Nieuws

© Volvo

Haal je de meerprijs van een elektrische auto eruit?

21 januari 2022
Door Dieter Quartier
Het is voor veel mensen nog altijd contra-intuïtief om voor de duurdere optie te kiezen, maar in het geval van elektrische auto’s haal je er op termijn je profijt uit. Voor particulieren liggen de kaarten echter minder gunstig dan voor ondernemingen.

Terwijl grotere ondernemingen onder invloed van hun MVO-strategie (maatschappelijk verantwoord ondernemen) de omschakeling naar elektrisch oplaadbare auto’s ingezet hebben, leeft er bij kleinere bedrijven en zelfstandigen nog vaak (grote) scepsis. 

Sommige ondernemers hebben vraagtekens bij de praktische haalbaarheid en zelfs het nut van elektrisch rijden, maar de meerderheid van de twijfelaars struikelt vooral over de hoge aankoopprijs. Die ligt vlotjes 30 procent hoger dan die van een gelijkaardige auto met een verbrandingsmotor.

Wie thuis is in de materie, weet dat je je niet blind mag staren op die aankoopprijs. Als je het totale kostenplaatje bekijkt (de Total Cost of Ownership), dan kom je onderaan de streep vaak gunstiger uit met een EV. Zaken die je in rekening moet brengen, zijn de voertuigbelastingen, de energiekosten, het onderhoud, de reparaties, enzovoort.

Fiscale aftrekbaarheid en gebruiksprofiel

Voor bedrijven doet de maximale fiscale aftrekbaarheid de balans vaak in het voordeel van het elektrische voertuig overhellen. Als particulier heb je dit voordeel niet. Daarom is het een kwestie van goed rekenen, al is dat geen eenvoudige oefening.

Wat de zaken bemoeilijkt, maar eigenlijk de enige juiste manier is om een correcte berekening te maken, is een gebruiksprofiel opstellen en de berekening hierop afstemmen. Iemand die gemakkelijk thuis kan laden en vooral korte ritjes doet, zal een andere energiefactuur krijgen dan iemand die het land afschuimt en regelmatig onderweg moet (snel)laden. Onderweg opladen is immers altijd duurder dan thuis stroom afnemen. 

Kostenvergelijking

Bij wijze van voorbeeld nemen we een Volvo XC40 die aangekocht wordt door een vennootschap en vijf jaar wordt gebruikt. Het referentiemodel is de B3-benzineversie in Core-uitvoering (met standaard 7DCT-automaat). We zetten het af tegen de Recharge Pure Electric met enkele elektromotor, eveneens in Core-versie.

Hoewel de elektrische versie € 8.677,68 exclusief btw duurder is in aankoop, komt hij na verrekening van de fiscale effecten en het belastingvoordeel inzake BIV en verkeersbelasting € 4.436,26 goedkoper uit in dit geval. En dat is zelfs zonder rekening te houden met de mogelijke besparingen die je realiseert op het vlak van energiekosten en de onderhouds- en reparatiekosten.

Ook deze kosten zijn overigens aftrekbaar voor 100 procent in het geval van de Recharge en slechts 50 procent bij de B3 benzine. Onderaan de streep loopt het voordeel van de elektrische XC40 met andere woorden nog veel hoger op.

En voor particulieren?

De fiscale aftrekbaarheid speelt inderdaad geen rol bij de particuliere koper. Ook kun je als consument de btw niet deels recupereren, zodat de XC40 Recharge Pure Electric al meteen met een kostennadeel van € 10.500 zit opgescheept. Kan hij dat ooit goedmaken?

De elementen die je de meerprijs kunnen doen terugverdienen als particulier, zijn de verkeersbelasting, de energiekosten en de uitgaven verbonden aan onderhoud en herstellingen. Het is meteen duidelijk dat je als particulier veel langer met je auto zult moeten rijden om het verhaal te doen kloppen. Volgens onze eigen berekeningen zou je al acht jaar en 120.000 kilometer met de elektrische XC40 moeten rijden om een ‘businesscase’ te hebben. Daarbij mag je dan bovendien niet te vaak gebruikmaken van een publiek oplaadpunt.

En de restwaarde?

Deze berekeningen houden geen rekening met de restwaarde. Nochtans werpt die veel gewicht in de schaal. Het probleem is dat niemand vandaag met accuraatheid kan zeggen hoeveel een auto over vijf jaar waard zal zijn, laat staan over acht jaar. 

Zullen benzine-auto’s nog interessant zijn in 2027, of worden ze tegen dan doodgeknepen door de regionale fiscus? Zijn er over vijf jaar klanten die bereid zijn om een elektrische auto te kopen die op dat moment niet meer over de jongste technologie beschikt en misschien achterhaald is? 

Zelfs de meest doorwinterde consultants wagen zich niet aan prognoses, zeker niet na corona en de huidige chiptekorten. Die spelen in elk geval in het voordeel van de marktwaarde van de huidige tweedehandswagens. Omdat er de afgelopen twee jaar minder nieuwe auto’s zijn ingeschreven dan gebruikelijk (zo’n 25 procent), zou het redelijk snor moeten zitten met de restwaarde op middellange termijn, op voorwaarde dat de marktvraag tegen dan minstens even sterk is als vandaag.

ima111111ge001

Dit artikel maakt deel uit van de Autonieuws “Het is geen salon’-Gids, met onder meer informatie over de nieuwe modellen in 2022, de nieuwe fiscale regels, het ‘terugverdienmodel’ van elektrische auto’s, leasing, renting, laadpalen thuis, op kantoor en onderweg, en lage-emissiezones. Download hem nu gratis!

Deel op

Dieter Quartier

Dieter Quartier (°1976) schrijft al sinds 2000 met motorolie in plaats van inkt. Zijn interessesfeer reikt van classics tot electrics. Bedrijfsmobiliteit in ruime zin is zijn dada.

Contact

YesYes BV
Veenstraat 10
B-3630 Maasmechelen

BTW: BE 0883 567 853

Autonieuws

Ook op


© Autonieuws. Alle rechten voorbehouden. Design door We Cre8 It.