De Europese Commissie heeft deze week meegedeeld geen bezwaar te hebben tegen de overname van Opel door PSA (Peugeot/Citroën). “De overname leidt niet tot een verstoring van de markt”, aldus de EU in een mededeling. Daarmee lijkt de deal beklonken: de Franse autogroep betaalt € 1,3 miljard voor het Duitse dochtermerk van GM. Opel is en was een sterk merk met een zeer rijke geschiedenis, het bezit in en buiten Duitsland een reeks fabrieken en beschikt over een gerenommeerde R&D-afdeling met enkele duizenden ingenieurs en designers met een niet te onderschatten knowhow inzake alternatieve aandrijvingssystemen. Getuige daarvan de nieuwe Opel Ampera-e, een elektrisch aangedreven compacte gezinsauto met een effectieve actieradius van 400 km.
De overnamegesprekken startten in het najaar van 2016 en werden in het grootste geheim gevoerd door GM-topvrouw Mary Barra en PSA-voorzitter Carlos Tavares, zonder medeweten van de Opel-directie in Rüsselsheim.
Het nieuws van de overname raakte bekend op de vooravond van het Autosalon van Genève en sloeg in als een bom. Zelfs de toenmalige Franse president François Hollande en Duitse kanselier Angela Merkel waren vooraf niet op de hoogte gebracht, om te voorkomen dat dé politiek roet in het eten zou gooien.
GM-topvrouw Mary Barra wilde koste wat het kost af van het verlieslatende Duitse dochterbedrijf, uit strategische overwegingen. Zij wil General Motors omvormen van een autoproducent tot een leverancier van mobiliteitsconcepten. Het ontwikkelen en bouwen van nieuwe auto’s wordt zo een onderdeel van een groter geheel van industriële en economische activiteiten van de Amerikaanse autogroep.
Door de overname van Opel wordt PSA plots de op één na grootste autogroep in Europa. Of het dat zal blijven hangt af van tal van factoren. Vergeten we niet dat PSA drie jaar geleden zelf op de rand van de afgrond stond. Of de overname op termijn succes zal hebben, hangt voor een groot deel af van de bereidheid van de Duitse en Franse medewerkers om samen de schouders onder het project te zetten. En van de winst die PSA-topman Tavares hoopt te realiseren door nieuwe synergiën tussen Peugeot, Citroën en Opel.
Synergiën realiseren betekent besparingen doorvoeren, lees activiteiten bundelen én fabrieken sluiten. In een overgangsperiode zal niet geraakt worden aan de tewerkstelling maar dat er nadien afdankingen zullen gebeuren, is bijna zo goed als zeker. Het groen licht van de Europese Commissie betekent dus niet dat alle problemen van de baan zijn voor Opel, Peugeot en Citroën. Het tegendeel is waar.