In normale tijden zou de officiële kilometervergoeding op 1 juli 2020 gestegen zijn – alles wordt immers duurder. In de huidige corona-era zijn de brandstofprijzen echter gedaald en dat betekent dat je voortaan minder eurocenten per kilometer krijgt vergoed voor officiële werkverplaatsingen met je privéauto, -motorfiets of -bromfiets. Een drama is het niet: het bedrag daalt van € 0,3653 € naar € 0,3542 per kilometer, wat overeenstemt met een vermindering van 3%. Het nieuwe tarief geldt vanaf 1 juli 2020 tot en met 30 juni 2021. Ter herinnering: de kilometervergoeding is vrij van belastingen en sociale bijdragen en is niet van toepassing voor woon-werkverkeer.
Als je met je privévoertuig 6.000 km per jaar in opdracht van je werkgever rijdt, krijg je voortaan dus € 2.125,20 uitbetaald in plaats van € 2.191,80. Een verschil van € 66,60. Als je gemiddeld 7 liter benzine per 100 kilometer verbruikt en we vertrekken van een kostprijs van € 1,25 per liter, dan kost je auto € 8,75 aan brandstof per 100 km oftewel € 0,0875 per kilometer. Doe dat maal 6.000 en je komt aan € 525.
Een jaar geleden kostte diezelfde benzine een kleine 10% meer (bron:
Carbu.com), wat overeenstemt met € 9,60 per 100 km of € 0,096 per kilometer en dus €575 voor 6.000 kilometer. Dat is een verschil van € 50, terwijl je dus € 66,60 minder vergoed krijgt door je werk.
Meer dan brandstofAls je het zo bekijkt, dan lijkt de correctie ‘fair’ – of toch voor wie gemiddeld 7 liter benzine stookt. Rijd je op diesel en/of wijkt je verbruik hier sterk vanaf, dan vertellen de cijfers een ander verhaal. Hoe meer je verbruikt, hoe groter het voordeel ten opzichte van vorig jaar, al moet je al heel wat kilometers rijden om het echt te voelen.
De autokosten zijn bovendien meer dan de brandstof alleen. Je auto verliest immers waarde door extra kilometers te rijden, je betaalt ook meer aan onderhouds- en reparatiekosten en je slijt ook meer banden.
Gezien de sombere economische vooruitzichten zou je kunnen verwachten dat de waarde van je auto sneller zal zakken dan gebruikelijk. Bovendien rekenen garages en bandencentrales de bijkomende coronakosten door. Ze moeten immers extra tijd en materiaal voorzien om de auto te ontsmetten en de handling van het voertuig neemt meer tijd in beslag. Kortom, een auto gebruiken wordt duurder.
Ook is het niet zeker dat de brandstofprijs de komende 12 maanden op het huidige niveau blijft. Als de economie onvoldoende aantrekt en er is een overaanbod op de markt, dan zit een nieuwe daling zeker in de kaarten. Anderzijds kunnen de olieproducenten moedwillig schaarste creëren en de prijs opdrijven. Het is ‘oliedik’ kijken…