Nu diesel voor de meeste bestuurders geen optie meer is en benzine erg duur blijft, dringt LPG zich op als een ecologisch en kostenbesparend alternatief. En dan zeker als je voor een cross-over gaat, die toch een slok op de borrel lust. Een doorsnee auto boekt al winst vanaf 33.000 kilometer.
Vandaag betaal je aan de pomp maximaal € 1,71 per liter voor benzine van het type 95 RON E10. Een liter lpg is vandaag haast 2,5 keer zo goedkoop: de maximumprijs ligt op € 0,70. Als je een gemiddelde cross-over neemt die 8,5 l/100 km verbruikt, doe je per honderd kilometer liefst € 8,6 voordeel. Of toch bijna: in een liter lpg zit minder energie dan in een liter benzine. Daarom verbruik je op lpg zo’n 10 à 15 procent meer. Zelfs dan spaar je nog minstens € 7,7 per honderd kilometer.
Klinkt verleidelijk, niet? Natuurlijk moet je wel de meerprijs van het lpg-systeem verrekenen. Die varieert tussen de € 2.000 en de € 3.000 naargelang van het type en de gebruikte tank. Vertrekken we van het gemiddelde, dus € 2.500, dan moet je in ons rekenvoorbeeld 33.000 kilometer rijden om de investering terug te verdienen.
Lpg terugverdiend vanaf 33.000 kilometer
Je hebt in dit geval dus een “businesscase” zodra je 33.000 kilometer gereden hebt, toch? Wel, zo goed als. Je moet immers nog rekening houden met de aanvullende verkeersbelasting op lpg-voertuigen, ter compensatie van de lagere accijnzen. Inderdaad, de overheid heft minder accijnzen op autogas, maar wil daar wel een compensatie voor krijgen… Voor een auto met een motorinhoud tussen 1,4 en 2,5 liter betaal je jaarlijks € 148,68 extra. Dikkere motoren zijn € 208,20 verschuldigd, kleinere komen er met € 89,16 vanaf.
Om het helemaal absurd te maken, krijg je in Vlaanderen wel € 100 korting op de verkeersbelasting als je op lpg rijdt omdat het beschouwd wordt als een groene brandstof, zodat de bovenstaande bedragen verlagen tot € 48,86, € 108,20 en € 0, respectievelijk. Komt daar nog bij dat je € 298 korting krijgt op de BIV (belasting op inverkeerstelling) als de auto bij inschrijving is uitgerust met een lpg-installatie. Onderaan de streep is er dus geen fiscale afstraffing meer voor lpg en kun je er zelfs je voordeel mee doen bij de inschrijving.
Is lpg betrouwbaar?
Helaas is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Hoewel er technisch geen reden is om je zorgen te maken met de jongste lpg-installaties, verlies je toch (mogelijk) de fabriekswaarborg op je auto. Het automerk behoudt zich het recht voor om een tussenkomst onder garantie te weigeren mocht er een oorzakelijk verband kunnen worden vastgesteld tussen het plaatsen van de lpg-installatie (of om het even welk ander niet-origineel systeem) en het defect.
Anderzijds is de lpg-installatie zelf natuurlijk ook gedekt door waarborg. Die bedraagt doorgaans twee jaar. Sommige fabrikanten geven drie, ja zelfs vijf jaar garantie. De meeste problemen doen zich echter pas voor op hoge kilometrages, wanneer de garantie allang vervallen is. Het gaat dan veelal om de kleppen en de klepzittingen van de motor. Het probleem is dat die blootgesteld worden aan hogere piektemperaturen dan bij benzine, te wijten aan een lager vlampunt van lpg. In benzine zitten bovendien additieven om de kleppen te smeren.
Hoe kun je klepschade vermijden? Sommige fabrikanten bevelen aan om een bijkomend klepsmeringssysteem te laten monteren. Dat vernevelt meestal een additief rechtstreeks in het inlaatspruitstuk. Je kunt ook opteren voor een LPI-systeem, waarbij lpg vloeibaar in plaats van gasvormig geïnjecteerd wordt. Het vloeibare lpg onttrekt warmte aan de verbrandingskamer wanneer het wordt geïnjecteerd, zodat de kleppen en klepzittingen minder thermisch belast worden.
Hoe veilig is lpg?
Lpg heeft in de jaren 70 en 80 een kwalijke veiligheidsreputatie gekregen, te wijten aan de huis-tuin-en-keukeninstallaties die voor lekkages en de occasionele ontploffing zorgden. Intussen zijn lpg-installaties strikt gereglementeerd en worden ze streng gecontroleerd.
Bovendien heeft de lpg-tank allerlei veiligheidsmechanismen waardoor het ontploffingsgevaar vrijwel onbestaande is. Ze is ook gemaakt van dikwandig staal dat ook bij een auto-ongeval intact blijft. Een veiligheidsventiel zorgt ervoor dat in geval van brand het gas op een gecontroleerde manier ontsnapt, zonder dat de tank ontploft.
