Automobielconstructeursvereniging ACEA waarschuwt dat de voor juli 2025 geplande Euro 7-emissienorm de gemiddelde auto met een verbrandingsmotor tot € 2.000 duurder kan maken. Intussen laat Italië duidelijk verstaan dat het niet van plan is de nieuwe Europese norm zonder slag of stoot te aanvaarden.
De bedoeling van de voor juli 2025 voorziene Euro 7-norm is het verder terugdringen van de emissies van auto’s met verbrandingsmotoren. De technische investeringen die daarvoor nodig zijn zullen echter een aanzienlijke kostprijs hebben die de gemiddelde auto met een verbrandingsmotor € 2.000 duurder zullen maken, stelt ACEA, de Europese vereniging van autoconstructeurs. Volgens de sectorvereniging zal de impact van de nieuwe norm op de luchtkwaliteit uiterst gering zijn. Ze stelt dat de huidige Euro 6-norm, in combinatie met elektrificatie van de aandrijflijn al zorgt voor een daling van de NOx-uitstoot met 80 procent tegen 2035 in vergelijking met 2020 en dat de Euro 7-norm slechts goed zou zijn voor 2 tot 4 procent extra daling in ruil voor een stijging van de prijs per auto van € 2.000. Ze vindt dan ook dat de maatregel contraproductief zal werken.
Het mogelijke gevolg van die ingreep en prijsstijging is volgens de sectorvereniging dat autokopers die geen oplossing zien in een elektrisch voertuig of de kosten ervan niet kunnen betalen, ook geen nieuwe benzine- of dieselwagen meer zullen kopen maar in de plaats daarvan met hun oudere, vervuilendere auto zullen blijven rijden. Dat zou volgens ACEA niet alleen een negatief gevolg hebben op het milieu maar ook op de autoconstructeurs zelf, die hun omzet zouden zien dalen en verplicht zouden zijn om bepaalde modellen buiten Europa te bouwen om ze nog enigszins betaalbaar te houden.
De reden voor de hogere prijs van een Euro 7-auto is volgens ACEA de hoge kost van bijkomende research en ontwikkeling en productie, boven op de prijs die moet betaald worden voor de technische aanpassingen die nodig zijn om de norm te halen, zoals het voorzien van filters voor het stof van de remmen en dergelijke. Bovendien is de vooropgestelde datum voor de invoering ervan (juli 2025) onrealistisch dichtbij, omdat de EU erg lang heeft getalmd met het vastleggen van de normen waaraan voldaan moet worden, waardoor constructeurs nu voor miljardeninvesteringen staan om hun motoren tijdig aan te passen.
Verschillende constructeurs zoals Renault, Volkswagen en Stellantis (het fusiebedrijf van PSA en FCA) lieten in dat kader al weten dat de invoering van de norm voor wat hen betreft erg contraproductief zou zijn omdat het geld dat wordt besteed aan de verdere ontwikkeling van verbrandingsmotoren niet meer kan geïnvesteerd worden in de elektrificatie, die vanaf 2035 (zo goed als volledig) verplicht is voor het volledige gamma, en die overgang daardoor vertraagd wordt.
Terwijl Italië even geleden Duitsland steunde in het verzet tegen het einde van de verbrandingsmotor in 2035, en daar succesvol in bleek aangezien nu ook auto’s die op klimaatneutrale e-fuels rijden nog toegelaten zullen zijn, laat het nu duidelijk verstaan niet opgezet te zijn met de Euro 7-norm.
De Italiaanse minister van transport Matteo Salvini (Lega Nord) heeft gezegd dat zijn land de stemming over de Euro 7-norm in de Europese Raad mogelijk zou willen blokkeren en dat hij de norm zou willen laten aanpassen of schrappen. Hij wil daarvoor een coalitie smeden met een reeks andere Europese landen, waaronder Frankrijk, dat ook een grote autoindustrie heeft. De anderen waar hij naar verwijst zijn Polen, Tsjechië, Roemenië, Bulgarije Portugal, Hongarije en Slowakije. Samen zouden ze een blokkerende minderheid kunnen vormen om de invoering van de norm zoals hij nu voorligt tegen te houden.
YesYes BV
Veenstraat 10
B-3630 Maasmechelen
BTW: BE 0883 567 853