Wie onze test van de EQS gelezen heeft, weet dat de nieuwe ‘elektrische S-Klasse’ indruk op ons heeft gemaakt. Hij is onvoorstelbaar stil, lijkt te zweven over het wegdek, levert soevereine prestaties, neemt bochten als een GT en is verrassend zuinig dankzij de intelligente recuperatie. Bovendien verwent hij zijn inzittenden met een hoogstaand comfort en een infotainment-interface die alle andere systemen verouderd doet lijken – als je tenminste voor het Hyperscreen opteert.
Als Mercedes-Benz dan zegt dat de EQE het gros van deze technologieën overneemt, dan kan dat enkel maar goed nieuws zijn.  De ‘elektrische E-Klasse’ is vanzelfsprekend een maatje kleiner en een stuk goedkoper dan zijn grote broer. Als we mogen afgaan op de prijsverhouding tussen de S-Klasse en de EQS, dan kunnen we voor de EQE prijzen verwachten die beginnen bij zo’n € 65.000 inclusief btw.  
Mini-EQS, maar dan anders

Rust de EQS op een wielbasis van 3.210 mm, dan is die bij de EQE 90 mm korter. De binnenruimte belooft dus eveneens erg riant te zijn. De totale lengte van de EQS bedraagt 5.216 mm, hij is 1.926 mm breed en zijn dak torent 1.512 mm boven het asfalt uit. De EQE-cijfers zijn respectievelijk 4.946 mm, 1961 mm en 1.512 mm.  
De EQE heeft dan ook een iets minder gestrekt profiel. Het One-bow-design is minder uitgesproken dan bij de EQS en het geheel gaat wat meer in de richting van de CLS. Van die laatste neemt hij het vierdeurscoupé-achtige silhouet en de afzonderlijke kofferbak over. Hier is dus geen sprake van een vijfde deur, die de EQS net zo praktisch en opvallend maakt. De koffer kan trouwens 430 liter slikken, terwijl dat bij de EQS een fors grotere 610 liter is.

EQE 350 als instapmodel

Door zijn iets kortere platform kan de EQE minder batterijcellen huisvesten. Het gaat om zo’n 17 procent: terwijl de EQS 108 kWh biedt, houdt de EQE het bij 90 kWh. Dat is niettemin voldoende om zo’n 660 kilometer ver te geraken volgens de WLTP-cyclus – of toch in het geval van de instapversie, de EQE 350. Ter vergelijking, de EQS 450+ haalt 780 kilometer.

Beide modellen zijn technisch best vergelijkbaar. Zowel de EQS 450+ als de EQE 350 worden op de achterwielen aangedreven door één elektromotor, die in het eerste geval 333 pk levert en in het tweede 292 pk. Reken dus op gelijkaardige acceleratiecijfers (een dikke zes seconden van nul naar honderd), aangezien de EQE minder weegt.

Mercedes maakt ook gewag van potentere versies met 4Matic-vierwielaandrijving. Daar is vandaag echter nog niets over bekend. 
Wat de EQE uniek maakt

Net als bij de EQS kan de EQE rekenen op heel wat USP’s om gefortuneerde klanten te overtuigen. Zo is er het fantastische Hyperscreen, dat stukken van mensen kost maar zich allicht helemaal terugbetaalt bij de wederverkoop. Ook de over 10 graden draaiende achterwielen zijn verkrijgbaar en een aanbevelenswaardige extra. Ze verhogen de wendbaarheid en verkorten de draaicirkel aanzienlijk, voor een ongezien manoeuvreergemak.

Is de Airmatic-luchtvering standaard op de EQS, dan moet je ervoor bijbetalen op de EQE. Wij zouden hem zeker aanvinken op de bestelbon. Wie gevoelig is aan allergenen of gewoonweg zoveel mogelijk fijnstof, bacteriën en virussen uit het interieur wil weren, kan voor de geavanceerde HEPA-filter gaan.

Wij zijn heel benieuwd naar hoe de EQE er in vlees en bloed uitziet. Volg onze social media-kanalen om live updates en foto’s te ontvangen vanop het Mobiliteitssalon in München (IAA Mobility), waar Autonieuws aanwezig is van 5 tot 8 september 2021.