De tank is bovendien voorzien van een klep die automatisch sluit als de motor stilvalt, op benzine rijdt of wordt stilgelegd. Het lpg kan dus niet ontsnappen. Ook de tankinstallaties voldoen aan de hoogste veiligheidsnormen. Gas tanken is niet gevaarlijker dan benzine tanken.
Welke auto’s kunnen op lpg rijden?
Sommige autoconstructeurs bieden hun modellen ‘af fabriek’ aan met een lpg-installatie. Dacia is daar een typisch voorbeeld van. Andere merken werken samen met lokale installateurs om hun auto’s om te bouwen voor lpg. De waarborg blijft in dat geval onverminderd geldig. Voorbeelden zijn BAIC en DFSK, twee Chinese merken die door OneAutomotive verdeeld worden bij ons.
In principe kun je elke benzinemotor op lpg laten draaien, maar daar zijn wel wat technische aanpassingen voor nodig (zie hierboven), naargelang van het type injectie waarmee de auto is uitgerust. Bij een klassieke indirecte injectie wordt het lpg in dampvorm in de inlaatbuizen van de inlaatcollector ingespoten, naast de plaats waar de benzine-injectoren gemonteerd zijn. Dat is wellicht de eenvoudigste oplossing.
De kaarten liggen anders als je auto voorzien is van directe benzine-injectie. De injectoren zitten hier in de verbrandingskamer. In dat geval zijn er twee opties. Bij een klassiek lpg-systeem wordt het gas nog steeds in de inlaatcollector in dampvorm ingespoten. De benzine-injectoren worden tijdens rijden op lpg blootgesteld aan enorme hitte. Het gevolg hiervan is dat de benzine-injectoren aankoeken door vervuiling en deels verstopt raken. Daar kan een mouw aan worden gepast door op bepaalde momenten benzine simultaan met lpg te injecteren. De motor draait dan op een dubbel mengsel en verbruikt dus ook een beetje benzine.
Ideaal is dat dus niet. Vandaar dat de tweede optie volgens de experts aanbeveling verdient. Het lpg wordt vloeibaar geïnjecteerd in de verbrandingskamer zodat er geen koelingsproblemen ontstaan. De directe inspuiting maakt een exacte dosering van de brandstof mogelijk en ook het oorspronkelijke motormanagement blijft actief, wat het verbruik en de rijeigenschappen ten goede komt.
Vandaag betaal je aan de pomp maximaal € 1,71 per liter voor benzine van het type 95 RON E10. Een liter lpg is vandaag haast 2,5 keer zo goedkoop: de maximumprijs ligt op € 0,70. Als je een gemiddelde cross-over neemt die 8,5 l/100 km verbruikt, doe je per honderd kilometer liefst € 8,6 voordeel. Of toch bijna: in een liter lpg zit minder energie dan in een liter benzine. Daarom verbruik je op lpg zo’n 10 à 15 procent meer. Zelfs dan spaar je nog minstens € 7,7 per honderd kilometer.
Klinkt verleidelijk, niet? Natuurlijk moet je wel de meerprijs van het lpg-systeem verrekenen. Die varieert tussen de € 2.000 en de € 3.000 naargelang van het type en de gebruikte tank. Vertrekken we van het gemiddelde, dus € 2.500, dan moet je in ons rekenvoorbeeld 33.000 kilometer rijden om de investering terug te verdienen.
Lpg terugverdiend vanaf 33.000 kilometer
Je hebt in dit geval dus een “businesscase” zodra je 33.000 kilometer gereden hebt, toch? Wel, zo goed als. Je moet immers nog rekening houden met de aanvullende verkeersbelasting op lpg-voertuigen, ter compensatie van de lagere accijnzen. Inderdaad, de overheid heft minder accijnzen op autogas, maar wil daar wel een compensatie voor krijgen… Voor een auto met een motorinhoud tussen 1,4 en 2,5 liter betaal je jaarlijks € 148,68 extra. Dikkere motoren zijn € 208,20 verschuldigd, kleinere komen er met € 89,16 vanaf.
Om het helemaal absurd te maken, krijg je in Vlaanderen wel € 100 korting op de verkeersbelasting als je op lpg rijdt omdat het beschouwd wordt als een groene brandstof, zodat de bovenstaande bedragen verlagen tot € 48,86, € 108,20 en € 0, respectievelijk. Komt daar nog bij dat je € 298 korting krijgt op de BIV (belasting op inverkeerstelling) als de auto bij inschrijving is uitgerust met een lpg-installatie. Onderaan de streep is er dus geen fiscale afstraffing meer voor lpg en kun je er zelfs je voordeel mee doen bij de inschrijving.
Is lpg betrouwbaar?
