Wie wil overschakelen op het federale mobiliteitsbudget, kan ervoor kiezen zijn huidige bedrijfswagen in te ruilen voor een ecologischer exemplaar, al dan niet in combinatie met ‘zachte mobiliteit’. Maar welke auto’s mag je kiezen binnen dat mobiliteitsbudget? Niet zo veel, zo blijkt.
Exact twee jaar geleden werd het federale mobiliteitsbudget goedgekeurd in de Kamer. Het biedt werknemers die vandaag een firmawagen hebben of er recht op hebben, de gelegenheid om die bedrijfsauto op een fiscaal vriendelijke manier om te zetten in een maandelijks vervoersbudget. Dat budget mag je zowel aan privé- als beroepsverplaatsingen spenderen, die verschillende vormen kunnen aannemen. Je mag er zelfs het treinabonnement van je inwonende dochter mee betalen.
Natuurlijk hangen er heel wat voorwaarden vast aan dat mobiliteitsbudget. De doelstelling van de overheid is duidelijk: ze wil de files verminderen en de luchtkwaliteit verbeteren door vooral het gebruik van ‘zachte mobiliteit’ – fietsen, deelsteps, openbaar vervoer, wandelen – fiscaal te bevoordelen. Maar toch kun je met je mobiliteitsbudget opnieuw opteren voor een bedrijfsauto, zolang die milieuvriendelijker is dat je huidige. Sommige mensen hebben immers geen andere keuze dan de auto te blijven gebruiken, bijvoorbeeld omdat ze afgelegen wonen.
Voorwaarden milieuvriendelijke bedrijfsauto mobiliteitsbudget
Wie zijn bedrijfsauto inruilt voor het mobiliteitsbudget, maar toch nog over een auto wil beschikken, kan kiezen uit een van de volgende drie categorieën:
Die houdt rekening met de fiscale aftrekbaarheid en de CO2-bijdrage. Het is perfect mogelijk dat de benzineversie van een bepaald model € 500 exclusief btw per maand kost, maar na de verrekening van de fiscale effecten op € 750 per maand uitkomt. De elektrische versie van dat model zou bijvoorbeeld € 750 exclusief btw per maand kunnen kosten, maar door de gunstige fiscaliteit uiteindelijk maar € 720 per maand vertegenwoordigen.
En zo zou het wel eens kunnen dat je huidige auto een vrij hoge TCO heeft, waardoor je toch een elektrische auto of plug-inhybride in je mobiliteitsbudget krijgt.
Kleine benzine- of hybride auto’s
Het is echter niet de bedoeling om je volledige mobiliteitsbudget te spenderen aan een auto. Dat heeft fiscaal geen enkele zin: de auto binnen het mobiliteitsbudget wordt fiscaal op dezelfde manier behandeld als om het even welke andere bedrijfswagen (fiscale aftrekbaarheid, CO2-bijdragen, voordeel van alle aard).
Wie dus nog wat budget wil overhouden voor andere, duurzame vervoersmiddelen die belastingvrij zijn, kan bijna niet anders dan downsizen. Rij je vandaag met een BMW 318d, dan zul je deze waarschijnlijk kunnen inruilen voor pakweg een Opel Corsa-E, een tramabonnement en de occasionele deelfiets. Vertrek je vandaag van een VW Golf TDI, dan zal diezelfde Corsa-E misschien niet binnen je budget passen. Ook als je thuis of op kantoor niet kunt laden, is een elektrische of plug-inhybride auto geen optie.
Waaruit kun je dan wel kiezen als je over een beperkt budget beschikt en/of geen laadmogelijkheid hebt? We zochten voor je uit welke auto’s onder de 95 g/km blijven en dus in aanmerking komen voor het mobiliteitsbudget. Wat blijkt? Op één auto na (de Toyota Prius) gaat allemaal om stadsauto’s die aangedreven worden door een benzine met elektrische ondersteuning – hybrides dus.
Waarom er maar zo weinig niet-elektrische en niet-plug-inhybride auto’s binnen het mobiliteitsbudget passen? Daar zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er nog amper kleine dieseltjes op de markt. Die stoten minder CO2 uit dan hun benzinebroers, maar door de technologische vereisten van de Euro 6d-norm zou hun kostprijs onaanvaardbaar hoog worden. Bovendien is er amper nog vraag naar diesel in het segment van de stadsauto’s en heeft de brandstof een kwalijke reputatie opgebouwd die ze maar niet van zich lijkt af te kunnen schudden.
