Het protest van 8 Europese lidstaten tegen de geplande Euro 7-norm heeft tot resultaat geleid. De ministers van de Europese Unie zijn namelijk overeengekomen om het initiële voorstel van de Europese Commissie rond de Euro 7-norm af te zwakken en de bestaande Euro 6-grenswaarden en testprocedure voor auto’s en bestelwagens niet te wijzigen.

De maximaal toegelaten uitlaatuitstootwaarden voor auto’s en lichte vrachtwagens blijven volgens het akkoord ook bij de Euro 7-norm, die vanaf 1 januari 2025 zou ingaan, gelijk aan de huidige Euro 6d-norm, maar er komt wel een nieuwe norm voor fijnstofdeeltjes die door de banden en remmen van auto’s worden geproduceerd. Dat is nieuw, en betekent dat ook elektrische auto’s – die natuurlijk ook banden en remmen hebben - op uitstootvlak zullen worden beoordeeld. 

Voor bussen en vrachtwagens zal de nieuwe norm wel een aanscherping van de huidige betekenen, zodat bijkomende investeringen voor die voertuigen nog steeds noodzakelijk zijn. 

De beslissing van de EU-ministers is hoe dan ook goed nieuws voor de auto-industrie, die nu geen meerdere miljarden euro moet investeren in een tegen 2035 hoe dan ook ten dode opgeschreven nieuwe technologie, aangezien nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren tegen dan niet langer verkocht mogen worden. De acht landen die protest aantekenden, waaronder Frankrijk, Italië en Tsjechië, vonden dat de voorgestelde limieten op vervuilende stoffen te zware investeringen zouden vergen van de autobouwers, geld dat dan niet meer besteed zou kunnen worden aan de noodzakelijke elektrificatie van hun modellengamma. 

Het is nu aan de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie om een definitief akkoord over de nieuwe regels te onderhandelen en vast te leggen.