Particulier of professioneel?
Allereerst moet je een onderscheid maken tussen een particulier, een onderneming of een zelfstandige. In het eerste geval is een plug-inhybride in Vlaanderen vooral interessant omdat dergelijke auto’s vrijgesteld zijn van BIV en verkeersbelasting (tot eind dit jaar alvast), op voorwaarde dat ze niet meer dan 50g/km aan CO2 uitstoten. Ook wanneer ze meer uitstoten blijven ze qua verkeersbelasting en BIV goedkoper dan auto’s met alleen een verbrandingsmotor.
Maar een plug-inhybride is een stuk duurder in aankoop dan ‘klassieke’ auto. Of hij op het einde van de rit die meerprijs waard is voor een particulier hangt af van de brandstofkosten, die bij een plug-in dus zowel uit de getankte benzine of diesel als uit de kostprijs van de in de batterij geladen elektriciteit bestaan. Je kunt wel stellen dat zo’n auto interessanter wordt naarmate je zelf (groene) stroom produceert door bijvoorbeeld zonnepanelen. Je kunt die energie dan namelijk gebruiken om je auto op te laden en bespaart zo ook als particulier heel wat euro’s aan brandstof. Zeker wanneer je zonnepanelen op jaarbasis meer energie produceren dan je zelf verbruikt is het interessant om er je auto mee op te laden.
Het voorgaande geldt natuurlijk ook voor professionals, die bij plug-inhybrides die aan de fiscale voorwaarden voldoen daarnaast genieten van een quasi volledige fiscale aftrekbaarheid, waardoor ze ondanks hun hogere aankoopprijs in de Total Cost of Ownership-berekening vaak interessanter zijn dan vergelijkbare auto’s met enkel een verbrandingsmotor. Zij moeten – in tegenstelling tot particulieren – echter opletten en vermijden om nog een plug-in hybride te kopen met een uitstoot boven 50 g of met een te kleine batterijcapaciteit, willen ze fiscaal voordelig rijden.
Voordeel van Alle Aard
Plug-inhybrides die aan de fiscale voorwaarden voldoen, zijn ook interessant op het vlak van het Voordeel van Alle Aard, het bedrag dat bij het brutoloon van de werknemer of zelfstandig zaakvoerder wordt toegevoegd wanneer de auto ook privé wordt gebruikt. Dat ligt bij zo’n auto’s namelijk een stuk lager dan bij klassieke auto’s, waardoor je met een plug-in alvast minder inkomstenbelasting betaalt voor het gebruik van een firmawagen. Firmawagenbestuurders zijn voor wat betreft hun inkomensfiscaliteit dus beter af met een plug-in.
Laadgedrag is de sleutel
De basis van alles is echter het laadgedrag. Een plug-in hybride waarvan de batterij niet bij elke gelegenheid wordt opgeladen aan het stroomnet, wordt verkeerd gebruikt en is per definitie minder interessant als we kijken naar de totale gebruikskosten, omdat het hogere gewicht van het batterijpack (makkelijk 200 tot 300 kg extra) voor een hoger brandstofverbruik zorgt wanneer enkel op benzine (of diesel) wordt gereden.
We kunnen niet duidelijk genoeg zijn: een plug-inhybride besturen en hem niet waar mogelijk en systematisch opladen komt neer op (fiscaal) misbruik en is ecologisch verwerpelijk.
Ook het type trajecten is fundamenteel
Of een plug-in ook voor jou interessant is, hangt verder ook af van het type trajecten dat je aflegt. Als je weet dat een gemiddelde plug-in hybride tussen de 30 en 50 kilometer elektrisch kan rijden, lijkt hij dus ideaal voor wie een dagelijks woon-werktraject heeft dat niet langer is dan die afstand (enkele rit als er op het werk kan opgeladen worden, heen en terug als dat niet kan).
Op die manier kun je namelijk zowat alle dagelijkse trajecten zuiver elektrisch afleggen en geniet je van een veel lagere kost per kilometer (door de lagere elektriciteitskost in vergelijking met diesel of benzine). De ideale plug-ingebruiker kan zo weken- of zelfs maandenlang toekomen met één volle brandstoftank en zal zijn verbruikskosten aanzienlijk zien dalen. Ook als de meest voorkomende afstand net wat langer is en er op het werk en thuis wordt opgeladen is hybride rijden interessant.
Voor wie echter zeer vaak beduidend langere afstanden of snelwegkilometers rijdt, is een plug-in met een beperkt elektrisch rijbereik niet meteen aangewezen, omdat na de eerste 30 tot 50 kilometer overgeschakeld wordt op de verbrandingsmotor, die dan meer zal verbruiken door het hogere gewicht.
Thuis laden
Een ander aspect dat van belang is, is de mogelijkheid om de auto op te laden. Wie niet over een eigen garage of parkeerplaats met elektriciteitsaansluiting beschikt (voor de meeste plug-ins volstaat een klassiek stopcontact en is een wallbox niet echt noodzakelijk) kan de auto dus niet systematisch opladen, waardoor de verbruikskosten kunnen oplopen.
Wie wel over een laadvoorziening beschikt en met een firmawagen rijdt, zal natuurlijk willen dat de werkgever net als de klassieke brandstof ook de elektriciteitskosten voor het laden van de auto vergoedt. Heel wat aanbieders hebben hiervoor intussen oplossingen uitgewerkt, bijvoorbeeld in de vorm van intelligente laadkabels of wallboxen, maar op dat vlak ligt de sleutel bij de werkgever, die een dergelijke oplossing moet willen aanbieden. Indien hij dat niet doet zal de werknemer niet geneigd zijn de auto thuis op te laden en zal de keuze voor een plug-in - los van de fiscaliteit - voor verhoogde brandstofkosten zorgen.
Concreet is het antwoord op de vraag of een plug-in hybride altijd interessant is dus “neen”, maar in heel wat gevallen is hij dat zeker wel. Voorwaarde is dat je hem systematisch oplaadt en enkel een plug-in kiest wanneer de voornaamste trajecten passen bij het concept van de auto en het beperkte elektrische rijbereik. Werkgevers moeten - net als bij de klassieke tankkaart - ook het thuisladen faciliteren en toezien op het laadgedrag van hun werknemers. Alleen dan kan het fiscale voordeel ook op langere termijn behouden blijven en is een plug-in optimaal.
