Steeds meer bedrijven bieden het mobiliteitsbudget aan als alternatief voor de firmawagen. Kan je dat budget ook spenderen aan een gemotoriseerde tweewieler?
De overheid wil het aantal auto’s op onze wegen terugdringen, onder meer door werknemers met een bedrijfswagen te stimuleren om (vaker) gebruik te maken van duurzamere mobiliteitsvormen. Daartoe werd het federale mobiliteitsbudget in het leven geroepen. Wie zijn bedrijfsauto inlevert (of afziet van het recht erop), krijgt een jaarlijkse toelage berekend op de total cost of ownership ervan, dat wil zeggen: de werkelijke kosten van die auto (inclusief brandstof, verzekeringen, belastingen, onderhoud, enzovoort).
Die toelage kan besteed worden aan het openbaar vervoer, een leasefiets, deelsteps, deelauto’s en dies meer. Je mag het zelfs aanwenden voor het busabonnement van je kinderen en voor een treinvakantie met het gezin. De kosten hiervoor zijn 100 procent aftrekbaar voor de werkgever en voor de werknemer is er geen voordeel van alle aard (VAA) van toepassing. Kortom: je duurzaam verplaatsen wordt fiscaal beloond.
Ook gemotoriseerde tweewielers komen in aanmerking voor het mobiliteitsbudget. Wel maakt de Belgische overheid vreemd genoeg een onderscheid tussen brom- en motorfietsen. De eerste categorie mag op benzine rijden in het kader van het mobiliteitsbudget, op voorwaarde dat je je bromfiets bestelt voor 1 januari 2026, terwijl de tweede van meet af aan ‘zero-emission’ moet zijn.
Om welke kosten gaat het? Volgens de website mobiliteitsbudget.be mag je je budget aanwenden voor de aankoop, huur, leasing, financiering, het onderhoud, de stalling van het voertuig alsook de uitrusting ter bescherming van de bestuurder en zijn passagiers en zaken die hun zichtbaarheid verhogen.
Denk bijvoorbeeld aan fietshelmen en fluohesjes. Regenkledij valt niet onder deze categorie, tenzij deze eveneens de bescherming en/of de zichtbaarheid van de bestuurder of zijn passagiers verbetert.
YesYes BV
Veenstraat 10
B-3630 Maasmechelen
BTW: BE 0883 567 853