Waar is de tijd dat je met een budget van zelfs nog geen € 15.000 keuze had uit een heleboel nieuwe stadswagens? Alles wordt duurder, ook auto’s dus. Maar tegelijk is ook het aanbod ‘betaalbare’ wagens aanzienlijk kleiner geworden. Wij doken nog eens in de prijslijsten, op zoek naar de vijf goedkoopste of toch minst dure auto’s van het moment.
De reden is even simpel als – toch vanuit de kant van de industrie – begrijpelijk. De ontwikkeling van een compacte auto kost verhoudingsgewijs niet echt zoveel minder dan die van een grote, zeker niet nu de Europese overheid zelfs voor stadswagens tal van veiligheids- en aanverwante voorzieningen verplicht heeft gemaakt. Nogal wat constructeurs oordeelden dan ook al dat het de moeite niet meer loont om nog te investeren in lilliputters op vier wielen die ze met een onvermijdelijk scherp te houden prijs nauwelijks of zelfs helemaal niet meer rendabel krijgen. Ook al, zo moeten we er toch meteen aan toevoegen, omdat het potentiële klantenbestand op de meeste markten wel degelijk wat kleiner is geworden. Als automobilisten de Suzuki Alto of zelfs Ford Fiesta niet meer echt lijken te lusten, verdwijnen die bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd dus zonder opvolger uit de catalogus.
De introductie voor zelfs kleine(re) auto’s van toch iets complexere mild-hybride technologie, de gestegen prijs van grondstoffen, de hogere transportkosten, de inflatie en nog wel wat andere factoren maken evengoed dat nieuwe wagens duurder zijn geworden. En toen de misschien al bijna vergeten crisis in de chipindustrie er ook nog eens voor zorgde dat de vraag naar auto’s een tijdje groter was dan het aanbod of toch de mogelijkheid om ze te bouwen en te leveren, ‘hoefden’ constructeurs en invoerders plots ook niet meer met grote kortingen te zwaaien om nog handtekeningen op hun bestelbonnen te krijgen.
Vandaag zijn de autobouwers natuurlijk wel terug dankbaar voor elke ‘nieuwe’ klant, al zien ze die bij voorkeur wel met een groot budget de toonzaal binnenwandelen. Waar kan je nog terecht als je dat niet hebt of toch niet aan een auto wenst uit te geven? Zonder rekening te houden met al dan niet tijdelijke kortingen of welke promoties dan ook, dit zijn de vijf goedkoopste auto’s die we in de catalogi van november 2024 hebben gevonden.
De met grote voorsprong goedkoopste auto in België blijft natuurlijk de Dacia Sandero. Dat het bij particulieren ook de best verkochte is, geeft toch wel aan dat de markt nog altijd om dat soort (heel) budgetvriendelijke vierwielers vraagt. Voor € 12.890 mag je de SCe 65 mee naar huis nemen, die heeft een motortje van 67 pk, een manuele vijfbak en maar een heel sobere uitrusting. Leg een beetje bij en je krijgt meteen wat extra vermogen en dito comfort, de wat hippere Stepway met 91 pk is er vanaf € 15.590. Interessant blijft ook nog altijd de ECO-G (vanaf € 15.690) met een motor die ook op LPG kan draaien.
Bij Citroën is de nieuwe C3 een beetje het Stellantis-alternatief voor Dacia geworden, voor € 14.990 heb je al een basismodel met een 1,2 liter grote motor van 100 pk en een manuele zesbak. Als je wat meer comfort en zelfs luxe wil, is er voor € 19.200 ook nog een variant met de toepasselijke extra voornaam Max. Qua afmetingen en (zit- en koffer)ruimte zijn de C3 en Dacia vergelijkbaar, maar de Citroën is wat jonger en dus ook wel een modernere auto.
In Italië is de Fiat Panda nog altijd een groot commercieel succes, in België lijken we hem zowat te zijn vergeten. Nochtans blijft hij met een vanafprijs van € 15.180 wel uitermate scherp geprijsd. Je krijgt dan de ‘klassieke’ Panda mee, voor € 17.490 is er een wat avontuurlijker uitgedoste Pandina. Beide varianten hebben een mild-hybride aandrijving van 70 pk.
Met € 18.510 is de Toyota Aygo X het goedkoopste Japanse autootje op de Belgische markt, nog tot eind november voorziet de Belgische invoerder er een korting van € 2.520 euro op. Maar zoals gezegd, we houden het hier ‘gemakkelijkshalve’ toch bij de normale catalogusprijzen. Dan blijft de Zuid-Koreaanse en recent nog eens opgefriste Kia Picanto de scherpst geprijsde Aziaat, die heb je vanaf € 16.290 met een motortje van een dan wel magere 58 pk. Meer kan ook, de 1.2 van 79 pk is er vanaf € 19.290.
Net als zijn Picanto-halfbroer is de Hyundai i10 een half maatje kleiner dan de C3 en de Sandero, dat merk je ook in de wat minder ruimte biedende koffer. In de stad zijn de compacte afmetingen natuurlijk net een grote troef. Met € 17.699 voor de 1.0 Twist van 63 pk is de prijs nog altijd scherp. Beide Zuid-Koreaanse autootjes laten zich ook met een automatische versnellingsbak bestellen, bij Hyundai vragen ze daar een supplement van € 1.150 voor. Meer vermogen kan ook, maar de 1.0 van 90 pk kost wel al € 20.699.
Voor de goedkoopste elektrische auto moet je ook bij Dacia zijn, in de catalogus staat er al een Spring voor € 16.990. De Belgische invoerder voorziet er ook regelmatig grote kortingen voor, daar vallen dus wel zaakjes te doen. De elektrische C3 kost met een instapprijs van € 23.300 voorlopig nog een heel pak meer, maar Citroën belooft voor ‘binnenkort’ wel een aanzienlijk goedkoper basismodel. Hetzelfde Stellantis voert hier sinds kort ook de Chinese Leapmotor T03 in, die elektrische stadsmus is er al vanaf € 18.900.
YesYes BV
Veenstraat 10
B-3630 Maasmechelen
BTW: BE 0883 567 853