Autofabrikanten die hun voertuigen in Europa op de markt brengen krijgen door de Europese Commissie CO2-uitstootnormen opgelegd. Die werden in 2025 nog verstrengd en dreigden de autobouwers met tot € 16 miljard aan boetes op te zadelen omdat de elektrificatie trager loopt dan voorzien. Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen kondigde vandaag echter aan dat de constructeurs extra tijd krijgen om de objectieven te halen.
Woensdag stelt Ursula von der Leyen een Masterplan voor de ondersteuning van de Europese auto-industrie voor. Eén maatregel daaruit die nog deze maand aan de lidstaten en het Europees Parlement zal worden voorgelegd is alvast bekend. De Europese Commissie zal namelijk een voorstel indienen dat autofabrikanten drie jaar extra tijd geeft om de CO2-emissiedoelstellingen te halen die oorspronkelijk voor dit jaar waren vastgesteld.
Het gaat om een versoepeling die massale boetes moet vermijden. In de praktijk zal het toegelaten zijn dat autobouwers de doelstelling in 2025 niet halen, zolang ze de volgende twee jaren maar beter presteren. De jaarlijkse doelstellingen worden dus omgezet naar een driejaarlijks doel.
Meer ademruimte voor de industrie
In Europa verkochte auto’s mogen dit jaar gemiddeld maar 93,6 g/km aan CO2 uitstoten, op straffe van boetes. Wie de norm niet haalt, betaalt € 90 per gram boven het doel en per verkochte auto. Zo liet VW al weten dat het door de maatregel € 1,5 miljard aan boetes riskeerde en werd het totaalbedrag aan CO2-boetes voor de fabrikanten in Europa door sectororganisatie ACEA op maar liefst € 16 miljard geschat. Geld dat vanzelfsprekend niet meer zou kunnen worden geïnvesteerd in de elektrificatie.
De vraag voor een versoepeling klonk dan ook luid in de autosector die moest vaststellen dat de verkoop van elektrische auto’s niet zo snel toeneemt als verwacht, na een felle daling van de EV-verkoop vorig jaar.
“In plaats van de jaarlijkse naleving krijgen bedrijven drie jaar de tijd om te bankieren en te lenen,” zei Von der Leyen. “De doelstellingen blijven hetzelfde, maar het betekent meer ademruimte voor de industrie en meer duidelijkheid, zonder de overeengekomen doelstellingen te veranderen.”
In de praktijk mogen autobouwers de gemiddelde CO2-uitstoot van hun nieuwe auto's in 2025, 2026 en 2027 bij elkaar optellen en daar het gemiddelde van nemen.Pas als dat gemiddelde nog altijd boven 93,6 gram per kilometer ligt, zullen boetes moeten betaald worden.
Dat betekent dus enig respijt, maar zorgt er wel voor dat wie het objectief dit jaar niet haalt in de volgende jaren extra veel inspanningen zal moeten leveren om boetes te vermijden. Dat zou echter wel mogelijk zijn nu er steeds meer betaalbare EV’s op de markt komen.
Noodzaak aan “pooling” neemt af
Om aan de objectieven te voldoen bestaat er ook een mogelijkheid tot het “poolen” met andere autofabrikanten die wel aan de uitstootgemiddeldes voldoen doordat ze, zoals Tesla of BYD bijvoorbeeld, alleen of bijna alleen maar elektrische auto’s verkopen. Die fabrikanten moeten daarvoor natuurlijk vergoed worden en dan zou de Europese industrie eigenlijk vooral bijdragen aan de winst van Amerikaanse of Chinese autobouwers, wat vanzelfsprekend niet de bedoeling is. Dergelijke systemen worden minder noodzakelijk als de autobouwers meer tijd krijgen om op eigen kracht het objectief te behalen.
Volvo en Tesla niet enthousiast
Niet alle merken zijn even enthousiast over die versoepeling. Logischerwijs is Tesla, dat als zuivere EV-producent automatisch aan de uitstootvoorwaarden voldoet niet blij met het voorstel, dat de kans dat merken voor “pooling” naar Tesla kijken vermindert.
Daarnaast vindt ook Volvo de maatregel niet verstandig en stelt het merk dat de toegift merken die zwaar hebben geïnvesteerd in elektrificatie benadeelt en de overstap naar elektrische auto’s vertraagt.
Woensdag publiceert de Europese Commissie het volledige actieplan met een reeks maatregelen om de Europese auto-industrie te helpen. Daarbij zou een Europees subsidieplan voor de aankoop van elektrische auto’s, stimulansen voor het installeren van laadinfrastructuur en mogelijk ook directe steun voor Europese accufabrikanten voorzien worden om de elektrificatie te versnellen en het concurrentievermogen van de Europese bedrijven ten opzichte van de Chinese leveranciers te ondersteunen.
