Werkgevers die hun werknemers een bedrijfswagen ter beschikking stellen die ook voor privédoeleinden (woon-werkverkeer en privékilometers) mag gebruikt worden, moeten daarvoor een solidariteitsbijdrage betalen aan de sociale zekerheid. Die wordt gebaseerd op de CO2-uitstoot en de brandstofsoort van de auto en wordt elk jaar geïndexeerd. De indexatie voor 2021 is intussen bekendgemaakt.
Elk jaar wordt het minimumbedrag aangepast en wordt een indexatie van de door de berekeningsformule bekomen waarde doorgevoerd. Voor 2021 bedraagt het nieuwe minimum € 27,54 per maand en is de index van 1,3078 verhoogd naar 1,3222.
De formule voor de CO2-Solidariteitsbijdrage in 2021:
Benzine: [ ((CO2-uitstoot x € 9) – 768) / 12) ] x 1,3222
Diesel: [ ((CO2-uitstoot x € 9) – 600) / 12) ] x 1,3222
LPG of CNG: [ ((CO2-uitstoot x € 9) – 990) / 12) ] x 1,3222
Elektrisch: € 27,51 per maand
De te hanteren CO2-waarde voor de berekening is nog steeds de NEDC of NEDC 2.0-CO2-waarde (veld 49.1 van het CoC of Gelijkvormigheidsattest), ook wanneer naast die waarde ook een WLTP-cijfer op dat attest vermeld is (veld 49.4). Dit blijft zo, zolang de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geen wijziging aanbrengt aan de huidige werkwijze en WLTP als norm zou gaan opleggen.
De zogenaamde “fake hybrides” worden niet als zodanig behandeld door de RSZ, maar enkel door de fiscus, wat betekent wat wie met een plug-in hybride rijdt die niet aan de regels voldoet (dus een te kleine batterij heeft en/of meer dan 50 g CO2 uitstoot) voor wat betreft de solidariteisbijdrage wel gebruik mag maken van de officiële (lage) uitstoot.
Voor een benzinewagen met een uitstoot van 125 g CO2 betekent dit een maandelijkse kost van € 39,33 in 2021 (€ 38,9 in 2020). Een diesel met 110 g stijgt naar € 42,97 per maand (dit jaar nog € 42,50).
Een benzine met 150 g CO2 stijgt van € 63,4 naar € 64,12 en een diesel met 140 g van € 71,93 naar € 72,72.
De stijging is zoals elk jaar dus beperkt.
Sinds 2005 moeten werkgevers maandelijks een bijdrage betalen aan de RSZ. Die is forfaitair en wordt berekend op basis van de CO2-uitstoot en de brandstofsoort, met voor 2020 een minimum van € 27,24 per maand. Voor doorsnee auto’s komt dat al gauw op bedragen neer van tussen de € 40 en € 60 per maand. Het te betalen bedrag is voor werkgevers 100% fiscaal aftrekbaar. Zelfstandigen zijn vrijgesteld van deze bijdrage.
Elk jaar wordt het minimumbedrag aangepast en wordt een indexatie van de door de berekeningsformule bekomen waarde doorgevoerd. Voor 2021 bedraagt het nieuwe minimum € 27,54 per maand en is de index van 1,3078 verhoogd naar 1,3222.
De formule voor de CO2-Solidariteitsbijdrage in 2021:
Benzine: [ ((CO2-uitstoot x € 9) – 768) / 12) ] x 1,3222
Diesel: [ ((CO2-uitstoot x € 9) – 600) / 12) ] x 1,3222
LPG of CNG: [ ((CO2-uitstoot x € 9) – 990) / 12) ] x 1,3222
Elektrisch: € 27,51 per maand
De te hanteren CO2-waarde voor de berekening is nog steeds de NEDC of NEDC 2.0-CO2-waarde (veld 49.1 van het CoC of Gelijkvormigheidsattest), ook wanneer naast die waarde ook een WLTP-cijfer op dat attest vermeld is (veld 49.4). Dit blijft zo, zolang de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geen wijziging aanbrengt aan de huidige werkwijze en WLTP als norm zou gaan opleggen.
De zogenaamde “fake hybrides” worden niet als zodanig behandeld door de RSZ, maar enkel door de fiscus, wat betekent wat wie met een plug-in hybride rijdt die niet aan de regels voldoet (dus een te kleine batterij heeft en/of meer dan 50 g CO2 uitstoot) voor wat betreft de solidariteisbijdrage wel gebruik mag maken van de officiële (lage) uitstoot.
Voor een benzinewagen met een uitstoot van 125 g CO2 betekent dit een maandelijkse kost van € 39,33 in 2021 (€ 38,9 in 2020). Een diesel met 110 g stijgt naar € 42,97 per maand (dit jaar nog € 42,50).
Een benzine met 150 g CO2 stijgt van € 63,4 naar € 64,12 en een diesel met 140 g van € 71,93 naar € 72,72.
De stijging is zoals elk jaar dus beperkt.
