligt. Ze stoten meer uit door hun omvang en gewicht, maar ze krijgen daarom nog geen uitstel wat de deadline 2035 betreft.
Concreet zal er voor de bouwers en kopers van lichte bedrijfsvoertuigen – bij een ongewijzigde wetgeving – niets anders opzitten dan van diesel, benzine, aardgas of lpg over te schakelen op elektrische of door een brandstofcel op waterstof aangedreven bedrijfsvoertuigen. Die tweede optie is niet echt realistisch op korte of middellange termijn, waardoor alles wordt ingezet op elektrificatie.
MTM van 3,5 naar 4,25 ton
Constructeurs investeren momenteel miljarden euro’s in de ontwikkeling van nieuwe batterijtechnologieën en elektromotoren om ook hun elektrische bedrijfsvoertuigen van een aanvaardbaar rijbereik te voorzien. De prijs van dergelijke voertuigen zal door hun groeiend aantal en de dalende prijs van accu’s wel zakken, maar hetzelfde prijsniveau als een klassieke diesel is nog niet voor meteen.
Tegelijk zijn wel al de nodige stappen gezet om binnen de EU het kader te creëren waardoor de lidstaten de Maximum Toegelaten Massa van elektrische bedrijfswagens kunnen verhogen van 3,5 naar 4,25 ton, om zo ook voor houders van een rijbewijs B nog steeds aan een aanvaardbaar laadvermogen te komen wanneer ze een (zwaardere) elektrische bestelwagen gebruiken.
Wat met de lage-emissiezones?
Voor de toegang tot een van de LEZ in ons land (Gent, Antwerpen en Brussel) maakt het niet uit of je met een personenwagen (categorie M1) of lichte vrachtwagen (categorie N1) rijdt. De toegang tot de LEZ van beide types voertuigen hangt af van dezelfde euronorm. Die norm beteugelt de schadelijke uitstoot van roet, NOx, CO en andere stoffen (en heeft dus niets met CO2 te maken). Hoe hoger het cijfer van de euronorm, hoe schoner het voertuig.
Voor zowel personen- als lichte vrachtwagens geldt dat ze – opnieuw bij ongewijzigde wetgeving – vandaag toegelaten zijn in de LEZ van ons land als ze als diesel minimaal aan de Euro 5-norm voldoen en als benzine minimaal Euro 2 halen. Vanaf 2026 moet een bestel- of personenwagen met dieselmotor minimaal aan de Euro 6-norm voldoen en als benzine minimaal Euro 3 hebben. Het is dus nog niet meten over en uit met diesel, op voorwaarde dat je een recent exemplaar hebt.
Dit artikel maakt deel uit van de gratis Bedrijfsvoertuigen-Gids van Autonieuws, die je hier kunt lezen.