De andere reden is de vermaledijde WLTP-norm. Deze strengere meetmethode voor het verbruik en de CO2-uitstoot heeft heel wat kleine modellen over de 95 g/km-grens geduwd, waardoor ze uit de boot vallen voor het mobiliteitsbudget. Zelfs als ze over een mild hybride ondersteuning beschikken, zoals de Fiat 500, Ford Fiesta, Suzuki Swift, et cetera, geraken ze vandaag niet meer onder de 105 g/km.
Ook grotere full hybrid modellen, zoals de Hyundai Ioniq, Hyundai Kona, Kia Niro, Suzuki Swace, Toyota C-HR, Toyota Corolla en Toyota Yaris Cross vissen achter het net.
Oproep aan de overheid
Je kunt bovengenoemde hybride modellen bezwaarlijk minder ecologisch noemen dan de diesel- en benzinebedrijfsauto’s die vandaag circuleren en die ze zouden kunnen vervangen. Het is geheel onterecht dat ze door een handvol g/km CO2 boven de toegestane limiet geen bijdrage kunnen leveren tot de verduurzaming van de individuele mobiliteit.
Het is des te onbegrijpelijker dat de overheid vasthoudt aan 95 g/km als je weet dat deze grenswaarde werd vastgelegd toen de WLTP nog niet van kracht was en auto’s gemiddeld 10 tot 15 procent lagere CO2-cijfers hadden onder oude de NEDC-norm. Het zou enkel maar logisch zijn dat de overheid rekening hield met de stijging in de – louter theoretische – CO2-uitstoot als gevolg van de invoering van de WLTP-norm.
Ons voorstel? Reken een marge in van 15 procent. Zo trek je de drempel op van95 g/km naar 109 g/km en breid je het aanbod uit naar tientallen modellen. Naarmate de technologie evolueert, kun je de limiet stelselmatig naar beneden halen. Het zou het mobiliteitsbudget enkel maar populairder kunnen maken.
Exact twee jaar geleden werd het federale mobiliteitsbudget goedgekeurd in de Kamer. Het biedt werknemers die vandaag een firmawagen hebben of er recht op hebben, de gelegenheid om die bedrijfsauto op een fiscaal vriendelijke manier om te zetten in een maandelijks vervoersbudget. Dat budget mag je zowel aan privé- als beroepsverplaatsingen spenderen, die verschillende vormen kunnen aannemen. Je mag er zelfs het treinabonnement van je inwonende dochter mee betalen.
Natuurlijk hangen er heel wat voorwaarden vast aan dat mobiliteitsbudget. De doelstelling van de overheid is duidelijk: ze wil de files verminderen en de luchtkwaliteit verbeteren door vooral het gebruik van ‘zachte mobiliteit’ – fietsen, deelsteps, openbaar vervoer, wandelen – fiscaal te bevoordelen. Maar toch kun je met je mobiliteitsbudget opnieuw opteren voor een bedrijfsauto, zolang die milieuvriendelijker is dat je huidige. Sommige mensen hebben immers geen andere keuze dan de auto te blijven gebruiken, bijvoorbeeld omdat ze afgelegen wonen.
Voorwaarden milieuvriendelijke bedrijfsauto mobiliteitsbudget
Wie zijn bedrijfsauto inruilt voor het mobiliteitsbudget, maar toch nog over een auto wil beschikken, kan kiezen uit een van de volgende drie categorieën:
- Volledig elektrische wagens
- Plug-inhybrides met een maximumuitstoot van 50 g/km en een batterijcapaciteit van minstens 0,5 kWh per 100 kg voertuiggewicht
- Gewone diesel- of benzinevoertuigen, auto’s op cng of lpg en hybrides, voor zover ze niet meer dan 95 g/km uitstoten.
Die houdt rekening met de fiscale aftrekbaarheid en de CO2-bijdrage. Het is perfect mogelijk dat de benzineversie van een bepaald model € 500 exclusief btw per maand kost, maar na de verrekening van de fiscale effecten op € 750 per maand uitkomt. De elektrische versie van dat model zou bijvoorbeeld € 750 exclusief btw per maand kunnen kosten, maar door de gunstige fiscaliteit uiteindelijk maar € 720 per maand vertegenwoordigen.
En zo zou het wel eens kunnen dat je huidige auto een vrij hoge TCO heeft, waardoor je toch een elektrische auto of plug-inhybride in je mobiliteitsbudget krijgt.