Helaas is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Hoewel er technisch geen reden is om je zorgen te maken met de jongste lpg-installaties, verlies je toch (mogelijk) de fabriekswaarborg op je auto. Het automerk behoudt zich het recht voor om een tussenkomst onder garantie te weigeren mocht er een oorzakelijk verband kunnen worden vastgesteld tussen het plaatsen van de lpg-installatie (of om het even welk ander niet-origineel systeem) en het defect.
Anderzijds is de lpg-installatie zelf natuurlijk ook gedekt door waarborg. Die bedraagt doorgaans twee jaar. Sommige fabrikanten geven drie, ja zelfs vijf jaar garantie. De meeste problemen doen zich echter pas voor op hoge kilometrages, wanneer de garantie allang vervallen is. Het gaat dan veelal om de kleppen en de klepzittingen van de motor. Het probleem is dat die blootgesteld worden aan hogere piektemperaturen dan bij benzine, te wijten aan een lager vlampunt van lpg. In benzine zitten bovendien additieven om de kleppen te smeren.
Hoe kun je klepschade vermijden? Sommige fabrikanten bevelen aan om een bijkomend klepsmeringssysteem te laten monteren. Dat vernevelt meestal een additief rechtstreeks in het inlaatspruitstuk. Je kunt ook opteren voor een LPI-systeem, waarbij lpg vloeibaar in plaats van gasvormig geïnjecteerd wordt. Het vloeibare lpg onttrekt warmte aan de verbrandingskamer wanneer het wordt geïnjecteerd, zodat de kleppen en klepzittingen minder thermisch belast worden.
Hoe veilig is lpg?
Lpg heeft in de jaren 70 en 80 een kwalijke veiligheidsreputatie gekregen, te wijten aan de huis-tuin-en-keukeninstallaties die voor lekkages en de occasionele ontploffing zorgden. Intussen zijn lpg-installaties strikt gereglementeerd en worden ze streng gecontroleerd.
Bovendien heeft de lpg-tank allerlei veiligheidsmechanismen waardoor het ontploffingsgevaar vrijwel onbestaande is. Ze is ook gemaakt van dikwandig staal dat ook bij een auto-ongeval intact blijft. Een veiligheidsventiel zorgt ervoor dat in geval van brand het gas op een gecontroleerde manier ontsnapt, zonder dat de tank ontploft.
De tank is bovendien voorzien van een klep die automatisch sluit als de motor stilvalt, op benzine rijdt of wordt stilgelegd. Het lpg kan dus niet ontsnappen. Ook de tankinstallaties voldoen aan de hoogste veiligheidsnormen. Gas tanken is niet gevaarlijker dan benzine tanken.
Welke auto’s kunnen op lpg rijden?
Sommige autoconstructeurs bieden hun modellen ‘af fabriek’ aan met een lpg-installatie. Dacia is daar een typisch voorbeeld van. Andere merken werken samen met lokale installateurs om hun auto’s om te bouwen voor lpg. De waarborg blijft in dat geval onverminderd geldig. Voorbeelden zijn BAIC en DFSK, twee Chinese merken die door OneAutomotive verdeeld worden bij ons.
In principe kun je elke benzinemotor op lpg laten draaien, maar daar zijn wel wat technische aanpassingen voor nodig (zie hierboven), naargelang van het type injectie waarmee de auto is uitgerust. Bij een klassieke indirecte injectie wordt het lpg in dampvorm in de inlaatbuizen van de inlaatcollector ingespoten, naast de plaats waar de benzine-injectoren gemonteerd zijn. Dat is wellicht de eenvoudigste oplossing.
De kaarten liggen anders als je auto voorzien is van directe benzine-injectie. De injectoren zitten hier in de verbrandingskamer. In dat geval zijn er twee opties. Bij een klassiek lpg-systeem wordt het gas nog steeds in de inlaatcollector in dampvorm ingespoten. De benzine-injectoren worden tijdens rijden op lpg blootgesteld aan enorme hitte. Het gevolg hiervan is dat de benzine-injectoren aankoeken door vervuiling en deels verstopt raken. Daar kan een mouw aan worden gepast door op bepaalde momenten benzine simultaan met lpg te injecteren. De motor draait dan op een dubbel mengsel en verbruikt dus ook een beetje benzine.
Ideaal is dat dus niet. Vandaar dat de tweede optie volgens de experts aanbeveling verdient. Het lpg wordt vloeibaar geïnjecteerd in de verbrandingskamer zodat er geen koelingsproblemen ontstaan. De directe inspuiting maakt een exacte dosering van de brandstof mogelijk en ook het oorspronkelijke motormanagement blijft actief, wat het verbruik en de rijeigenschappen ten goede komt.
Net binnen
Meest gelezen
Dieter Quartier
Dieter Quartier (°1976) schrijft al sinds 2000 met motorolie in plaats van inkt. Zijn interessesfeer reikt van classics tot electrics. Bedrijfsmobiliteit in ruime zin is zijn dada.
