Het zal ooit wel eens voorvallen: je buur, vriendin of zus zit even zonder auto en je wilt jouw bedrijfswagen wel uitlenen. Of je rijdt met je bedrijfsauto naar het zuiden met vrienden en je wilt het stuur delen. Mag dat?

Het antwoord op deze vraag is vrij eenvoudig: dat hangt af van de werkgever, die de gebruiksvoorwaarden duidelijk moet stipuleren in de carpolicy. In de meest gevallen mag de firmawagen bestuurd worden door de werknemer en zijn/haar inwonende partner. Soms mogen ook de inwonende kinderen van de werknemer met de auto van het bedrijf rijden, op voorwaarde dat ze een bepaalde minimumleeftijd hebben en al enkele jaren hun rijbewijs op zak hebben. 

Ook voor vakantieritten staan werkgevers soms toe dat de meereizende volwassenen met een geldig rijbewijs het stuur mogen overnemen. Het is aan de werkgever om de voorwaarden te specifiëren en te laten ondertekenen door de werknemer. Bij misbruik pleeg je een inbreuk op de voorwaarden van je arbeidsovereenkomst en kan de werkgever eventuele schade aan de bedrijfsauto op de werknemer verhalen, mocht hij verantwoordelijk worden geacht.

Wat zegt de verzekering

Elke auto is minstens verzekerd in “BA” (Burgerlijke Aansprakelijkheid). Deze BA vergoedt steeds de schade aan de tegenpartij, of de auto nu bestuurd wordt door de hoofdbestuurder of iemand anders.  De omniumverzekering (indien die werd afgesloten) dekt de schade aan je eigen auto, maar het kan wel zijn dat de verzekeringsmaatschappij van de werkgever een hogere vrijstelling hanteert mocht het ongeval veroorzaakt zijn door iemand die niet de gebruikelijke bestuurder is. 

Het is de hoofdbestuurder die deze rekening gepresenteerd krijgt bij een schadegeval in fout. Indien dat gestipuleerd staat in de arbeidsvoorwaarden, dan kan het bedrag van de vrijstelling rechtsreeks van het loon worden ingehouden.