Kleine benzine- of hybride auto’s
Het is echter niet de bedoeling om je volledige mobiliteitsbudget te spenderen aan een auto. Dat heeft fiscaal geen enkele zin: de auto binnen het mobiliteitsbudget wordt fiscaal op dezelfde manier behandeld als om het even welke andere bedrijfswagen (fiscale aftrekbaarheid, CO2-bijdragen, voordeel van alle aard).
Wie dus nog wat budget wil overhouden voor andere, duurzame vervoersmiddelen die belastingvrij zijn, kan bijna niet anders dan downsizen. Rij je vandaag met een BMW 318d, dan zul je deze waarschijnlijk kunnen inruilen voor pakweg een Opel Corsa-E, een tramabonnement en de occasionele deelfiets. Vertrek je vandaag van een VW Golf TDI, dan zal diezelfde Corsa-E misschien niet binnen je budget passen. Ook als je thuis of op kantoor niet kunt laden, is een elektrische of plug-inhybride auto geen optie.
Waaruit kun je dan wel kiezen als je over een beperkt budget beschikt en/of geen laadmogelijkheid hebt? We zochten voor je uit welke auto’s onder de 95 g/km blijven en dus in aanmerking komen voor het mobiliteitsbudget. Wat blijkt? Op één auto na (de Toyota Prius) gaat allemaal om stadsauto’s die aangedreven worden door een benzine met elektrische ondersteuning – hybrides dus.
- Mazda 2 Hybrid (87 g/km).
- Renault Clio E-Tech Hybrid (95 g/km). De stadswagen van Renault springt met de hakken over de sloot met zijn CO2-uitstoot. Hoe hij rijdt, dat lees je hier.
- Toyota Prius Hybrid (94 g/km). Dit is de enige ietwat grotere auto die momenteel in het mobiliteitsbudget past.
- Toyota Yaris Hybrid (85 g/km). Lees de Autonieuws-test hier.
Waarom er maar zo weinig niet-elektrische en niet-plug-inhybride auto’s binnen het mobiliteitsbudget passen? Daar zijn twee redenen voor. Enerzijds zijn er nog amper kleine dieseltjes op de markt. Die stoten minder CO2 uit dan hun benzinebroers, maar door de technologische vereisten van de Euro 6d-norm zou hun kostprijs onaanvaardbaar hoog worden. Bovendien is er amper nog vraag naar diesel in het segment van de stadsauto’s en heeft de brandstof een kwalijke reputatie opgebouwd die ze maar niet van zich lijkt af te kunnen schudden.
De andere reden is de vermaledijde WLTP-norm. Deze strengere meetmethode voor het verbruik en de CO2-uitstoot heeft heel wat kleine modellen over de 95 g/km-grens geduwd, waardoor ze uit de boot vallen voor het mobiliteitsbudget. Zelfs als ze over een mild hybride ondersteuning beschikken, zoals de Fiat 500, Ford Fiesta, Suzuki Swift, et cetera, geraken ze vandaag niet meer onder de 105 g/km.
Ook grotere full hybrid modellen, zoals de Hyundai Ioniq, Hyundai Kona, Kia Niro, Suzuki Swace, Toyota C-HR, Toyota Corolla en Toyota Yaris Cross vissen achter het net.
Oproep aan de overheid
Je kunt bovengenoemde hybride modellen bezwaarlijk minder ecologisch noemen dan de diesel- en benzinebedrijfsauto’s die vandaag circuleren en die ze zouden kunnen vervangen. Het is geheel onterecht dat ze door een handvol g/km CO2 boven de toegestane limiet geen bijdrage kunnen leveren tot de verduurzaming van de individuele mobiliteit.
Het is des te onbegrijpelijker dat de overheid vasthoudt aan 95 g/km als je weet dat deze grenswaarde werd vastgelegd toen de WLTP nog niet van kracht was en auto’s gemiddeld 10 tot 15 procent lagere CO2-cijfers hadden onder oude de NEDC-norm. Het zou enkel maar logisch zijn dat de overheid rekening hield met de stijging in de – louter theoretische – CO2-uitstoot als gevolg van de invoering van de WLTP-norm.
Ons voorstel? Reken een marge in van 15 procent. Zo trek je de drempel op van95 g/km naar 109 g/km en breid je het aanbod uit naar tientallen modellen. Naarmate de technologie evolueert, kun je de limiet stelselmatig naar beneden halen. Het zou het mobiliteitsbudget enkel maar populairder kunnen maken.
Meest gelezen
Dieter Quartier
Dieter Quartier (°1976) schrijft al sinds 2000 met motorolie in plaats van inkt. Zijn interessesfeer reikt van classics tot electrics. Bedrijfsmobiliteit in ruime zin is zijn dada.
