Het federale parlement zal naar verwachting in de week van 15 november 2021 stemmen over het wetsvoorstel rond de hervorming van de bedrijfsautofiscaliteit. Insiders geloven dat 90 procent al ongeveer vastligt en dat het enkel nog over enkele amendementen zal gaan. Dit is wat we (ongeveer) mogen verwachten.
Om je meteen al gerust te stellen: voor bedrijfsauto’s besteld vóór 1 juli 2023 wijzigt er fundamenteel niets aan de bestaande autofiscaliteit. De huidige formules voor de fiscale aftrekbaarheid blijven gelden gedurende de fiscale gebruiksduur van het voertuig zolang het voertuig op dezelfde persoon of rechtspersoon ingeschreven blijft. Concreet betekent dit dat het aftrekbaarheidspercentage varieert tussen 40 en 100 procent naargelang van de CO2-uitstoot en het motortype.
Bestel je een bedrijfswagen vanaf 1 juli 2023, dan zal de aftrekbaarheid geleidelijk aan afnemen als volgt.
Diesel, benzine, CNG, LPG, hybride
Voertuigen die niet elektrisch of plug-inhybride zijn, zien hun aftrekbaarheid dalen van maximaal 100 procent in 2023 en 2024 naar maximaal 75 procent in 2025, 50 procent in 2026 en 25 procent in 2027. Vanaf 2028 is de aftrekbaarheid 0 procent. Kortom, ze worden steeds duurder.
Diesel-, benzine-, CNG-, LPG- en hybride auto’s die besteld worden vanaf 1 januari 2026 zijn niet meer fiscaal aftrekbaar.
Plug-inhybrides
In het geval van fiscaal “echte” plug-inhybrides (maximum 50 g/km en minstens 0,45 kWh/ 100 kg voertuiggewicht) zou de maximale fiscale aftrekbaarheid dezelfde degressiviteit kennen als de categorie hierboven.
Bijkomende wijziging: bestel je je PHEV na 31/12/2022, dan zijn de fossielbrandstofkosten beperkt tot een aftrekbaarheid van 50 procent tot en met 2026 en tot 25 procent in 2027. In 2028 verschijnt hier ook een nul voor het aftrekbaarheidspercentage. Daarmee wil de overheid plug-inrijders fiscaal stimuleren om maximaal elektrisch te rijden.
Plug-inhybrides besteld vanaf 1 januari 2026 zijn niet meer fiscaal aftrekbaar.
Elektrische auto’s en waterstofvoertuigen
Zero-emissievoertuigen worden de norm. Bestel je je EV voor eind 2026, dan blijven ze hun maximale aftrekbaarheid (100 procent) behouden. Koop je hem in 2027, dan zakt het percentage met vijf procent (95 procent). Deze daling zet zich voort in 2028 (90 procent), om in 2029 een sprongetje te maken naar 82,5 procent, in 2030 naar 75 procent en in 2031 naar 67,5 procent.
Dat zou dan het eindstation zijn van de fiscale aftrekbaarheid – tot de volgende regering de zaken misschien weer anders ziet.
Wat met het VAA?
De berekeningswijze van het voordeel van alle aard zou de komende jaren niet veranderen. Vanaf 2024 wordt de personenbelasting echter onder de loep genomen en het VAA zou wel eens flink kunnen stijgen onder druk van Europa, dat van oordeel is dat België te kwistig omspringt met bedrijfsauto’s.
Hoe ziet het met de BIV en de verkeersbelasting?
Dat zijn geen federale, maar regionale bevoegdheden. Vlaanderen heeft zijn voertuigfiscaliteit al enkele jaren geleden vergroend: hoe minder CO2, hoe minder je betaalt. Hier zal de komende jaren waarschijnlijk niets aan gewijzigd worden.
In Brussel en Wallonië worden de BIV en de jaarlijkse verkeersbelasting nog steeds ‘à l’ancienne’ berekend: op basis van de motorinhoud en het vermogen, met andere woorden. Ook de leasingmaatschappijen volgen dit systeem, wat voor vreemde situaties zorgt.
Een voorbeeld. Schrijf je je Ford Kuga PHEV in op naam van je bedrijf in Vlaanderen, dan betaal je € 46,23 aan BIV en € 308,86 als jaarlijkse vergoeding om aan het verkeer deel te mogen nemen. Als je dezelfde auto leaset bij een leasemaatschappij, die de auto op haar naam inschrijft en eveneens in Vlaanderen is gelegen, dan betaal je plots € 1.239 respectievelijk € 650,23.
Het ziet ernaar uit dat ook aan dit systeem gesleuteld zal worden in Brussel gezien de emissievrije toekomst die de hoofdstad ambieert.