Al hebben we op het moment van schrijven nog geen Federale regering, toch zijn er enkele elementen die fiscaal in steen gebeiteld staan voor 2025. Ze werden eerder al vastgelegd of zijn het resultaat van een recente beslissing van de FOD Financiën.
Heb je een bedrijfswagen, ben je zelfstandig of run je een vennootschap? Dan mag je deze drie elementen niet over het hoofd zien, wil je je kosten onder controle houden en belastingtechnisch geen fouten maken.
1 Voordeel van alle aard: benzine en diesel weer duurder
Als je het voorrecht hebt om over een bedrijfsauto te beschikken en deze ook privé mag gebruiken, dan geniet je een belastbaar voordeel. Dit zogenaamde voordeel van alle aard (VAA) wordt berekend op basis van de brandstofsoort, de CO2-uitstoot, de cataloguswaarde en de leeftijd van de auto. Voor het tweede element wordt de uitstoot van de wagen afgewogen tegen die van de gemiddelde uitstoot van het Belgische wagenpark. Die gaat jaarlijks naar beneden omdat er steeds meer elektrische auto’s ingeschreven worden.
Voor 2025 dalen de referentiewaarden van 78 g/km naar 71 g/km voor benzines en van 65 g/km naar 59 g/km voor diesels, of ze nu hybride zijn of niet. Rij je dus met een diesel of benzine en komt de CO2-uitstoot van jouw auto boven deze waardes uit, dan stijgt je VAA-bedrag.De minimumbijdrage bedraagt voor 2025 trouwens € 1.650 per jaar. Ze is van toepassing op auto’s die maximaal de referentiewaarde uitstoten en een fiscale catalogusprijs hebben van maximaal € 35.000.
2 Vergoeding laadstroom thuis mag forfaitair
De meeste gebruikers van een elektrische of plug-inhybride bedrijfsauto krijgen van hun werkgever niet alleen een wallbox, laadpaal of smart cable, maar ook een vergoeding voor de stroom die ze thuis afnemen om hun firmawagen op te laden. Die vergoeding moet in principe gebeuren op basis van de werkelijke kosten, maar die zijn in de praktijk erg moeilijk te bepalen. Denk aan variabele energietarieven, zonnepanelen, thuisbatterijen, verandering van leverancier, enzovoort. Daarom heeft de FOD Financiën beslist dat bedrijven een forfaitair tarief mogen gebruiken. Dat wordt voor elk gewest en per kwartaal berekend door de CREG.
Hoe wordt dat vaste kwartaalbedrag bepaald? In de circulaire van de FOD staat te lezen dat het gaat om de “gemiddelde commerciële elektriciteitsprijs all-in op de kleinhandelsmarkt voor residentiële klanten met een huishouden met digitale teller, een elektrisch voertuig, een verbruik van 8.000 kWh/jaar en gemiddelde maandpiek van 7,36 kW, zoals door de CREG gepubliceerd in haar boordtabel op haar website voor die betreffende maand”. De all-in prijs bevat de prijs voor de energie, de netwerkkosten (transmissie/transport en distributie), de heffingen en toeslagen en btw.
3 Fiscale aftrekbaarheid 2025: de bodem valt weg
De formule voor de berekening van de fiscale aftrekbaarheid verandert niet: het percentage is nog altijd het resultaat van de formule 120 % – (0,5 % × brandstofcoëfficiënt × aantal g/km CO2). Diesel heeft coëfficiënt 1, benzine 0,95. Tot nog toe gold een forfaitair percentage van 50 procent voor auto’s die tussen 141 g/km en 200 g/km uitstootten en van 40 procent voor wagens met een CO2-waarde van meer dan 200 g/km. Aan deze forfaitaire percentages komt op 1 januari 2025 een einde.
Bestel je vandaag een diesel met een uitstoot van bijvoorbeeld 176 g/km, dan kun je hem in 2025 nog maar voor 32 procent aftrekken. Alles boven de 240 g/km is niet meer aftrekbaar. De maximale aftrekbaarheid voor niet-emissievrije auto’s daalt voortaan bovendien jaar na jaar. Voor 2025 ligt het maximum op 75 procent – ook voor plug-inhybrides. In 2026 wordt dat 50 procent, in 2027 25 procent en vanaf 2028 nul procent. Hoe langer je je diesel, benzine of hybride bijhoudt, hoe duurder hij fiscaal dus wordt.
