Nog geen elektrische en zelfs nog geen hybride aandrijving, Aston Martin brengt zijn nieuwe of toch grondig vernieuwde Vantage andermaal met een klassieke V8 van AMG-origine. Die is nu wel 665 pk sterk.

Als je geen echte Aston Martin-kenner bent, merk je allicht amper op dat het hier om een nieuw model gaat. De jongste Vantage lijkt nog heel sterk op zijn voorganger uit 2017, waarmee je je weer de vraag kan stellen of het niet eerder een grondige evolutie dan een compleet nieuw model betreft. Iets tussen de twee, wellicht. Ook de aandrijftechnologie komt nog uit de oude doos, wat natuurlijk absoluut geen minpunt hoeft te zijn. Zelfs niet als je een ‘groene’ Aston Martin wilt, wat toch nog altijd dé kleur van het merk is. Voor de eerste fotoshoot van het nieuwe model werd echter wel een geel exemplaar gebruikt.

Een pak meer kracht

Van een variant met V12 is geen sprake meer, onder de fraai gevormde motorkap van de Vantage schuilt wel nog altijd de bekende en 4 liter grote V8. Die komt van AMG en dus Mercedes, het gebruik van nog wat grotere turbo’s en nieuwe nokkenassen drijft het vermogen en het koppel nu op tot 665 pk en 800 Nm. In vergelijking met de vorige Vantage gaat het om een winst van respectievelijk 155 pk en 115 Nm. Al die kracht moet nog steeds via (enkel) de achterwielen naar het asfalt, met de standaard voorziene ZF-achttrapsautomaat raast de auto in zo’n 3,5 seconden van 0 naar 100 km/h. De topsnelheid van de tweezitter is opgevoerd tot 325 km/h.

De Vantage heeft een elektronisch sperdifferentieel, er zouden in het Aston Martin-atelier en op het testcircuit ook flink wat werkuren zijn besteed aan de afstelling van de stuurinrichting, de stabiliteitscontrole, de tractiecontrole en de kalibratie van de rijmodi. De sportwagen heeft ook nieuwe en ‘snellere’ adaptieve schokdempers van Bilstein, rond de 21-duimsvelgen zitten Michelin Pilot Sport S 5-banden met maat 275/35 voor- en 325/30 achteraan. Je kan ook koolstofkeramische remmen krijgen, maar die blijven wel een optie. De ontwerpers zeggen dat de structuur van de auto een pak steviger is geworden, we durven er dan ook geen halve seconde aan twijfelen dat het qua efficiëntie en rijplezier helemaal goed zit. Formule 1-rijder Fernando Alonso kroop tijdens de ontwikkeling ook regelmatig achter het stuur, die is natuurlijk nooit tevreden met half werk.

Nieuw front

We zeiden het al, de looks van de nieuwe Vantage verschillen echt niet veel van die van de vorige. Net zoals de in 2023 gelanceerde DB12 esthetisch ook niet echt veel verschilde van de DB11 die hij opvolgde. Trouwe Aston Martin-klanten zullen het misschien wel waarderen, zeker als ze nog eventjes willen wachten om voor het nieuwste speelgoed uit de catalogus te gaan. Wie toch meteen zo’n nieuwe Vantage bestelt, krijgt in de loop van het jaar dus een exemplaar met een wel grondig hertekend front.

Opmerkelijk, omdat het een beetje tegen de trends ingaat, is dat de lichtblokken (met Matrix-technologie) wat... groter zijn geworden. De bumper en de ook aanzienlijk grotere grille zijn evengoed nieuw, visueel wordt de familieband met de DB12 daarmee ook weer wat duidelijker. Maar van een compleet nieuwe auto kun je dus toch niet spreken.

Mikken op Porsche 911 Turbo S

Dat geldt wel voor het interieur van de tweezitter, daar is verwarring tussen oud en nieuw echt uitgesloten. De auto heeft een natuurlijk digitaal instrumentenbord met een fraaie overkapping, bijzonder knap is ook de brede en hellende middenconsole met nog heel wat klassieke bedieningstoetsen. Er zijn ook een grote startknop en een net heel klein pookje voor de transmissie. Het onvermijdelijke infotainmentscherm, met maat 10,25 duim, staat vrij laag. Maar je houdt sowieso je ogen op de weg als je met een Aston Martin rijdt. Nu ja, dat moet natuurlijk in elke auto. Over het verdwijnen van de V12 hadden we het al, er komt quasi zeker wel weer een cabriovariant. En wat de grootste concurrent van de Vantage is? Geen twijfel, dat is en blijft de Porsche 911. De Turbo S in het bijzonder, die is 650 pk sterk.